Tefillot/gebeden voor Bne Noach
Danken na het eten.
Nadat iemand is uitgegeten of gedronken, is het gepast om G’d te danken en te zegenen voor het voedsel dat hem is gegeven. Het is een gewoonte om het gebed van “dank” te reciteren na een voedzame maaltijd, maar niet na het eten wat kleiner is dan een klein gekookt kippenei. Wanneer men een dank gebed zegt, is het ook gepast om te vragen voor andere behoefte, zoals gezondheid, levensonderhoud en het leven zelf. De volgende twee alinea’s zijn samengesteld door de auteur voor niet-Joden en deze worden aanbevolen.
Er zijn ook nog kortere opties voor Danken na een maaltijd, zoals:
(De originele korte vorm die door Abraham leerde aan zijn gasten)
Blessed is the G’d of the universe, from Whose bounty we have eaten.
Gezegend is de G’d van de wereld, van Wiens gave wij hebben gegeten.
Een alternatieve korte vorm special voor jonge kinderen:
Blessed is the Lord our G’d, King of the universe, Master of this bread.
Gezegend is de Heer onze G’d, Koning van de wereld, Meester van dit brood.
“We offer thanks to You, King of the universe, Who provides sustenance for the entire world with grace, with kindness and with mercy. He gives food to all flesh, for His kindness is everlasting. Through His great goodness to us continously, we do not lack food, and may we never lack food, for the sake of His great Name. For He provides nourishment and sustenance for all, does good to all, and prepares food for all His creatures whom He has created, as it is said: You open Your hand and satisfy the disire of every living thing. (Tehilliem/Psalm 145:16) Blessed is the G’d of the universe, from Whose bounty we have eaten.
Please, Lord our G’d, in Your mercy give us live, health, livelihood, and sustenance, so that we may thank and bless You always. Please do not make us dependent upon the gifts of mortal men nor upon their loans, but only upon Your full, open, holy and generous hand, that we may never be shamed or disgraced. Give thanks to the Lord for He is good, for His kindness is everlasting. ( Tehilliem/Psalm 136:1) Blessed is the man who trust in the Lord, and the Lord wil be his security. (Jeremia 17:7)
“Geprezen U Eeuwige onze G’d, Koning van de wereld Die de hele wereld door Zijn goedheid, welwillendheid en ontfermde liefde van voedsel voorziet. Hij geeft aan ieder wezen voedsel, want onbeperkt is Zijn liefde. Door Zijn grote goedheid hebben wij nooit gebrek geleden; moge er voor ons nooit en te nimmer gebrek aan voedsel zijn, om der wille van Zijn grote Naam. Hij is het immers die allen voedsel en levensonderhoud verschaft, die allen goed doet en voor al de door Hem geschapen schepselen voeding verzorgt. Geprezen, U, Eeuwige die allen van voedsel voorziet.Gezegend is de G’d van de wereld, van Wiens geschenk wij hebben gegeten.
Alstublieft, Heer onze G’d, in U genade geef ons leven, gezondheid, levensonderhoud en voedsel, zodat we U altijd kunnen danken en zegenen. Alstublieft maak ons niet afhankelijk van giften van een sterveling en ook niet van hun leningen, maar alleen van Uw verzadigde, open, heilige en overvloedige hand en dat we ons nooit hoeven te schamen of te schande zijn. Geef dank aan G’d, omdat Hij goed is en voor zijn onophoudelijke vriendelijkheid. Gezegend is degene die G’d vertrouwd en G’d zal zijn anker zijn.
Danken na een snack:
“Geprezen U Eeuwige, onze G’d, Koning van de wereld, Schepper van talloze wezens en van wat zij nodig hebben. Voor alles wat Hij geschapen heeft om daardoor alle levende wezens in leven te houden wordt de Eeuwig-levende geprezen.”