Jeruzalem: Claims van de Joden en de moslims
Geschreven door Marcel Koster
Israël is nog steeds in conflict met Arabisch Palestijnse buren. De media bestoken ons met verslagen over geweld in de westelijke Jordaanoever en de Gazastrook. Het epicentrum van het conflict ligt in Jeruzalem en wel specifiek op de Tempelberg. Yasser Arrafat(*1) herhaalde steeds dat er geen vrede kan zijn zolang Jeruzalem niet de hoofdstad is van Palestina en de Tempelberg niet in de handen van Moslims is.
De Israëlische leiders zeggen dat Jeruzalem het bezit van Israël zal blijven. Barak heeft daarnaast wel autonomie aangeboden van de Tempelberg en Palestijnse autoriteit over Arabische delen van Jeruzalem.
Interessant is te weten op welke historische en religieuze gronden beide partijen aanspraak maken. Het doel van dit verslag is dan ook niet om claims op Jeruzalem van welke partij dan ook goed of af te keuren, maar om te helpen bij het beter begrijpen welke connecties er zijn tussen de Joden en de Moslims als het gaat om claims op Jeruzalem.
Op welke historische religieuze gronden baseren beide partijen zich? Heeft een(1) van de partijen meer rechten om Jeruzalem te claimen?
De religieuze connectie van de Joden met Jeruzalem
Hierbij beginnen we met de Bijbel. Vanuit Joods perspectief gaat de aandacht uit naar de berg Moria, tegenwoordig bekend als de Tempelberg. Dit gebied ligt beneden de Rotskoepel (een heiligdom van de Moslims dat op de plek staat van de verwoeste Tempel). In de Bijbel heeft Jeruzalem meerdere namen. De meest voorkomende naam is Jeruzalem (Yerushalayim), welke 349 keer wordt genoemd.
Jeruzalem wordt het eerst genoemd in Genesis 4:18, waar Abraham Melchizedek ontmoet, de koning van Salem. Volgens de Joodse traditie heeft het vastbinden van Isaac (Genesis 22:1-9) plaats in het land Moria, op de plaats van de huidige Tempelberg. Abraham koos deze plaats zeer zorgvuldig uit omdat hij zeer sterk de aanwezigheid van God op deze plaats ervaarde. In de Kabbala is de Berg Moria bekend als de “Drinkende steen” (ewen sjetija), het spirituele centrum van het heelal, de plaats van waaruit de wereld spiritueel wordt “bewaterd”.
Ook verder in Genesis komen verhalen voor die relatie hebben met de betreffende plaats: als Isaac het veld in gaat om te bidden voordat hij voor het eerst Rebecca ontmoet (Genesis 24:63-67), staat hij op de berg Moria. De droom van Jacob met de ladder die tot in de hemel reikt heeft daar ook plaats. We kunnen dan ook stellen dat de Joden al duizenden jaren de berg Moria verbinden met de plaats waar God’s aanwezigheid zich meer openbaart dan waar dan ook op aarde. Daarom is voor de Joden de Tempelberg de heiligste plaats op aarde.
Deze connectie is er nog steeds in het dagelijkse leven van de Joden. Zij bidden drie keer per dag, hierbij richten zij zich naar Jeruzalem. Iemand die in Jeruzalem bidt, doet dat in de richting van de Tempelberg. De Joodse nationale dag van rouw (Tisha B’ay) is ter herdenking van de vernietiging van de eerste en tweede Tempel. Tijdens een Joods huwelijksfeest breekt de bruidegom een glas als een teken van rouw en herinnering aan de eerste en tweede Tempel die op de berg Moria stonden. Religieuze Joden houden vaak een deel van een muur in hun huis onbepleisterd en ongeverfd als een teken van rouw over de vernietiging van de Tempel.
De historische connectie van de Joden met Jeruzalem
De vroege geschiedenis van Jeruzalem heeft ook zijn wortels in de Bijbel. Aanvullend op de eerder al beschreven gebeurtenissen beschrijft het boek Josua (hoofdstuk 10) hoe Adoni-Tzedek, de Canaanitische koning van Jeruzalem, oorlog wil voeren tegen de Joden. Gedurende een periode van ongeveer 400 jaar, vanaf de komst van de Joden in het land tot aan de Richteren, was Jeruzalem een niet-Joodse stad. Pas omstreeks 1000 BC werd Jeruzalem veroverd op de Canaanieten (2 Samuel 5) en werd het de politieke en spirituele hoofdstad van de Joden. Archeologen zijn het er overigens over eens dat de Stad van David op de plaats lag van het huidige Arabische stadje Silwan, een paar meter ten zuiden van de huidige muren van de Oude Stad. David wees de top van de Berg Moria (2 Samuel 24:18-25) aan als de plaats van de toekomstige Tempel en verzamelde de noodzakelijke bouwmaterialen. Het boek 1-Koningen (hoofdstukken 6-8) beschrijft zeer gedetailleerd hoe koning Salomo, de zoon van David, de Tempel bouwde. De Tempel van Salomo is ook bekend als de Beit HaMikdash (de eerste tempel).
