Joseef: te hoog gegrepen voor Mosje Modaal
Geschreven door Dayan mr. drs. R. Evers
Hoe moesten de broers, die 22 jaar eerder Joseef verkocht hadden, het goede nieuws, dat Joseef nog leefde aan Ja’akov overbrengen? Leugenaars worden zelfs niet geloofd als ze de waarheid vertellen.
Joseef had ze een teken meegegeven, dat alleen hij en Ja’akov wisten: egla aroefa – het te nekken kalf, een complexe procedure die gevolgd moest worden als er een lijk werd gevonden en de moordenaar onbekend was (vgl. Devariem 21:1 e.v.). Dit was het laatste onderwerp dat Ja’akov en Joseef samen behandeld hadden voordat hij naar Sjechem gestuurd werd om te zien hoe zijn broers het maakten, waarna hij naar Egypte werd afgevoerd. Toen Ja’akov deze hint hoorde, leefde zijn geest op.
Goede jehoede gebleven
Wat maakte Ja’akov zo uitzinnig van blijdschap? Natuurlijk was hij na 22 jaar scheiding blij, dat Joseef nog leefde. Maar wat Ja’akov werkelijk verheugde, was dat Joseef kennelijk nog steeds intens met zijn Toralernen bezig was. Het feit, dat Joseef zich de afdeling van de egla aroefa nog herinnerde, was een teken voor Ja’akov, dat Joseef nog steeds een goede `jehoede’ was gebleven. Joseef gebruikte de inhoud van zijn Tora-lessen bij Ja’akov hier zelfs als wachtwoord! Voor Ja’akov was dit het allerbelangrijkste.
Jehoeda werd vooruitgestuurd om een jesjiva – Talmoedhogeschool – te stichten
De Tora bleef – ondanks alle tumult en verhuisperikelen – de centrale focus in het leven van de Aartsvaders en hun kinderen. De Lubawitsjer Rebbe legt uit dat Ja’akov zijn zoon Jehoeda vooruitstuurde om een jesjiva – Talmoedhogeschool – te stichten omdat Joseefs manier van G’d dienen voor de meeste mensen te hoog gegrepen was. Joseef was in staat om een hoog niveau van religiositeit te combineren met de paleiselijke praal en pracht.
De broers van Joseef waren hiertoe niet in staat en moesten enigszins buiten de verleidingen van de grote maatschappij blijven om hun religieuze niveau te handhaven. Daarom bleven zij herders.
Tora allerbelangrijkst
Rav Sorotskin (20e eeuw, Israël) verklaart, dat Ja’akov met het oprichten van een jesjiva wilde aangeven, dat hij Tora-leren belangrijker vond dan alle gewichtige staatszaken (vgl. B.T. Megilla 15). Het leek erop, dat Joseef zijn baan als onderkoning hoger had zitten dan zijn geloofszaken en Tora-leren. Ja’akov stuurde daarom een non-verbale boodschap terug door Jehoeda een jesjiva, Tora-school te laten stichten: ”Tora-leren en geloofsdaden vormen de continuatie van het Joodse volk; hoe belangrijk regeringszaken ook mogen zijn – behoud van de Joodse identiteit moet voorrang krijgen !”.
Aparte jesjiva
Een zeer actuele uitleg staat eveneens op naam van de Lubawitsjer Rebbe. Waarom heeft Joseef gewacht totdat Jehoeda een jesjiva oprichtte in Egypte en waarom is hij daar zelf niet eerder mee gekomen? Onze Wijzen hebben ons voorgehouden, dat al onze Aartsvaders – en waarschijnlijk ook de Stamvaders – een jesjiva hadden, waar continu `gelernd’ werd. Ongetwijfeld heeft ook Joseef een jesjiva gesticht – zoals hij bij zijn voorouders voor zich had gezien. Als dat zo is – waarom was er dan nóg een jesjiva nodig ?
Joseef kon de luxe aan
Joseef was totaal anders dan zijn broers. De broers moesten wegblijven uit de grote stad om niet in de verleiding te komen. Maar Joseef kon de luxe, praal, pracht en verleiding aan. Zelfs Soeleika, Potifars mooie vrouw, kon hem niet verlokken. Hij zag de luxe bij Potifar. Als onderkoning kon hij alles krijgen wat zijn hart begeerde. Maar Joseef stond ver verheven boven het aardse, dat hem nooit stoorde in zijn religie. Wereldse zaken waren voor hem niet belangrijk.
Maar dit is niet voor iedereen weggelegd. Meestal geldt, dat degenen die Tora leren, enkel met de Tora bezig moeten zijn, zonder stoorzenders van buiten. Daarom hadden de Levieten ook geen deel in het land Israël. Volgens Maimonides (1135-1204) waren de Levieten van de dagelijkse, aardse verplichtingen vrijgemaakt om G’d te dienen. Daarom hielden ze er een geheel andere levensstijl op na dan de overige wereldburgers.
Daarom stuurde Ja’akov Jehoeda vooruit naar Egypte om een jesjiva te stichten voor het niveau van de overige broers, omdat zij in het land Gosjen afgezonderd wilden blijven van alle mondaine geneugten.
Ja’akov nam geen genoegen met de Tora-beleving van Joseef omdat die voor de meesten te hoog gegrepen was. Ja’akov lette op Mosje Modaal. Vermenging met aardse verleidingen kan niet iedereen aan.
©Dayan Evers