De tijdlijn van de Joodse geschiedenis en het antisemitisme

Geschreven door de redactie

Antisemitisme is bovennatuurlijk

Data van de jaartelling voor de gewone jaartelling zijn niet op het jaar af nauwkeurig. Het kan een jaar of enkele jaren schelen, doordat diverse bronnen kleine verschillen onderling aantonen.
De auteur van deze appendix heeft hierin de kracht van G´d ervaren, anders was zij niet in staat geweest zijn deze onbeschrijfelijke gruwelheden te schrijven, die het Joodse volk hebben ondergaan. Deze gruwelheden hebben naar schatting – de laatste 2000 jaar alleen al – 13.000.000 Joodse zielen gekost!

`Ik heb u geroepen om recht te doen;
Ik sta u ter zijde,
Ik waak over u.
Voer uit wat Ik Mijn volk beloofd heb en
wees voor de andere volken een licht.

‘Zij verbouwen het woeste land en bevolkt haar:
de woestijn zal bloeien als een narcis’
Jesajahoe 42:6; 35:1

5763 v.d.g.j. – 1280 v.d.g.j.

5763 v.d.g.j. herschepping van de aarde. Adam en Chava worden door HaSjem geschapen.
3064 v.d.g.j. geboortejaar (ongeveer) van Noah. Noah krijgt drie zonen: Sem, Cham en Jafet.
3000 v.d.g.j. groot aantal koninkrijken ontstaan in de zo genoemde ´Halve Maan´ in het Midden-Oosten. Het land is van Egypte, langs de Middellandse Zee naar het noorden en dan weer naar het Zuiden langs de Eufraat en de Tigris (Irak).
2464 v.d.g.j. de Zondvloed.
2270 v.Chr Toren van Babel onder bewind van Nimrod, afstammeling van Cham.
2114 v.d.g.j. sterfjaar (ongeveer) van Noah.
2000-1400 v.d.g.j. tijd van de aartsvaders.
2000-1900 v.d.g.j. aartsvader der Ismaëlieten en Israëlieten Avraham (Amoriet; wat Westerling betekent), nageslacht van Sem (één van de zonen van Noah; de Semieten), krijgt van G´d opdracht Ur (Oer) der Chaldeeën (Irak) te verlaten en naar Kanaän (Palestina) te trekken. Avraham heeft de hele ´Halve Maan´doorgelopen. Kanaän komt waarschijnlijk van het Choerritische woordje kinachjoe, wat puper betekent. Kanaän bestaat uit verschillende stammen en koninkrijkjes. Avraham leeft, na Kanaänitische opstandelingen, als geaccepteerde vreemdeling onder de Kanaänieten. Avraham wordt uiteindelijk als 175 jarige in Hebron (op de westelijke Jordaanoever) begraven. Tot en met de aartsvader Ja´akov (zoon van Yitzak en kleinzoon van Avraham) wonen de afstammelingen van Avraham in Kanaän, met zo nu en dan een trektocht (wegens omstandigheden) door het middenoosten.
1800 v.d.g.j. het Oude Assyrische Rijk: de stadstaat Assur die in handen van de Amoriet Sjamsji-Adad I komt.
1700 v.d.g.j. zit de eerste Semitische koning op de troon van de god-koning in Egypte. Hij en zijn opvolgers worden door de Egyptenaren Hyksos (hik-kjase) genoemd, wat hoofdmannen van de vreemde landen betekent. Volgens sommige de Egyptische overleveringen zouden het barbaarse mensen geweest zijn. Het tegendeel is wordt door andere bronnen bevestigd. Deze Semieten namen zonder problemen de Egyptische cultuur over. Deze mannen hebben ruim een eeuw over Egypte geheerst.
1660-1630 v.d.g.j. Yosef, zoon van Ya´akov komt in Egypte aan. Wordt middels slaaf en later een gedetineerde als dertigjarige de onderkoning van Egypte, onder koning Mentoehotep. De Hyksos zullen eerder geneigd zijn om een vreemdeling als Yosef een hoge positie te geven, dan een inheemse koning. Later komen Ya´akov en de gehele familie van Yoself in Egypte wonen.
1600 v.d.g.j. de Thebaanse koning Kamose (Ka-is-geboren), die de Hyksos niet kan verdragen, ontketent een bevrijdingsoorlog. De Hyksos worden naar de Noordelijke punt van de delta verdreven en zijn broer en opvolger Ahmosis I, verjaagt de Hyksos uit Egypte en verenigt het land. Deze oorlog gaat tientallen jaren duren.
1552 v.d.g.j. einde Hyksos-dynastie in Egypte.
1400 v.d.g.j. het Assyrische Middenrijk met o.a. koningen Assur-Oeballit I, Adadnirari I, Salmanassar I , Toekoelti-Ninoerta I en Tiglatpileser I.
1307-1305 v.d.g.j. Ramses I wordt farao van Egypte. De nakomelingen (Hebreeën genoemd) van Yosef en Ya´akov zijn inmiddels slaven en leven daar onder erbarmelijke omstandigheden. Slaven zijn staatseigendom zoals vee en zijn gebrandmerkt onder de naam Huis van Zilver, een Egyptische ministerie.
1305-1279 v.d.g.j. Seti I volgt Ramses I op. Seti I wordt bang voor de Hebreeuwse slaven, omdat zij talrijk zijn. Pasgeboren Hebreeuwse jongetjes moeten vanaf nu gedood worden. In deze periode wordt Mosje (Mozes) geboren. Hij ligt in een rieten mandje en dobbert over de Nijl, wanneer een prinses hem opmerkt. Hij groeit op als een prins aan het hof van Seti I. Hij wordt bekwaam in de letteren, wetenschap, sport en defensie. Nadat hij een wrede Egyptenaar vermoordt, vlucht Mosje het land uit, nadat een Hebreeuwse slaaf hem verteld dat hij de moord heeft gezien. Om de angst van Mosje voor de farao, mogen wij concluderen dat deze Egyptenaar of lid van de koninklijke familie of officier of koerier van de koning was, omdat moord op Egyptische hoogwaardigheidsbekleders op straffe van dood werd afgestraft. Hij komt in Midian aan (afstammelingen van Avraham en Ketoera) en wordt aan onderdak geholpen. Hij trouwt met de dochter van Jethro en krijgt een zoon. Ondertussen is hij in dienst bij Jethro als schaapsherder.
1279 v.d.g.j. Ramses II volgt als vijfentwintigjarige zijn vader Seti I op. De slaven krijgen onder zijn bewind het nog zwaarder.
