Een emotioneel hereniging tussen Sjoa’overlevende en een soldaat
Door Laura Berman; naverteld door Devorah
In het najaar van 1945, tilde een Sovjet-Russische militair een vijf jarige jongen op en paradeerde hem door een Litouwse synagoge. Deze was tijdens de nazi-bezetting gesloten. 65 jaar droegen de jongen en de militair elkaar in het hart. Zonder dat zij het van elkaar wisten, vertelden zij hun omgeving dit verhaal. Een songwriter uit Toronto heeft hierover ook een liedje geschreven.
De kleine jongen is de directeur van de Anti-Defamation League Avraham Foxman, waarin hij een grote rol speelt tegen raciale en religieuze onverdraagzaamheid en de Sovjet-Russische militair is de orthodoxe rabbijn van 91 jaar oud, Rabbijn Goldman, die nu in Oak Park (VS) woont. Tot een paar maanden geleden was hij g geestelijke en materiële gebied werkzaam in de Beaumont Hospital.
De dochter van de rabbijn, Rose Brystowski, vertelt dat zij dit verhaal ieder jaar horen. “Het is erg ontroerend, omdat het gaat over overleven, over een kind dat de toekomst van onze mensen symboliseert.”
Avraham Foxman leefde vier jaar met zijn katholieke nanny, gescheiden van zijn ouders en verborgen voor de nazi’s. Deze nanny redde zijn leven, maar leerde hem ook de grond te spuwen wanneer een Jood voorbij liep. Medio 1945 werd hij herenigd met zijn ouders. Zijn vader wachtte vier maanden op hem om met hem naar een synagoge voor Simchat Tora te kunnen gaan. “Dat was heel slim van hem, want het is een leuke feestdag voor kinderen,” vertelt Foxman, die zich nog levendig kon herinneren dat hij bij zijn eerste bezoek aan de synagoge een kruisteken maakte.
Rabbijn Goldman was als militair twee keer gewond geraakt. Hij heeft zijn ouders aan de nazi’s verloren en daarom was zijn terugkeer naar Wilno een gedenkwaardig moment. De concentratiekampen waren bevrijd en de Joden werden met hun families in heel Europa herenigd. In Litouwen was het niet meer een misdaad om Joods te zijn. De meesten waren gedispergeerd of uitgeroeid. Slechts 3.000 van de 100.000 Joden Wilno hebben de ramp van de Sjoa’ overleefd.
“Ben jij Joods?” vroeg een Sovjet-Russische militair aan de jongen. Deze knikte ‘ja‘. Goldman reageerde: “Ik heb duizenden mijlen gereisd zonder een Joods kind te zien”. Hij bukte zich en tilde de jongen op en danste met hem door de ruimte van de synagoge.
Noch de jongen en noch de militair vergaten de viering van de dag en het overleven van de buitengewone ramp die miljoenen en miljoenen Joden heeft getroffen.
Pas afgelopen zomer toen een Israëlische wetenschapper uiteindelijk het lied “The Man From Vilna” over het incident tussen een rabbijn uit Michigan en een jongen ontdekte, kwam Avraham Foxman achter dat de Joodse Sovjet-Russische militair, waarover hij in zijn boek “Never Again?” uit 2003 schreef, rabbijn Goldman was en dat hij nog steeds in leven is, woonachtig in de Verenigde Staten. De songwriter had Goldman als bron van het verhaal gecrediteerd.
Drie jaar geleden vertelde Foxman zijn verhaal in Yad Vashem, de Israëlische Holocaust Memorial Museum. Toevallig was daar een onderzoeker die met een zoektocht naar de dansende man in uniform begonnen was. Uiteindelijk vond zij het lied dat geïnspireerd was op rabbijn Goldsmans verhaal. Voor Foxman was deze dag een “een bitterzoete herinnering“. De soldaat – een vreemdeling – omhelsde hem in het openbaar, in een synagoge. Hij had het jongetje als een trofee rond de synagoge gedragen…
“Dat moment was de eerste keer dat iemand er voor zorgde dat ik me trots voelde,” vertelde Foxman, “als een verborgen kind wist ik niet wie of wat ik was“. Voor de beide mannen was de herinnering voor iedere buitenstaander onbereikbaar bevroren in de tijd.
