Het leven van Mosje ben Nachmanides (RaMBaN)
Leerstelling van de RaMBaN
Jaren lang bleef RaMBaN in zijn geboortestad wonen en onderhield zichzelf als arts (psychiater), vulde zijn meeste tijd met Talmoedstudie en schreef hij daar commentaren op. Ook was hij bekend met de Kabbalah. Hij noemde zichzelf, net als andere beoefenaars, Ba’alei ha-Jedi’ah, wat ´Meester van de Kennis´ betekent of hajode´iem, ‘zij die weten’. Echter een Kabbalist kunnen wij hem niet noemen, omdat hij eerder vanuit moreel principe de Kabbalah benaderde, dan vanuit de letter. Vanuit zijn psychologisch doch ook ietwat Kabbalistisch standpunt, meende RaMBaN dat het primaire doel van de mitzwot het verfijnen van onze zielen is i.p.v. het dienen van G´d of het helpen van G´d. Verfijnen van de ziel heeft te maken met jezelf afscheiden van de stoffelijke wereld. Dat kan middels meditatie of werken aan een goed doel om andere mensen te helpen.
Ook was hij van mening dat onze ziel net zilver is dat gemakkelijk dof kan worden.
RaMBaN voerde de term Jode´ei Chen in de Kabbala. Chen staat voor Chochmàh Nistaràh; verborgen wijsheid.
Een andere reden om hem geen Kabbalist te noemen, is het feit dat RaMBaN de ex nihilo verklaarde en erop stond dat alle attributen aan G´d toegeschreven dienden te worden. Vele Bijbelverhalen zag RaMBaN als een afschaduwing van de geschiedenis van de mensheid, waardoor hij tot de conclusie kwam dat de zes Scheppingsdagen een profetie van gebeurtenissen van de daarop volgende zesduizend jaar zou zijn. De zevende dag zou de typische Messiaanse millennium zijn. Ja’aqov en Esaw zouden de prototypen van Israël en Rome zijn en de oorlog van Mosje en Jehosjoe’a met de Amelekieten zou een profetie zijn van de oorlog tussen Elijahoe en Edom (Rome) voor de komst van Masjiach ben Dawid. Zijn mystieke kant en zijn beredenering waren eensgezind.