1280 v.d.g.j. Mosje keert terug naar Egypte om zijn taak van G´d uit te voeren: het bevrijden van de Hebreeën uit de slavernij: de slavenontsnapping. Kort voor of na deze ontsnapping tekenen de Hettieten en Egypte een verdrag elkanders grenzen te respecteren. Verder zijn er vermoeden dat tijdens de nomadenleven die deze Hebreeuwse slaven leiden, dat er tijdens de uittocht en tijdens het nomadenleven, waarschijnlijk allochtone diverse familie en familiegroepen in dit volk op zijn gegaan. Men schat op 600.000 man. In het begin van de exodus zouden op een gegeven moment een familiegroepen van dit volk hebben afgescheiden. Zij zijn noordwaarts getrokken en zijn gelokaliseerd in Moab. Deze groep mensen blijven beweren door Mosje geleid te zijn. De rest blijft bij Mosje. Middels Mosje krijgt het volk van HaSjem Zijn inzettingen. Ook de Aron HaB´rit; Ark van het Verbond.

1240 v.d.g.j. – 860 v.d.g.j.
1240 v.d.g.j. Mosje overlijdt. Intocht van Israëlische stammen, o.l.v. Yehosua te Kanaän. Het volk marcheert, vecht, verovert en bouwen nederzettingen. Men vermoed dat er ook premozaïsche Israëlieten in het land wonen die niet gewend zijn aan de beeldloze verering van HaSjem. De Israëlieten keren eindelijk terug naar Kanaän.
1230 v.d.g.j. Ramses II overlijdt.
1210 v.d.g.j. inmiddels bejaarde Yehoshua roept te Sjechem de vooraanstaande personen van de stammen van Israël bij elkaar. Het volk wordt hier verenigd; de premozaïsche Israëlieten die daar altijd zijn blijven wonen en de Israëlieten waarvan hun voorouders slaven in Egypte zijn geweest. Inzettingen G´ds worden weer doorgesproken: het verbond van Yehoshua.
1200 v Chr. Kanaän heeft van om en nabij 1320 tot 1200 in een vreemde en duistere tijdperk geleefd van geweld. Vele steden liggen al in puin wanneer de Israëlieten terugkomen. Het land van de Hettieten houdt opeens op met haar bestaan. Boghasköy, de hoofdstad, wordt met de grond gelijk gemaakt. Slachtpartijen van plunderaars uit het noorden verwoesten en teisteren het hele Hettietische rijk. Ook de noordelijke gedeelte van Kanaän, waar de Feniciërs wonen, wordt niet gespaard, maar hebben wel de verwoestingen van hun havensteden overleefd door het ruime sop van de Middellandse Zee te kiezen en terug te komen wanneer de plunderaars weer doorgetrokken waren. De komende bijna twee eeuwen leven de Israëlieten in hun eigen streken die middels hun eigen stammen door Yehosua toentertijd aan gewezen werd.
1100 v.d.g.j. het volk wordt door Richters bestuurd. Het volk maakt de ene oorlog mee naar de ander. De Filistijnen zijn één van hun grootste vijanden.
1050 v.d.g.j. groepen Israëlieten trekken rond Israël onder leiden van profeet Shemuel (Samuël). Men profeteert met tamboerijnen en fluiten. Dit is een reactie op één van de zoveel oorlogen met de Filistijnen. Helaas is de inhoud van de profetieën niet bewaard gebleven. In ieder geval is het feit dat profeten als Shemuel het volk geestelijk overeind houdt waardoor zij de wil behouden om zich te blijven verzetten tegen de Filistijnen.
1020 v.d.g.j. Sh´aul, uit de stam Binyamin, wordt door profeet Shemuel gezalfd als eerste koning van Israël. Sh´aul vecht tijdens zijn regeringsjaren tegen Filistijnen, Moabieten, Ammonieten, Edomieten en Amalekieten. Sh´aul heeft veel huurlingen en soldaten voor zijn leger gerekruteerd. Uiteindelijk bestaat zijn leger uit drieduizend man. Zijn voorkeur zijn mannen uit zijn eigen stam, maar hij neemt ook buitenlanders en mensen uit andere Israëlische stammen aan. Één van hen is de jonge officier Dawid uit de stam Yehuda. Met Dawid krijgt hij een haat-liefdesverhouding. Dawid trouwt met de dochter van Sh´aul en wordt bevriend met zijn zoon Yehonatan (Jonathan). Hij vervolgt Dawid meerdere malen om te trachten hem te doden.
1000 v.d.g.j. Sh´aul pleegt zelfmoord in de heetst van de strijd tegen de Filistijnen. Drie zonen sterven die dag met hem. De lijn van leiderschap vertakt in een richter-koning en een priester-profeet. Uiteindelijk zal de door Shemuel gezalfde dertigjarige Dawid hem opvolgen. Dawid krijgt eerst heerschappij over Yehuda. De zoon van Sh´aul, Ish-Bosheth, regeert twee jaar over Israël.
992 v.d.g.j. Dawid wordt koning over heel Israël. Jeroeshalaijim; Jeruzalem, (heette eerst Jebus) wordt de hoofdstad van Israël. Diens zoon Sh´lomo volgt hem op. Sh´lomo mag de eerste Tempel voor HaSjem bouwen. De Tempel is 30 meter lang, ruim negen meter breed en ruim veertien meter hoog. Daar komt de Aron HaB´rit te staan. In zijn regeringsjaren is Israël uiterst welwarend. Alleen in zijn laatste jaren beschikt Sh´lomo niet meer over betaalmiddelen om al die gebouwen die hij in zijn koninkrijk bouwt, af te betalen en geeft een gedeelte van het Heilige Land aan de Feniciërs (crediteuren) met twintig Galilese steden (w.o. Akko). Er wordt een opstand tegen S´hlomo beraamd door Yarobam, de zoon van Nebat. Deze moet vluchten naar Egypte. In Egypte heerst inmiddels een andere farao die, in tegenstelling tot zijn voorgangers, aast op het Rijk van Yehuda en Israël. Sh´lomo wordt uiteindelijk verleid tot heidendom die hij naar Jeroeshalaijim brengt.
928 v.d.g.j. dood van Sh´lomo. Yarobam komt terug uit Egypte. Yarobam eist de noordelijke gedeelte van Israël op. Stam Benyamin zit precies tussen de twee rijken in en wordt een toneel van voortdurende burgeroorlogen. Rehabam, een zoon van Sh´lomo wordt koning over het Zuidelijke Rijk, Yehuda, het Huis van Dawid. Doordat hij tegen de leiders van de Noordelijke stammen in zijn harnas jaagt door te dreigen dat hij hen hardvochtiger zal bejegenen dan zijn vader Sh´lomo, wordt de scheiding van het Rijk Israëls een feit. De leiders van de Noordelijke stammen benoemen Yarobam officieel tot koning.
922 v.d.g.j. Rehabam neemt als één van de zonen van Sh´lomo de troon en het rijk Israël wordt weer in twee rijken verdeeld: Huis van Israël (Beth HaYizrael; Noord) en het Huis van Yehuda (Beth HaYehuda/HaDawid; Zuid).