“Ik heb altijd gedacht dat het verhaal een legende was,” herinnert Rose Brystowski zich. Daarom was zij ook stom verbaasd toen zij er achterkwam dat dit legendarisch kind uitgegroeid was tot een zeer vooraanstaande prominente man. “Dit laat zien dat ieder gebaar, iedere mitswe zoveel impact kan hebben,” legt zij uit.
Afgelopen donderdag 8 juli 2010 werden de twee mannen met elkaar herenigd en recintneerde de broche van herinnering van het belang van de viering van dit moment. “Het is een voorrecht om lang genoeg voor dit moment te mogen leven,” zei de hoogbejaarde Goldman tegen Foxman, “en het was het begin van mijn Joods leven”. Goldmans ouders en oudere broer hebben namelijke de invasie van de nazi’s niet overleefd. Voor Foxman was dit het begin als het verborgen kind dat zijn carrière ontwikkelde in het spreken in het openbaar over onrecht en haar. Voor de beide mannen was dus de herinnering aan de dans in de synagoge in Wilno van cruciaal belang. “Ik kwam thuis en vertelde mijn vader dat ik Joods wilde leven. Ook voor mij was dit het begin van mijn leven als Jood”.
Voor beide was de herinnering het moment dat het leven van belofte, vrijheid, geloof en vrede symboliseerde. Eindelijk werd de jongen en de militair die een gezamenlijke herinnering koesterden als twee volwassen mannen, tegen alle verwachtingen in, herenigd….
Bron: Chabad.org
test en het liedje luiden als volgt:
Abie Rotenberg:The Man From Vilna
I met a man last Sunday, who was on his way back home
From a wedding in Chicago, and was traveling alone
He said he came from Vilna, a survivor I could tell
And I helped him with his suitcase, he could not walk very well
A steward gave us coffee as we settled on the plane
And I asked him why he bothers, at his age there’d be no blame
He said “no simcha is a burden, though I miss my dear late wife”
And then he shared with me a story that has changed my view of life:
We danced round and round in circles as if the world had done no wrong
From evening until morning, filling up the shul with song
Though we had no sifrei Torah to clutch close to our hearts
In their place we held the future of a past so torn apart
I remember liberation, joy and fear both intertwined
Where to go and what to do, and how to leave the pain behind?
My heart said ‘go to vilna’, dare I pray yet once again
For the chance to find a loved one, or perhaps a childhood friend?
It took many months to get there, from the late spring to the fall
And as I, many others, close to four hundred in all
And slowly there was healing, darkened souls now mixed with light
When someone proudly cried out, ‘simchas Torah is tonight!’
We danced round and round in circles as if the world had done no wrong
From evening until morning, filling up the shul with song
Though we had no sifrei Torah to clutch close to our hearts
In their place we held the future of a past so torn apart
We ran as one towards the shul, our spirits in a trance
And we tore apart the barricade, in defiance we would dance
But the scene before our eyes shook us to the core
Scraps of siddur, bullet holes, bloodstains on the floor
Turning to the eastern wall, we looked on in despair
There’d be no scrolls to dance with, the holy ark was bare
Then we heard two children crying, a boy and girl whom no one knew
And we realized that no children were among us but those two
We danced round and round in circles as if the world had done no wrong
From evening until morning, filling up the shul with song
Though we had no sifrei Torah to clutch close to our hearts
In their place we held the future of a past so torn apart
We danced round and round in circles as if the world had done no wrong
From evening until morning, filling up the shul with song
Though we had no sifrei Torah to clutch an hold up high
In their place we held those children, am yisrael chai”
We danced round and round in circles as if the world had done no wrong
From evening until morning, filling up the shul with song
Though we had no sifrei Torah to clutch close to our hearts
In their place we held the future of a past so torn apart
Am yisrael chai
The Jewish people would live on
The Jewish people WILL live on