Zal de Mosjiach een nieuwe Tora onthullen?
Geschreven door Rabbijn prof. Efraim Sprecher, vertaald door de redactie
Een van de centrale profetie over de Eindverlossing zijn de woorden: “de Tora zal van Mij uitgaan” (Jesjajahoe/Jes. 51:4). Op deze vers zegt de Midrasj Wajjikra Rabba 13 dat “G’d zal door de Mosjiach een Nieuwe Tora onthullen”.
Een andere raadselachtige vers is te vinden in Jermijahoe/Jer. 31:30: “’Dagen zullen komen’, zegt Hasjem, “wanneer Ik een Nieuw Verdrag (Brit Chadasja) met het Huis van Israel en met het Huis van Jehoedah zal smeden”. Dit vraagt om uitleg.
Volgens de Halachische regel in de RaMBaM, is de Tora dat op Berg Sinaj aan ons is gegeven, van eeuwigheidswaarde en zal nooit veranderd of vervangen worden. Dit is volgens de vers in Sefer Dwariem/Deut. waarin staat: “Aan alles wat Ik je opgedragen heb zul jij je aan houden; voeg er niets aan toe of neem er niets van weg”. Een andere vers in Sefer Dwariem/Deut. zegt: “De geopenbaarde dingen (van de Tora) is voor ons en onze kinderen zullen voor altijd alle woorden van de Tora uitvoeren.” Dit leert ons dat alle mitswes van de Tora aan ons voor eeuwig is gegeven en dat dit nooit zal veranderen.
Om dit te weten, moeten wij begrijpen wat Jesjajahoe en Jermijahoe bedoelen wanneer men over ‘een Nieuwe Tora en een nieuw Verbond’ spreekt. De Talmoed en RaMBaM leren dat geen profeet de woorden en de mitswes van de Tora kan tegenspreken. Dus zitten we in een dilemma.
Wij moeten begrijpen dat de natuur van deze ‘Nieuwe Tora’ en ‘Nieuw Verbond’, waar de profeten over spraken, betrekking heeft op de Dagen van de Mosjiach. De Dertien Principes van de RaMBaM zegt dat niets kan vervangen of zelfs een aanvulling kan geven aan de Tora dat G’d ons op de Berg Sinaj heeft gegeven. De sleutel naar dit mysterie is dat de Tora, dat op Sinaj ons is gegeven, oneindig is en dat we die niet met volle verstand kunnen begrijpen. Iedere generatie van Torageleerden heeft geprobeerd om de mysteries in de Tora te interpreteren en voortdurend komen er nieuwe inzichten en innovaties binnen de Torastudie tot ontwikkeling. Ondanks de vele interpretaties die al voortgekomen zijn, bestaan er nog steeds diepere niveaus dat nog niet onthuld is [Devorah: ‘Lech Danie’el, kie-stoemiem wachatoemiem hadvariem, ad-et qets…’ ? Dan. 12:9]. Dit is volgens de Talmoed Bavli Traktaat Sjabbat pag. 109 dat de Tora een uitdrukking is van G’ds gedachte en ziel. “Ana nafsji ketavit jehavit…” Dit is een acroniem van het woord Anochi: ANoCHI betekent Ik [het eerste Woord van de Tien Geboden] schreef [in de Tora] en gaf het [aan je]. Dus zoals G’d Ejn Sof is (Eindeloos en Eeuwig), is dat ook de Tora.
Dit is de ‘Nieuwe Tora’ waaruit de Mosjiach zal onderrichten. De Tora zal niet – G’d verhoedde – vervangen of gemodificeerd worden. Echter zal de Mosjiach de Tora vanuit een zeer diepe niveau, die wij nooit hebben kunnen zien en begrijpen, onderwijzen. Alle leringen van de Mosjiach zullen gebaseerd zijn op dezelfde regels die G’d aan Mosje op Sinaj heeft gegeven, maar het zal aan ons ‘als nieuw’ verschijnen. Daarom zal het als een Nieuwe Tora worden beschouwd, omdat deze onthullingen alles wat we tot nu toe hebben begrepen en geleerd overstijgt.
©Rabbi Professor Efrayim Sprecher voor FAQ-online 2010