923 v.d.g.j. farao Sjisjak, een Libiër, valt de rijken van Israël binnen en laat een spoor van plunderingen achter. Yarobam (Noord) maakt van Sjechem zijn hoofdstad. Om Jeroeshalaijim naar de kroon te steken, maakt hij van Bethel en Dan een centra van erediensten voor het heidendom.
915 v.d.g.j. Rehabam (Zuid) sterft en zijn zoon Abia volgt hem op.
913 v.d.g.j. Abia (Zuid) sterft en zijn zoon Asa volgt hem op.
901 v.d.g.j. Yarobam (Noord) sterft en zijn zoon Nadab volgt hem op.
900 v.d.g.j. het Nieuwe Assyrische Rijk met o.a. koningen Adadnirari II, Assurnasirpal II, Tiglatpileser III, Sargon II, Sanherib, Esarhaddon, Assurbanipal.
899 v.d.g.j. Nadab (Noord) wordt vermoord door de g´ddeloze militair Baäsja uit de stam Yisas´char. Baäsja wordt door de profeet Yehu tot koning benoemd en Baäsja roeit de hele familie van Yarobam uit.
877 v.d.g.j. Baäsja (Noord) sterft en zijn zoon Ela neemt de troon voor ongeveer twee jaar over.
876 v.d.g.j. Ela (Noord) wordt vermoord door Zimri en Zimri benoemd zichzelf koning en roeit de hele familie van Baäsja uit. Na zeven dagen komt Zimri om in de door hemzelf aangestoken vlammenzee in het paleis. Zimri kreeg namelijk niet de benoeming tot koning door een profeet of steun van het volk. Legeraanvoerder Omri wordt koning. Hij is, in de korote tijd dat hij koning is, in geslaagd om rust te brengen in Israël (Noord). Hij sluit vrede met Yehuda (Zuid). Om het bondgenootschap tussen Israël en Fenicië veilig te stellen, moet zijn zoon Ahab trouwen met Izebel uit Tyrus, de dochter van koning Esjbaäl van Sidon (Fenicië). Hij bout Samaria en Samaria wordt de hoofdstad waar Omri zetelt. Hij zet een stempel op zijn land, waardoor de Assyriërs na anderhalve eeuw het nog steeds ´het land en het huis van Omri´ noemen. Omri heeft tevens de Moabieten in de hand.
873 v.d.g.j. koning Asa (Zuid), een fanatieke strijder tegen Kanaänitische praktijken, sterft. Zijn zoon Yehoshaphat volgt hem op. Yehoshaphat is een goede koning en strijdt met de Wetboek G´ds tegen de Kanaänitische heidendom. Yehoshaphat voert op buitenlands niveau een de politiek van de gewapende vrede. Hij vijzelt de economie behoorlijk op, waardoor vijanden als de Filistijnen hem belastingen moeten verbalen in vorm van zilver en dergelijke. Van Levieten, priesters en clanhoofden laat hij een soort hooggerechtshof vormen die hij in Jeroeshalaijim laat stationeren.
869 v.d.g.j. Omri deed wat kwaad was in de ogen des Heeren´ en sterft. Zijn zoon Ahab volgt hem op. Ook Ahab houdt de vrede stand tussen de twee verscheurde huizen van Israël. Om dit tot stand te houden, laat koning Ahab zijn dochter Atalyahu trouwen met de kroonprins van het Huis van Yehuda (Zuiden), Yehoram de zoon van Yehoshaphat (Zuid). Ahab´s G´d HaSjem stond bij hem op nummer één, echter hij was te tolerant door zijn prgrootvadergandistische vrouw Izebel en hij zet haar g´d Baäl gelijk aan HaSjem, waardoor hij in conflict raakt met profeet Eliyahu. Dit komt tot een climax wanneer koningin Izebel vele profeten van HaSjem laat executeren.
860 v.d.g.j. een langdurige droogte is het gevolg van de executie van diverse profeten van HaSjem. Er heerst hongersnood en vele zijn de wanhoop nabij door zichzelf te verkopen als slaaf om toch aan eten te kunnen komen. Op verzoek van Eliyahu organiseert Ahab een wedstrijd tussen HaSjem en Baäl. Dit vindt op de berg Karmel plaats. Baäl en zijn vierhonderd profeten haalt niets uit en HaSjem laat het regenen. Eliyahu laat vervolgens deze Baälprofeten doden. Er komt einde aan de droogte doordat Eliyahu op Karmel voor regen bidt. Koningin Izebel ontsteekt in woede en laat Eliyahu vervolgen, die op zijn beurt vlucht.

854 v.d.g.j. – 746 v.d.g.j.
854 v.d.g.j. De koning van Damascus, Benhadad, bedreigt Samaria. Middels een profeet van HaSjem overwint Ahab deze moeilijke strijd.
853 v.d.g.j. een verbond tussen koning Ahab en koning Benhadad. Reden is de Assyrische dreiging onder koning Salmanasser III.
850 v.d.g.j. koning Ahab (Noord) sneuvelt op het slachtveld tussen Assyriërs tegen Ahab en zijn alliantie koning Yehoshaphat (Zuid). Dit kostte het verbondschap tussen hemzelf en koning Benhadad. Yehoshaphat (Zuid) moet als gewonde snel terug naar Jeroeshalaijim waar hij berispt wordt door profeet Yahu (899 v.d.g.j.), om het feit dat hij een alliantie had gesloten met de zondaar Ahab (Noord). Zijn zoon Ahazya volgt hem voor twee jaar op.
849 v.d.g.j. Ahazja (Noord) valt uit het raam en valt dood. De andere zoon van Ahab, Yehoram (niet de zoon van Yehoshaphat), volgt zijn broer op en hij sluit de dynastie van Omri af. Echter heeft koningin-moeder Izebel achter de schermen de gehele macht in het Noordelijke Rijk.
844 v.d.g.j. sterfjaar van de inmiddels zestigjarige Yehoshaphat (Zuid). Yehoshaphat is volgens Flavius Josephus (geschiedschrijver) luisterrijk begraven in Jeroeshalaijim, omdat hij de grote daden van koning Dawid had nagevolgd. Zijn zoon Yehoram volgt hem op. Helaas introduceert hij door zijn huwelijk met prinses Atalja, de dochter van koning Ahab en koningin Izebel, het heidendom in Yehuda (Zuiden). Hij doodt zijn zes broers om de gehele erfenis te mogen opstrijken.
842 v.d.g.j. legeraanvoerder Yehu (dus niet de profeet) doodt Yehoram (Noord) nadat hij door een boodschapper van profeet Elisha (opvolger van Eliyahu) hem tot koning heeft gezalfd over de Noordelijke Rijk. Yehu laat koningin-moeder Izebel uit het raam gooien, waar ze in haar eigen bloed ligt, door de paarden vertrapt wordt om tot slot opgegeten te worden door de honden. Yehu slacht de gehele familie van Ahab af. Yehu maakt korte metten met het heidendom, verwoest alle heidense tempels, doodt alle heidense priesters en Baälaanbidders.