Hoewel alle archeologen het erover eens zijn dat de eerste Tempel op de berg Moria stond, waarschijnlijk op de plaats van de Gouden Rotskoepel, is zijn exacte locatie niet bekend. Ongeveer 410 jaar nadat de Tempel gereed was, werd het vernietigd door de Babyloniërs toen zij Jeruzalem overwonnen, waarna er geen spoor meer van de Tempel is achtergebleven. Na deze vernietiging door de Babyloniërs gingen de meeste inwoners van Israël gedwongen in ballingschap.
Vijftig jaar later, toen Babylonië werd veroverd door Persië, mochten de Joden weer terug naar Jeruzalem. Onder leiderschap van Zerubbabel en Nehemia werden de Tempel en de muren rond de stad (Nehemia 4-6) herbouwd. Gedurende de eerste en tweede Tempel periodes was de Tempel het centrum van de Joden, zowel van de Joden in Israël als van de Joden in de diaspora. Voor het onderhoud werd door de Joden uit de hele wereld bijgedragen. De priesters en levieten dienden in de Tempel en drie keer per jaar, met Pasen, Sukkot en Shavuot, werden de Joden opgeroepen om naar Jeruzalem te komen om de Tempel te bezoeken.
Deze herbouwde Tempel staat bekend als de tweede Tempel. Het stond 420 jaar op dezelfde plaats als de eerste Tempel, op de berg Moria. De tweede Tempel is een aantal keren verbouwd en schijnt het mooist te zijn geweest in de tijd van koning Herodes.
De periode van de tweede Tempel eindigde met de vernietiging ervan door de Romeinen in het jaar 70. Het is mogelijk dat de Joden hebben geprobeerd om de tempel te herbouwen, maar dat is nooit gelukt. Meer dan 600 jaar was de Tempelberg een ruïne. De enige resten zijn de massieve muren die door Herodes gebouwd zijn om het platvorm waarop de Tempel stond te ondersteunen.
De connectie van de moderne Joden met Jeruzalem
Hoewel de Tempel al ongeveer 2000 jaar niet meer bestaat, blijft Jeruzalem het centrum van de Joodse wereld. De Tempel bestaat niet meer, maar de Joden geloven nog steeds in de heiligheid van deze plaats. De Joodse traditie geeft verder aan dat in het “einde der tijden”, gedurende de tijd van de Messias, een derde en laatste Tempel op de berg Moria zal worden gebouwd.
Vaak wordt gezegd dat de heiligste plaats in de wereld voor de Joden de Westerse Muur is. Dat is onjuist, de heiligste plaats voor de Joden is de berg Moria zelf, gelegen achter de muur.
De historische connectie van de Moslims met Jeruzalem
De connectie van de Islam met Jeruzalem begint pas veel later in de geschiedenis, gedurende de 7e eeuw AC. De centrale persoon van de Islam, Mohammed, is geboren en getogen in het gebied van het huidige Saoedie Arabië. Hij startte de Islam in het begin van de 7e eeuw (het eerst jaar van de Moslim kalender, de Hajira, komt overeen met het jaar 622 AC van de Christelijke kalender. Geleerden zijn het er over eens dat Mohammed was beïnvloed door het Judaïsme (en het Christendom). Deze invloed was zo groot dat het oorspronkelijke plan van Mohammed was om ook, zoals de Joden, Jeruzalem als richting tijdens het bidden te nemen. Later heeft Mohammed deze richting gewijzigd in Mekka in Saoedie Arabië. Deze plaats werd bekeerd van een heidens pelgrimsoord tot de “eeuwige stad” en centrum van de Moslim religie.
