Waarom wordt er bij G’d altijd naar een “Hij” verwijzen, terwijl G’d geen geslacht heeft?
Geschreven door Rabbi Perl. Vertaald door de redactie
Bron: Chabadmineola
G’d is zowel geen man of vrouw.
Het woord “Hij” in de Hebreeuwse Bijbel kan ook vertaalt worden met het woord “het”.
Als je naar een elektronische winkel gaat om bijvoorbeeld een adapter te kopen dan zal de verkoper vragen als je een mannetje en vrouwtje aan beide uiteinde van de adapter wilt of dat de adapter aan beide uiteinde een mannetje moet zijn. De adapter is zowel geen man of vrouw, maar wordt zo genoemd naar de vorm als ontvanger of gever aan het uiteinde.
En dat geldt ook op een hoger niveau. Alle namen/ titels van G’d zijn allegorische beschrijvingen van hoe G’d zich manifesteert en de interactie met ons. En in dit opzicht kunnen we zeggen dat G’d mannelijke en vrouwelijke eigenschappen heeft.
In de relatie tussen man en vrouw produceert de man het zaad en de vrouw ontvangt het zaad en ontstaat er een embryo. In vergelijking met G’d verwijzen wij naar G’d als “Hij” , omdat Hij de wereld heeft geschapen en al wat leeft op de aarde. Van ons verwacht G’d (de symbolische vrouw) dat we de schepping beheren en dat we er een heilige plaats van maken, zodat G’ds aanwezigheid kan worden geopenbaard.
Toevallig heeft G’d ook een vrouwelijke aspect/naam: Shechinah. De Shechinah representeert G’delijke attributen van ontvangen: van zowel andere G’delijke attributen of van onze daden.