841 v.d.g.j. de invasie van Asyrië in Mesopotamië tot aan de Middellandse Zee o.l.v. koning Salmanassar III. Koning Yehu is bang en biedt koning Salmanassar schattingen aan. Koning Salmanassar kent geen medelijden en laat een bloedige zuivering in het Noordelijke Rijk achter.
837 v.d.g.j. Ahazya volgt zijn vader de wrede Yehoram (Zuid) op.
836 v.d.g.j. koningin Atalyahu volgt, als dochter van Ahab, koning Ahazya (Zuid) op. Ze is oppermachtig. Hoe komt ze op de troon? Omdat haar zoon Ahazya (Noord) en haar broer Yehoram (Noord) in de naam van HaSjem door Yehu vermoord werden (samen met zeventig halfbroers als priesters en Baälvereerders), valt zij het Rijk van Yehuda; Huis van Dawid aan. Ze laat alle mogelijke opvolgers van koning Dawid vermoorden. In dit jaar is ze klaar met haar wraak en bestijgt de troon van Yehuda. Slechts één kind kan uit haar handen blijven en dat is haar eigen kleinzoon Yoas. Deze wordt door priester Yehoyada in het geheim in de Tempel opgevoed. Zijn vrouw Yehosheba is de tante van Yoas.
831 v.d.g.j. Yoas volgt als zevenjarig jochie zijn oma Atalyahu op (Zuid), nadat zij gedood werd toen zij Yoas in de Tempel wilde aanvallen. Yoas is de zoon van koning Ahazya (Zuid). Omdat Yoas nog te jong is, wordt zijn tante Yehosheba voorlopig regent. Koning Yoas wilt de Baälverering in zijn land, dat door zijn oma Atalyahu in Yehuda werd geïntroduceerd, afschaffen en de Tempel in oude glorie te herstellen. Helaas zwakt zijn gedrevenheid hierin af doordat de aristocratie meer vrijheid m.b.t. Baäl eisen. Hij kan niet tegen hen op, omdat zijn mentor tante Yehosheba reeds gestorven is. Yoas moet met kostbaarheden uit de Tempel vrede kopen van koning Hazaël van Syrië.
815 v.d.g.j. sterfjaar van koning Jehu (Noord). Yehoachaz volgt hem op. Het land raakt nog verder in verval. De ene overheerser op de andere lossen elkaar af.
801 v.d.g.j. Yoas volgt zijn vader Yehoachaz (Noord) op en maakt van de Noordelijke Rijk weer een machtig en welvarend land. Hij maakt gebruik van de nederlaag van de machtige Assyriërs. Yoas is bescheiden. Op de sterfbed van Elisha vraagt Elisa hem een pijl af te schieten uit het raam van zijn sterfbed. De koning doet wat Elisha van hem vraagt. Elisha spreekt van een pijl der overwinning des Heeren die Yoas op Syrië zal behalen. Dan vraagt Elisha of de koning zijn andere pijlen over de vloer wilt strijken. De koning strijkt vanuit zijn bescheidenheid de pijlen drie maal over de vloer. Elisha raakt geïrriteerd omdat iedere streek van de pijlen één overwinning op Syrië betekende. Wel nu, als koning Yoas zijn pijlen nu zes keer over de grond zou strijken, zou hij Syrië compleet vleugellam geslagen hebben i.p.v. drie overwinningen. Helaas raakt Yoas Samaria bijna kwijt aan de Arameeërs.
797 v.d.g.j. koning Yoas (Zuid) wordt door zijn bedienden vermoord. Zijn zoon Amasyahu volgt hem op en doodt de moordenaars Yozakat en Yozabat. Amasyahu (Zuid) daagt koning Yoas (Noord) uit voor een oorlog. Koning Yoas waarschuwt hem nog met de parabel: Op een keer, het was in het Libanongebergte, deed de doornstruik aan de ceder het verzoek: Huwelijk uw dochter uit aan mijn zoon. Maar er kwamen wilde dieren voorbij en die vertrapten de doornstruik. U hebt Edom dapper verslagen, Amasja, maar de overwinning is u naar het hoofd gestegen. Wees tevreden met deze roem en blijf thuis. Waarom zou u zich in het ongeluk storten en in uw val Juda meeslepen?’ 2 Koningen 14:9. Zo eigenwijs dat Amasyahu is, valt hij koning Yoas (Noord) toch aan en Yoas neemt, naast dat hij de muren van Jeroeshalaijim afbreekt en de Tempel plundert, hem als krijgsgevangene mee naar het Noordelijke Rijk van Israël. Koning Yoas zet Amasyahu weer op zijn troon als een vernederde koning van het Zuidelijke Rijk.
786 v.d.g.j. volgt Yarobam II koning Yoas (Noord) op. Yarobam profiteert van de zwakte van de Assyriërs en nadat koning Amasyahu (Zuid) door zijn zoon Uzziyah opgevolgd zal worden, heroveren zij samen de verloren gebieden en handelsroutes. Het land komt weer in dezelfde staat als in de tijd van koning Dawid (992). De elite baden in rijkdommen en de armen worden armer doordat alle successen economische successen zijn. Heidense praktijken en vruchtbaarheidsculten zijn populair.
780 v.d.g.j. koning Amasyahu (Zuid) wordt vermoord middels een samenzwering waarvoor hij op de vlucht slaat. Zijn achtervolgers halen hem in en vermoorden hem. Zijn zoon Uzziyah volgt hem op. Hij schijnt één van de beste koningen van het huis van Dawid; Zuidelijke Rijk, te zijn. Als koning wordt hij Uzziyah genoemd, maar privé wordt hij Azaryah genoemd. Uzziyah lijft Edom en het land van de Filstijnen weer in en bracht het Zuiden weer tot een aanzienlijk land. De muren van Jeroeshalaijim wordt weer opgebouwd en hij bouwt de haven van Elat aan voor de handelsvaart op de Rode Zee. Doordat hij ook vrede heeft gesloten met koning Yarobam II van het Noorden, raken de beide rijken in een zeldzame bloeiperiode. De Bijbel is vol lof over het geloof van Uzziyah, die hierin zijn vader opvolgt. Echter laat hij de offeranden aan afgoden door zijn onderdanen toe. Voor straft krijgt hij melaatsheid. Maar deze straf had nog een oorzaak. Uit hoogmoed wilt Uzziyah zelf in de Tempel gaan offeren, terwijl de hogepriester en de tachtig priesters hem terechtwijzen op het feit dat dit een priesterlijke privilege is. Uzziyah wordt boos en ter plekke brak zijn melaatsheid uit. Zijn Yotam wordt regent, omdat Uzziyah afgezonderd moet worden.