Na de Islam te hebben opgericht en het naar de overwinning voeren van Islamitische legers over heidense rivalen, stierf Mohammed. De legers van Mohammed zijn nooit tot Jeruzalem gekomen, maar zijn opvolger, kalief Omar, veroverde Jeruzalem op de Byzantijnen in 638. Toen Omar voor de eerste keer de ruines van de Tempelberg bezocht, bad hij met opzet in de richting van Mekka, zodat niemand zou kunnen denken dat hij in dezelfde richting als de Joden zou bidden. Het heiligste boek van de Islam is de Koran welke, volgens de Moslim traditie, de leer van Mohammed bevat. In tegenstelling tot de Bijbel, waarin Jeruzalem honderden keren wordt genoemd, komt het woord Jeruzalem nergens in de Koran voor. Wat is dan de religieuze connectie van de Islam met deze plaats? Om dat te kunnen beantwoorden moeten we iets meer te weten komen van de vroege geschiedenis van de Islam.
Ten tijde dat Omar in Jeruzalem arriveerde, in het jaar 638, was Mekka de richting waarin de Islam bad en de twee heiligste plaatsen waren Mekka en Medina. De Islam heeft, evenals het christendom, veel spirituele wortels in het Judaïsme en accepteerde de Joodse connectie met de tempelberg. Een eerdere Islamitische naam voor de Tempelberg was Bayt al-Maquewdis (“Heilige Tempel”). De huidige gebruikte naam is al-Ouds, deze naam is gebaseerd op het Hebreeuwse woord voor “heilig”. Moslims gebruikten soms ook de term Sahyun of Sihyun, Arabisch voor “Sion”.
Historici geven verschillende redenen aan voor het door de Moslims aanwijzen van heilige plaatsen op de Tempelberg. Het ontstaan van de Islamitische Umayyid dynastie in het jaar 658 valt gelijk met een periode van instabiliteit in de Islamitische wereld, gekarakteriseerd door krachtmetingen en inlijvingen. Een(1) van de Vijf Pilaren (geboden; arkãn) van de Islam is Hajj, een pelgrimstocht naar de heiligste Islamitische stad, Mekka. In de tweede helft van de 7e eeuw verloor het in Damascus gehuisveste Umayyid kalifaat hun controle over Mekka. Het resultaat daarvan was dat er behoefte kwam om aan Mekka een minder grote rol toe te kennen en een alternatieve heilige stad dichter bij Damascus te zoeken. Dit lijkt de reden te zijn dat de kalief Abd al-Mailik in het jaar 688 begon met de bouw van de Rotskoepel, op de plaats waar vroeger de Joodse Tempel stond.
Een andere reden die Historici voor de aanwezigheid van een heilige plaats voor de Moslims in Jeruzalem aangeven is dat de kalief wilde wedijveren met de imposante kerk van de Heilige Sepulcher (=tombe).
Jeruzalem wordt nergens in de Koran genoemd, maar wat is dan de relatie met deze plaats? Het antwoord kan worden gevonden in de Koran in hoofdstuk 17 Sura. In dit hoofdstuk wordt een droom van Mohammed beschreven waarin hij midden in de nacht op een vliegend paard reist, welke een vrouwengezicht had en de staart van een pauw. Dit wordt, vrij vertaald, als volgt beschreven: “Glorie aan Hem, die Zijn knecht draagt in de nacht van de Heilige Moskee (Mekka) naar de verre moskee (al-masjid al-Aqsa)….”.
De huidige locatie van al-Aqsa (de “verre moskee”) in Mohammed’s droom wordt nergens genoemd. Sommige vroegere Moslims verstonden “verre moskee” als iets metaforisch, of een plaats in de hemel. In de tweede helft van de 7e eeuw claimde het Umayyid kalifaat de Tempelberg als zijnde de plaats van de “verre moskee”. De originele moskee, die waarschijnlijk heeft gestaan op de plaats waar Omar voor het eerst bad toen hij in Jeruzalem arriveerde (in 628), is gebouwd door kalief al-Walid in het begin van de 8e eeuw. Daarna is het een paar keer vernietigd door aardbevingen en later weer herbouwd.
De Koran beschrijft hoe Mohammed, nadat hij bij de al-Aqsa was gearriveerd, in de hemel is opgenomen (al-Mi’raj = “de opname”), hierbij vergezeld door de engel Gibril (Gabriël) en hoe hij reisde door de hemelen en sprak met Allah en andere profeten. Het kalifaat Umayyid, dat in Jeruzalem zetelde, claimde dat de plaats van Mohammed’s opname in de hemel precies die plaats was waar nu de Rotskoepel staat. Deze Rotskoepel is dan ook gebouwd als nagedachtenis aan deze gebeurtenis.
