Is er een conflict tussen evolutie en Jodendom?
Geschreven door Rabbijn prof. Efrayim Sprecher, vertaald door Devorah
Tora en wetenschap zijn absoluut met elkaar te verenigen. Jodendom dringt er op aan dat het bestaan van de wereld niet het resultaat is van een blinde kansberekeningen maar een doordachte daad van het scheppen. Het Jodendom laat wél ruimte over hóe de schepping verlopen is en wat het effect hierin was. Daarom is er geen bezwaar voor de Evolutietheorie, zolang Hasjem Alleen de Veroorzaker van dat proces is. Rabbi Ovadia Seforno leert dat de creatie van Adam een lang proces was dat begon bij een dier dat geleidelijk aan zich ontwikkelde tot een schepsel dat de G’ddelijke ziel, de nesjomme, en het beeld van G’d ontving. Rav Kook legt uit dat het volk Israel geestelijk in 49 niveaus van heiligheid ontwikkelde. Ook maakt Hasjem gebruik van evolutie op gebied van het fysieke proces van creatie. De gematriale waarde van teva, natuur, is het zelfde als Elokiem.
Er bestaan verbazingwekkende overeenkomsten tussen creationisme die geleerd wordt in Bereesjiet/Gen. 1 en 2 als in de Evolutietheorie. Eerst werd het licht geschapen, toen het firmament, gevolgd door de zee, land en vegetatie. De schepping van de Hemelse lichamen werd door vissen en vogels opgevolgd en deze weer door de landdieren. Uiteindelijk, als hoogtepunt van Hasjems werk, werd de mens gecreëerd.
Inderdaad, de omschrijving van de schepping is een natuurlijke progressie dat juist de G’ddelijke oorsprong benadrukt, omdat geen sterveling ten tijde van Mosje had kunnen weten dat moderne geologen ook zouden geloven dat planten en op watergebaseerde dieren als eerste geschapen werden. De RaMBaN schrijft, met betrekking op Bereesjiet 2:7, over begeleidde evolutie van leven vanaf de inerte kwestie tot aan Adam. Daarom spreekt de RaMBaN, met betrekking tot de zes scheppingsdagen, over zes perioden of zes stadia van schepping. In ieder geval was de lengte van de eerste drie dagen voor de schepping van de zon anders geweest dan de lengte van onze huidige maat van tijd dat op de zon is gebaseerd. ‘want 1000 jaar is voor Jou als gisteren…’ Tehilliem/Ps. 90:4. Dit geeft aan dat tijd van schepping, hoe lang deze ook duurde, voor de Eeuwigheid niet relevant is.
De traditionele Joodse methode van berekeningsjaren van de schepping van deze wereld lijkt op het eerste gezicht een probleem. Geen wetenschapper accepteert dat de wereld slechts 5769 jaar geleden is geschapen. Nochtans verdwijnt dit probleem met het gegeven dat de Joodse datum van de schepping van de moderne mens aan het einde van de zesde scheppingsdag voltooid werd. Wetenschap gaat akkoord met het gegeven dat de moderne mens niet ouder is dan ongeveer 6000 jaar.
De Tora ontkent niet dat de mens vanuit de aap is ontwikkeld, maar ontkent dat de mens een zielloos “mensaap” is. Wetenschap heeft nog maar recentelijk door hoe de mens zich vanuit de aap heeft ontwikkeld tot een wezen met spraak, gedachte, ziel en persoonlijkheid waardoor hij het gevoel voor hogere kwesties in het leven, zoals religie, moraliteit en ethiek, her/erkent. Tóch bestaat er geen enkel factor die de geboorte van leven of van natuurlijke evolutie kan uitleggen. Wetenschap legt de kwestie uit hoe de wereld functioneert. De Tora legt uit waarom de wereld is geschapen, hoe wij daarin moeten leven volgens de Wil van Hasjem.
Er is geen conflict tussen wetenschap en religie. Wetenschap openbaart de grootheid van G’d aan de wereld. Hoe meer onze wetenschappelijke kennis toeneemt, hoe meer wij in staat zijn de wonderen van de Schepping van Hasjem weten te waarderen.
©Rabbi prof. Efrayim Sprecher voor FAQ-online 2009