761 v.d.g.j. In deze heidense tijd van Yarobam II, stuurt G´d profeet Amos uit Yehuda (Zuid): Ga naar Mijn volk Israël (Noordelijke Rijk) toe als Mijn woordvoerder. Hosje´a (Hosea) is zijn tijdsgenoot die het Verbond tussen HaSjem en Israël als een huwelijk ziet. Israël pleegt overspel door zichzelf in te laten met heidendom. Ook Mikhah (Micha) profeteert in deze periode tegen Israël. Amos is ook de eerste profeet die over de dreigende ballingschap spreekt wanneer Israël niet tot inkeer komt (zie verborgen stammen van Israël).
752 v.d.g.j. stichting van Rome. De manier waarop is een mysterie.
746 v.d.g.j. sterfjaar van Yarobam II (Noord). Zijn zoon Zekaryah volgt hem voor zes maanden op, maar wordt vermoord door Sjalloem, zoon van Jabesj, die zichzelf uitroept tot koning. Zekaryah is de laatste koning uit het huis van Yehu (Noord). Zekaryah was de 4e koning van dit huis. Wat beloofde G´d aan Yahu toen Yahu afgoderij uit zijn land verbande? U hebt juist gehandeld en gedaan wat Ik van u vroeg, u hebt Mijn plannen met het koningshuis van Achab uitgevoerd. Daarom zullen uw zonen u tot in het vierde geslacht opvolgen als koning van Israël.’ II Koningen 10:30. Maar Sjalloem houdt het niet langer dan één maand vol, want hij wordt door Menahem, de zoon van Gadi, vermoord. Menahem betaalt schatting aan de koning van Assyrië, Tiglatpileser III. Israël telde ongeveer achthonderdduizend inwoners.

739 v.d.g.j. – 621 v.d.g.j.
739 v.d.g.j. sterfjaar van koning Menahem (Noord) en zijn zoon Peqahyah volgt hem op. Dezelfde jaar wordt hij vermoord door de legerofficier Peqah, zoon van Remalyah. Men vermoed dat dit niet zijn echte naam is, maar zijn naam aan zijn voorganger aanpast om zo makkelijker aan de troon te kunnen komen. Dit jaar is ook het sterfjaar van koning Uzziyah (Zuid). Yotam, zijn zoon volgt hem op. Peqah (Noord) weigert Tiglatpileser schattingen te betalen. Rond dit jaar begint de carrière van profeet Yeshayahu. Er wordt gedacht dat Yeshayahu van koninklijke bloede was, omdat hij zich gemakkelijk aan het hof van de koning beweegt.
735 v.d.g.j. sterfjaar van koning Yotam (Zuid) en koning Yehoahaz (Ahaz) neemt de troon van zijn vader over.
732 v.d.g.j. Als antwoord op Peqah´s (Noord) opstand trekt koning Tiglatpileser Samaria binnen. Door de dood van Yarobam II was Israël immers erg instabiel. Peqah tracht een alliantie te vormen met koning Ahaz (Zuid), koningin Rezin van Damascus. Koning Ahaz weigert. Peqah wordt boos en gaat samen met koningin Rezin een oorlog aan met Ahaz. Ahaz roept in wanhoop hulp van Assyrië.
730 v.d.g.j. koning Peqah wordt vermoord door Hosje´a, de zoon van Ela. Hosje´a blijft koning van het Noordelijke Rijk tot 722.
728 v.d.g.j. koning Tiglatpileser III sterft. Hij heeft in 18 jaar Assyrië tot een machtig rijk gemaakt. Ook Hosje´a (Noord) betaalt geen schatting aan Assyrië, de opvolger van Tiglatpileser, Salmanassar V.
722 v.d.g.j. Hosje´a (Noord) tracht een alliantie te vormen met Egypte. Antwoord van Salmanassar is de val van Samaria (Noord). Israëlische bevolking van de Noordelijke Rijk worden gedeporteerd en worden verspreid door diverse gebieden in de Assyrische Rijk, Hamath en Midan en andere nomadische Arabische bevolkingsgroepen in de woestijn. Deze zullen zich vermengen met de overgebleven autochtone Israëlieten en vormen de voor ons bekende Samaritanen. In het verslag de verloren stammen kunnen wij enigszins een beetje achterhalen waar de nakomelingen van het Noordelijk Rijk terecht zijn gekomen. Volgens archeologen groeit Jeroeshalaijim nadat Samaria is gevallen. Alleen Yehuda, het huis van Dawid, lag tussen de Assyrische Rijk en Egypte. We zien hier bewezen wat het verslag de verloren stammen van Israël aangeeft: de dynastie van Dawid ligt verankerd in Yehuda. Koning Ahaz (Zuid) had een suzereiniteitsverdrag afgesloten met de toen de nog levende Tiglatpileser III van Assyrië. Dit leverde hem een onwankelbare dynastie op wat Tiglatpileser trouw bleef. Het leverde Assyrië namelijk een heerschappij op over Israël. Koning Ahaz laat een duplicaat van een altaar in Damascus (Armenische) namaken en zet die in de Tempel naast het altaar van Sh´lomo en Ahaz aanbidt HaSjem bij dit altaar die hij alleen mag gebruiken. Dit is de eerste keer dat in het centrum van Yehuda, waar HaSjem geëerd wordt, een heidens gebruiksvoorwerp wordt overgeplant. Maar niemand durft een vinger naar de afstammeling van Sh´lomo, Ahaz, uit te steken. De Assyriërs hebben hun heidendom nooit opgedrongen aan de bewoners van hun ingenomen grondgebieden. Ahaz heeft vrijwillig ook hún heidendom in Yehuda geïntroduceerd. Het is niet weg te denken dat Ahaz dit heeft gedaan om in de gunst van de Assyriërs te blijven. M.n. in de heersende klasse. Inmiddels zijn de Assyrische culturen vermengd met die van de Arameërs. De Assyriërs beschouwen de Arameeërs als Assyrische bevolking. Het is jammer dat koning Ahaz zich niet wendde tot Yeshayahu ipv tot koning Tiglatpileser. Yeshayahu walgde van zijn luiheid en zijn weelde, waardoor de amen onnodig nog armer worden. Hij walgde van de zielloze moraliteit en de misbruik van HaSjem. De pakt met Assyrië zal Yehuda nog duur komen te staan. Sterfjaar van Salmanassar van Assyrië. Sargon II volgt hem op.
715 v.d.g.j. sterfjaar van koning Ahaz (Zuid) en zijn zoon Hizqiyahu neemt de troon over. Hizqiyah is heel anders dan zijn vader. Hij is een hervormer en had HaSjem lief. Hizqiyahu luistert graag naar Yeshayahu. Na enigszins twijfelen neemt hij de raad van Yeshayahu aan om niet aan de opstand deel te nemen die andere rijken van de Westelijke deel van de Halve Maan hadden beraamd om Assyrië op haar knieën te krijgen.
712 v.d.g.j. Yehuda wordt door het Assyrische leger met rust gelaten, wanneer zij wraak op de opstandelingen neemt.
709 v.d.g.j. Samaria wordt door Sargon II met de grond gelijkmaakt.
