Keer de wang toe volgens Joods Perspectief

Rabbi prof. Efrayim Sprecher. Verslaglegging: door de redactie

Dit artikel is afgeleid van de sjioer op 14 Siewan 5768/17 juni 2008 Diaspora Jesjieve Jeroesjalajiem.
Verslaglegging en geschreven door Joel en Devorah in Shoresh 14 Siewan 5768 Israël

Introductie:
Als ‘keer je de andere wang toe’ in jouw Bijbel staat, lees je de verkeerde Bijbel. Waar de Christenen bijvoorbeeld lezen in Shemos (Exodus) 21:23 “oog om oog, tand om tand” lezen wij echter een levend wezen VOOR een levend wezen, oog VOOR oog, tand VOOR tand ev. In de Hebreeuwse, oorspronkelijke, vertaling staat in plaats voor VOOR “tachat” – dat niet “om” of “voor” betekent – maar “in plaats” van. Vanaf vers 19 van Wajjikra/Lev. 24 wordt tachat in plaats van uitgelegd met geldwaarde! Dewariem/Deut.19:21 zegt hetzelfde, maar dan in andere woorden.
We spreken met oog om oog-principe niet over een vergeldingsactie, maar een schadevergoeding en doodstraf die op basis van een gerechtelijke uitspraak van het Bejt Din verwittigd dient te worden!

In de Tora staat geschreven als de dief betrapt wordt tijdens het inbreken en hij wordt geslagen en sterft: ‘Ejn lo damiem… er is geen bloedschuld [de huiseigenaar die de dief gedood heeft]. Hoe vertalen wij dit met Jiten lemakahoe lechie, jisba’ becherpah… Laat hem zijn andere wang geven aan degene die hem slaat, laat hem vervuld zijn met berouw. Echa/Klaagl. 3:30
Wanneer een beschuldigde voor een Bejt Din staat en hij is daadwerkelijk schuldig van een straf waaraan de doodstraf of schadevergoeding gekoppeld is, dient hij toe te geven en berouw te hebben in aanwezigheid van de Bejt Din. Dit kan echter alleen gebeuren wanneer hij door minimaal drie afzonderlijke getuigen gezien én gewaarschuwd is en ondanks dat toch nog de overtreding begaan heeft.

Het toekeren van jouw andere wang staat symbool voor het accepteren van de (dood)straf. Hiermee voorkomt hij de straf karees. Dit is de zwaarste straf in de Tora, omdat dit een afsnijding van je volk en Hasjem in Olam Haba betekent. Wanneer de overtreder de (dood)straf krijgt hier op aarde en eventueel moet bekopen met zijn leven, wordt zijn ziel in Sjamajiem (Hemel) niet gestraft voor de daad die hij hier op aarde heeft gedaan.

Het bovenstaande gold alleen voor de tempelperiodes en wanneer de Masjiach komt. In onze tijd hoort de overtreder tesjoeva te doen, want het Hemelse Bejt Din is genadiger dan het aardse Bejt Din. Hasjem doorziet de ziel, het hart en de situatie van de overtreder die tesjoeva doet. Een aardse Bejt Din is daar niet toe in staat. Zij zien alleen de overtreding, maar kunnen nooit zeker weten wanneer oprecht tesjoeva doet of wanneer het een excuses is om in leven te blijven. Daarom zal de aardse Bejt Din de straf altijd voltrekken wanneer alle bewijzen daar zijn. Ongeacht berouw of niet.

“Een Sanhedrin dat een doodstraf eens in de zeven jaar uitsprak, wordt gezien als een moordgerechtshof”
Rabbi Akiva meldde dat de doodstraf meestal eens in de zeventig jaar werd uitgesproken.
Talmoed Makkoth 7a

©Rabbi Efraim Sprecher/FAQ-online 2008