Vanaf het jaar 638 tot en met 1917 (met uitzondering van de bezetting door de Kruisvaarders van 1099 tot 1187), was Jeruzalem in handen van verschillende Islamitische dynastieën welke waren gezeteld in Syrië, Egypte en Turkije. Terwijl Jeruzalem een pelgrimplaats was, heeft geen van de Islamitische dynastieën van Jeruzalem hun hoofdstad gemaakt. De enige andere groepering die in de afgelopen 3000 jaar Jeruzalem als hoofdstad had, waren de Kruisvaarders (van 1099 – 1187).
Moderne realiteiten in Jeruzalem
Van 1918 tot 1948 stond het land Israël onder gezag van de Britten die het in de 1e wereldoorlog veroverden van de Ottomaanse Turken. De staat Israël bestaat sinds 1948, toen de helft van Jeruzalem, inclusief de gehele Oude Stad en de Tempelberg, onder het koninkrijk van Jordanië viel. Tijdens de 6-daagse oorlog in 1967 veroverde Israël, voor de eerste keer in 2000 jaar, weer de Tempelberg die daarmee weer onder Joods gezag kwam.
Jeruzalem betekende niets volgens het PLO convenant van 1964. Daarin wordt Jeruzalem niet eens genoemd. Pas nadat Jeruzalem weer in handen kwam van de Joden werd Jeruzalem in het nieuwe PLO convenant van 1968 met naam genoemd.
Men zou verwachten dat Israël meteen de Moslims zou hebben weggestuurd en de controle zou hebben overgenomen van de heiligste plaats voor de Joden. Dat is echter niet gebeurd, deze plaats wordt bestuurd door de Wakf (een Religieuze Moslim groepering). Ook nu, hoewel Israël technisch gezien het gezag over deze plaats heeft, is deze in handen van de Moslims. Het is de Joden wel toegestaan deze plaats te bezoeken, maar ze mogen er niet bidden.
Conclusie
Het Hebreeuwse woord Jeruzalem bevat het woord voor vrede (shalom). Jeruzalem wordt vaak aangehaald als de stad van vrede. Het is daarom ironisch dat deze stad de spil is van het Arabisch-Israelisch conflict. Er bestaan geen simpele oplossingen voor moeilijke problemen. Al helemaal niet als er religieuze en nationale belangen mee gemoeid zijn. Alleen door een objectieve benadering en begrip van de problemen mogen we hopen dat er eindelijk een oplossing zal komen.
Laten we hopen dat met de nieuwe Palestijnse leider, Abbas, beter zaken is te doen dan met Yasser Arrafat, de eerste tekenen zijn in ieder geval hoopvol.
Noten
(*1) Yasser Arafat: Abdel-Rahman Abdel-Raouf Arafat al-Qudwa al-Hoesseini (Yasser Arafat is een pseudoniem ), werd in 1929 geboren in Cairo. Zelf zei hij echter dat hij in Jeruzalem is geboren.
Tijdens zijn studie civiele techniek aan de universiteit van Cairo wordt Arafat leider van de Unie van Palestijnse Studenten. Hij vervult zijn dienstplicht in Egypte en is zodoende in 1956 betrokken bij de oorlog met Israël over het Suez-kanaal. Na de oorlog werkt hij als ingenieur in Koeweit. In die periode richt hij de nationalistische beweging Al Fatah op, die later zou opgaan in de PLO(*2). Al Fatah is van oorsprong een terroristische organisatie.
(*2) PLO: De PLO, opgericht in 1964, streeft naar de stichting van een Palestijnse staat. Jarenlang stond in het handvest dat de organisatie de vernietiging van de staat Israël nastreeft. Deze bepaling is formeel pas in december 1998 geschrapt, hoewel Arafat al lang beweerde dat die bepaling geen betekenis meer had.
Arafat lag bij zijn achterban geregeld onder vuur, vooral toen Israël in juni 1982 Libanon binnenviel en de PLO verjoeg. Hij handhaaft echter zijn leiderschap en roept in 1988 de Palestijnse staat uit in de Gazastrook en de westelijke Jordaanoever.
Bronnen
Bahat, Dan. The Illustrated Atlas of Jerusalem. New York: Simon & Shuster, 1990.
Ben-Dov, Meir. In the Shadow of the Temple Mount – The Discovery of Ancient Jerusalem.
Gil, Moshe. A History of Palestine.
Mazar, Benjamin. The Mountain of the Lord – Excavating in Jerusalem.
The Holy Land – An Oxford Archaeological Guide from Earliest Times to 1700.
Prawer, J, and Ben-Shammai, H. The History of Jerusalem – The Early Muslim Period.
Shanks, Hershel. Jerusalem – An Archaeological Biography.
©Marcel Koster voor FAQ 2005