701 v.d.g.j. Koning Hizqiyahu wordt ernstig ziek. G´d belooft hem nog vijftien levensjaren.
705 v.d.g.j. Koning Sargon sterft en zijn zoon Sanherib volgt hem op. Sanherib heeft vele overwinningen op zijn naam staan, maar heeft koning Hizqiyahu met Jeroeshalaijim nooit onder de duim gekregen. We kunnen dit toeschrijven aan de Almacht van G´d Die middels Yeshayahu Hizqiyahu opdroeg Zijn Wil te volgen. Sanherib werd koning van de wereld genoemd.
686 v.d.g.j. sterfjaar van Hizqiyahu (Zuid). Zijn twaalfjarige zoon Menasî volgt hem op. Menasî was de meest verafschuwende koning van de geschiedenis van Israël. Tientallen jaar regeert hij over Juda en deed alles wat G´d verboden had. Hij introduceert de heidense cultuur van Syrië in Juda. Volgens geschiedschrijvers deed hij zijn zoon door het vuur gaan, liet zich in met tovenarij en waarzeggerij, en stelde bezweerders van doden en geesten aan.
681 v.d.g.j. wordt Sanherib van Assyrië vermoord. Een burgeroorlog breekt in Assyrië uit. De jongste troonpretendent Esarhaddon overwon zijn tegenstanders en werd koning van de wereld.
671 v.d.g.j. tijdens zijn Palestijnse campagne verovert Esarhaddon de steden van de Filistijnen en verslaat hij de rijken van Moab en Edom en koning Menasî van Juda. De grootste militaire triomf bereikt hij in de verovering van Egypte, na farao Tirhaka te hebben verslagen. In dit jaar neemt Esarhaddon de hoofdstad Memphis in. Menasî vindt het allemaal klaarblijkelijk best, want zonder blikken en blozen introduceert hij Assyrische heidendom in Juda.
669 v.d.g.j. komt Esarhaddon te overlijden. Assoerbanipal slaat neer wanneer er opstanden worden gevormd en veroverde Egypte.
651 v.d.g.j. Opstand in Egypte. Assoerbanipal gaat een verbond aan, omdat hij van mening is dat hem te veel moeite zou kosten om Egypte onder de duim te houden.
642 v.d.g.j. sterfjaar van koning Menasî (Zuid). Zijn zoon Amon volgt hem op, echter wordt hij in 640 v.d.g.j. vermoord.
640 v.d.g.j. de achtjarige Josjieja/Josia (Zuid) volgt zijn vader Amon op.
627 v.d.g.j. overlijdt Assoerbanipal. Er ontstaat in Assyrië een burgeroorlog tussen twee broers die om de troon vechten. Het land wordt in tweeën gescheurd. De ene zoon pakt de troon en de andere volgt hem op.
622 v.d.g.j. herontdekking van de Thora Koning Josjieja verovert zonder bloedvergiet en zeer onopvallend een deel van het zuiden van Samaria. Ondertussen zuivert hij het land van de heidense culten van zijn grootvader Menasî en geeft opdracht de Tempel te herstellen. Hogepriester Chilkia vindt in het herstelwerk een oude boekrol en brengt deze, nadat hij het zelf gelezen heeft, bij de schrijver van de koning Sjafan. Koning Josjieja scheurt zijn kleding na het horen van de boekrol. Hij realiseert dat dit de Thora is die G´d monde Mosje aan het volk gegeven heeft en dat hij op een bepaalde hoogte gigantisch gefaald had. Hij had namelijk bepaalde heidense plekken en heiligdommen voor bepaalde ceremonieën toegestaan. Hij roept de oudsten van de Tempel bijeen om het verbond te herstellen. Het volk aanvaart het verbond, nadat hij dezelfde boekrol voorlas. Onmiddellijk geeft hij de opdracht iedere vorm (op straffe van de dood) van heidendom te verbieden. Het schijnt dat door het schrikbewind van koning Menasî vele boekrollen van de Bijbel stiekem bewaard moesten worden. T.t.v. Josjieja wordt de rollen weer hervonden en herontdekt.
621 v.d.g.j. de val van Samaria (Noord). De Babyloniërs en de Meden verenigen zich en vallen het Assyrische Rijk aan.

613 v.d.g.j. – 458 v.d.g.j.
613 v.d.g.j. Ondertussen voegen de Skythen tot de Babyloniërs en de Meden en vallen Nineve aan. Het schijnt dat men de stad op een gewelddadige wijze hebben geplunderd.
609 v.d.g.j. koning Josjieja komt om in een veldslag, vlak bij Megiddo, met de Egyptenaren. Het volk is diep getroffen. Omdat de koning zo jong gestorven is (inmiddels een dertiger), meent men dat dit door de slechte daden van zijn grootvader Menasî kwam. Josjieja´s zoon Joachaz neemt, naar wens van het volk, de troon over. Echter wordt hij door Egypte, die hun macht wilden tonen, verbannen naar Egypte en zetten zijn oudere broer Eljakim (Jojakim) op de troon.
605 v.d.g.j. Het Assyrische Rijk gaat ten onder. De opkomst van het Babylonische Rijk.
601 v.d.g.j. Ondertussen waarschuwt profeet Yirmeyahu (Jeremia) de koning voor de gramschap van G´d die zich middels koning Nebuchadrezzar (Nebukadnessar; Babylonië) zou gaan uiten. Echter moest de profeet voor de koning vluchten, want hij zag de profeet als een verrader. Een nederlaag van Babylonië op Egypte.
598 v.d.g.j. Het Babylonisch leger staat bij Jeroeshalaijim voor de deur om deze stad G´ds in te nemen. Koning Eljakim sterft. Naar waarschijnlijkheid werd hij vermoord door het beleg. Zijn zoon Jechonja (Jojakin), die nog maar achttien is, bestijgt de troon en gaf zich over aan de Babyloniërs. Koning Jechonja en tienduizenden andere mensen worden gedeporteerd naar Babylonië. Koning Jechonja wordt leider over de Joodse ballingen in Babylonië. Dit is de eerste deportatie. Ook profeet Yechezk’el (Ezechiël) was als afstammeling van een vooraanstaande priesterfamilie krijgsgevangene. De volgende vijf jaar zal hij merendeels als een kluizenaar leven.
597 v.d.g.j. De oom van koning Jechonja, de eenentwintigjarige Mattanya/Sidqiyahu (Zedekia), wordt regent. Profeet Yirmeyahu raadt het volk aan trouw te zijn aan Babylonië.
594 v.d.g.j. Regent Sidqiyahu beraamt samen met Egypte, onder farao Psammetichos, een opstand tegen Babylonië. Waarschijnlijk door de opleving van Egypte, wordt Sidqiyahu vazal van Egypte. Maar koning Nebuchadrezzar trekt naar het westen en Sidqiyahu belooft hem snel trouw. Juda is hierdoor vazal van Egypte als van Babylonië. Echter voelt Sidqiyahu zich door Egypte snel gesterkt en komt in opstand tegen Nebuchadrezzar. Yechezk´el krijgt de Merkavàh-visioen (zie Ez.1 Sefer Jetsiràh) en profeteert over de val van Juda en Jeroeshalaijim.
589 v.d.g.j. farao Psammetichos sterft. Nebuchadrezzar valt Juda binnen.
587 v.d.g.j. na hevige verzet m.b.v. de Egyptenaren, is de val van Jeroeshalaijim een feit. Profeet Yirmeyahu dringt het volk wederom aan om liever Aramese of Chaldeeuwse suzerein te zijn, dan die van Egypte. Sidqiyahu vlucht, maar wordt bij Jericho opgepakt. Zijn kinderen worden, in navolging van de vazalverdrag, voor zijn ogen vermoord en daarna wordt zijn ogen uit gestoken. In Babylonië sterft hij uiteindelijk. Ondertussen wordt Jeroeshalaijim, nadat generaal Neboezaradan de kostbaarheden uit de Tempel heeft gestolen, in as gelegd. Met uitzondering van de boeren en de arme mensen, worden de mensen gedeporteerd naar Babylonië. Dat zijn tweehonderdduizend man (waarvan velen naar andere landen zijn gevlucht), waarvan twintigduizend man achterblijft. Dit is de tweede deportatie. Yirmeyahu mag achterblijven. Men stelt de zoon van Alchikam en kleinzoon van de schrijver van Josjieja, Sjafan, als gouverneur over Juda aan, die de naam Chedalja draagt. Profeet Hananyahu (Chananja) keert zich tegen Yirmeyahu en wilt een opstand tegen Babylonië. Hij voorspelt dat de gestolen Tempelschatten binnen twee jaar terug zouden keren. Profeet Yirmeyahu verklaart dat Hananyahu een valse profeet is en voorspelt dat hij binnen twee jaar zal sterven. Deze voorspelling kwam uit.
582 v.d.g.j. de derde deportatie vindt plaats. Naar omstandigheden worden de Joden niet slecht behandelt. Ze mogen huizen bouwen, kunnen bij Nebuchadrezzar in dienst, mogen land bewerken, recht om met elkaar te vergaderen, etc. De meeste mensen verwijten koning Menasî´s zondig bestaan waarom de Tempel in Jeroeshalaijim in puin ligt. De volgende twintig jaar wordt het volk bemoedigt door wooorden van een onbekend profeet die voor het gemak de tweede Jesjajahoe genoemd wordt, omdat zijn worden aan het boek van Jesjajahoe werd gevoegd: ´Troost u, troost u, Mijn volk… Ik, de Heer, breng troost in Jeroeshalaijim, Ik troost allen die leven op haar puinhopen. Nog is het land een dorre woestijn, maar het wordt een paradijs! Een tuin als in Eden! Er zal blijdschap en vreugde heersen. Er zal worden gezongen, uit dankbaarheid.
562 v.d.g.j. sterft koning Nebuchadrezzar. Hij wordt door twee zwakke koningen opgevolgd.
556 v.d.g.j. komt de dromerige Aramese koning Nabonius als zestigjarige man aan de macht.
550 v.d.g.j. koning Cyrus van Ansjan verslaat de Meden en neemt hun rijk over. In tien jaar tijd verovert hij gigantische rijken. Zij zoon Cambyss verovert Egypte. Ondertussen profeteerde de tweede Yeshayahu en koning Cyrus gaf het Joodse volk hoop dat hij de Babyloniërs onder de duim zal zetten in de Naam van JHVH.
539 v.d.g.j. koning Nabonius keert terug naar Babylon. Hij wordt verslagen, gevangen genomen en verbannen naar een ver land. Het Joodse volk verwelkomde koning Cyrus met egard en zagen hem als dienaar van JHVH. De tweede Yeshayahu noemt hem de herder van JHVH. Deze koning is uiterst tolerant naar andere religiën en is van mening dat je overwonnen volkeren vrij moeten laten welke godsdienst zij belijden. Hij stimuleert de wederopbouw van de tempels in zijn rijk. Hij geeft de Joden toestemming hun Tempel in Jeroeshalaijim te herbouwen. Hij noemde hun G´d, JHVH de G´d van het universum. De meeste ballingen waren door ouderdom overleden, omdat de ballingschap vijftig jaar geleden plaats ving. Hierdoor waren het vooral autochtone Joden die naar Israël trekken en sommige nemen bejaarde Joden mee die de ballingsschap hebben meegemaakt. Dit is de tweede exodus.
525 v.d.g.j. Cambyss verovert Egypte.
522 v.d.g.j. de dood van Cambyss na aanleiding dat de Perzische aristocraat Dareyawes (Darius) zijn troon in beslag neemt. Cambyss pleegt zelfmoord. Profeten Hagai en Zecharyah (Zacharia) voorzien vanuit Jeroeshalaijim de Dag van JHVH naderen en stimuleren de nieuwelingen de Tempelbouw.
515 v.d.g.j. de herinwijding van de Tempel, zij het een kleine Tempel, de vreugde en tranen van blijdschap zijn er niet minder om.
800-490 v.d.g.j. het archaïsche Griekenland.
498 v.d.g.j. de Ionische Opstand: kleine opstand van Griekenland en kleine stadstaten in Klein-Azië tegen koning Dareyawes.
490-336 v.d.g.j. het klassieke Griekenland.
490 v.d.g.j. de Ta Mèdika (Medische/Perzische oorlogen): Perzië valt Griekenland aan en wilt deze annexeren. Dit als veiligheid voor hun rijk en als afstraffing de kleine opstand. Na een lange ingewikkelde, maar een verrassende strijd, geven de Perzen het op.
480 v.d.g.j. Perzië valt onder leiding van koning Xerxes (zoon van Dareyawes en Atossa. Atossa is dochter van Cyrus en zus van Cambyss) Griekenland weer binnen. Het is niet bekend of hij de Ahasveros, echtgenoot van Ester/Hadasah of haar schoonvader is. De auteur gaat van het laatste uit.
De Grieken worden compleet onder de voet gelopen. Echter door de slechte voedselvoorraden door het schrale Griekenland èn om het feit dat de Griekse vloot beter kon manoeuvreren, krijgen de Perzen wederom een klap te verduren.

479 v.d.g.j. Perzië brandt Athene plat. Antwoord van de Grieken is het vernietigen van de Perzische leger. Athene begint met het bouwen aan een wereldmacht. Sparta (Lakedaimon) kijkt met angst oogluikend toe.
458 v.d.g.j. Atheense hoplieten (speciale zwaar bewapende Griekse legerelite) komen Egypte te hulp bij een opstand tegen Perzië. Ondertussen reist Ez´ra met vijftienhonderd priesters, Levieten, zangers en andere mensen, die iets kunnen betekenen voor JHVH, van Babylon naar Juda. Ez´ra is de eerste Sofeer (schrijver) van een reeks Soferiem. De Sofriem onderwezen de traditionele Halachot van de Mondelinge Leer en legde het verband tussen de Mondelinge Leer en de Thora uit. Hij heeft de officiële machtiging van koning Artaxerxes (waarschijnlijk Ahosveros, de echtgenoot van de Joodse koningin Ester/Hadasah) in zijn hand waardoor Ez´ra als ´Koninklijke Minister voor de Wet van G´d van de Hemel´rechters kan aanstellen en de Wet van G´d van de Hemel op te leggen. De koning schreef in de broef dat JHVH op één lijn gesteld dient te worden met de wet van de Perzische overheerser. Overtreders kunnen dit in het ergste geval met de dood bekopen. De mensen die in Juda wonen, noemt Ez´ra ´het volk van het land´. Waarschijnlijk zijn dit merendeels de afstammelingen van de achterblijvers van de Joodse ballingen, afstammelingen van de Babyloniërs en de Elamieten. De twee laatste groepen zijn tweehonderd jaar daarvoor door de Assyrische koning Assoerbanipal naar Samaria gedeporteerd. Deze noorlingen, ook wel Samaritanen genoemd, werken Ez´ra en de Joden tegen en schrijven een brief aan het Perzische hof. Zij beweren dat Jeroeshalaijim altijd al een opstandige stad is geweest en zij zouden vermoeden dat Jeroeshalaijim zal stoppen met het betalen van de schatting. Er komt een staking in de herbouw van Jeroeshalaijim.

445 v.d.g.j. – 165 v.d.g.j.
445 v.d.g.j. de Joodse wijnschenker van de Perzische koning, Nechamjah (Nehemia), komt in Jeroeshalaijim. Hij vertelt in zijn gelijknamige Bijbelboek dat hij had gehoord van de staking van de wederopbouw van Jeroeshalaijim en hij heeft de koning toestemming gevraagd zijn volk in Juda bij te staan. De koning stuurt hem met troepen en koninklijke brieven (waarschijnlijk uit achterdocht) als gouverneur naar Juda. Hij verzamelt het volk (merendeels arm) bij elkaar en met de machtiging in zijn zak kan de wederopbouw van Jeroeshalaijim hervat worden. Door de economische malaise stelt Nechamjah een hervorming op waar schulden worden kwijtgescholden en bezittingen worden teruggegeven. Ondertussen pesten de Samaritanen het ´nieuwe´ volkje en door gemengde huwelijken, was de sfeer angstig en onzeker. Misschien valt het land, waar de profeten in ballingsschap op spraken, best tegen en alles viel niet mee. ´Zou Hasjem (voor vele kinderen uit gemengde huwelijken een Onbekende) toch nog boos zijn?´ wordt er afgevraagd.
444 v.d.g.j. Hernieuwing van het verbond tussen het volk en Hasjem. Ez´ra is weer terug in Jeroeshalaijim. Wat hij ondertussen gedaan heeft, is onbekend. De auteur houdt het bij de grondlegging van de Talmoed en voorbereiding, in opdracht van de Allerhoogste, op deze dag. Ez´ra begint al vroeg in de morgen met het oplezen van de Wet van Mosje. Het volk stemt toe. Het feest Soekot (loofhuttenfeest) volgt deze gebeurtenis op. Tijdens het zevendaagse feest leest Ez´ra iedere dag stukken uit de rol voor.
431-404 v.d.g.j. de Peloponnesische oorlog: de afschuwelijke duivelse strijd tussen Athene en Sparta met hun wederzijdse bondgenoten. Het leger van de Spartaanse Statenbond bezetten Athene. In deze periode stelt de schrijver van de Bijbelboeken Divrei-HaYamim Alef en Beth (de Kronieken) zijn Bijbelse geschiedwerk op. Hij woont in Juda en is de enige met deze discipline. Profeet Mal’akhi (Maleachi) roept het volk op de Wet van Mosje, Mijn knecht, te gedenken´.
419 v.d.g.j. problemen met de eredienst. Een Joodse gemeenschap van Elefantine in Egypte, afstammelingen van de Joodse strijdmacht die door een koning van Juda in de 6e eeuw v.d.g.j. naar Egypte zijn gestuurd om het leger van de farao te dienen, hebben vragen over de Pesachviering. De vragen worden aan de Tempelautoriteiten van Jeroeshalaijim gesteld. Ze hadden namelijk hun eigen Tempel voor Hasjem en zaten met de verboden die betrekking hebben op het offeren buiten Jeroeshalaijim. Zij erkennen Jeroeshalaijim als centrum van het Joodse geloof.
411 v.d.g.j. eerste uitbarsting van antisemitisme. De Egyptische priesters betalen steekpenningen aan de Perzische gouverneur om de Joodse Tempel van Elefantine te laten vernietigen. Deze Tempel is nooit herbouwd. Dan is er ongeveer een kleine eeuw stilte…
332 v.d.g.j. koning Alexander de Grote van Macedonië verovert Juda. Al gauw wordt het Judea, wat simpelweg ´natie van de Joden´ betekent. Hierdoor wordt de Joodse wereld los gemaakt van de beschaving van Klein-Azië en wordt geïntroduceerd in de Europese beschaving. Alexander de Grote maakte een einde aan de, voor de Joden, tolererende Perzische overheersing. Die tolerantie hebben de Joden zo getolereerd, dat men op de poort van de Tempel een afbeelding hebben geplaatst van Soesa/Susan, hoofdstad van Perzië. De Samaritanen komen in opstand tegen Alexander de Grote en verbranden zijn gouverneur levend en wel. Macedonische veteranen krijgen, na het platbranden van Samaria, de opdracht in Samaria te vestigen en daar rijst een Griekse stad uit de grond. De enige stad van de Joden is nu Jeroeshalaijim en Judea is door haar zelfbestuur een autonome etnische religieuze eenheid. Alexandrië (al-Iskandariyah), de nieuwe stad van Alexander de Grote in Egypte, wordt gebouwd.
323 v.d.g.j. Alexander de Grote sterft waarschijnlijk aan malaria. Aanvang van de Ptolemaeïsche Rijk, die tot 30 v.d.g.j. duurt. Juda zal door verdeling van het veroverde land van Alexander onder zijn generaals, ongeveer een eeuw tot deze Egyptische Ptolemaeïsche Rijk behoren.
275 v.d.g.j. Romeinse legioenen verenigen zich.
200 v.d.g.j. aanvang van het rijk van de Seleuciden (Seleukidai). De Syrische koning Antiochus III valt Jeroeshalaijim binnen. Judea valt voor een deel onder Syrië. Hoge priesterschap kan middels steekpenningen opgekocht worden. De Hogepriester is de tussenpersoon tussen het koninklijk huis en het Joodse volk. In dit geval koopt een zekere Jehosjoe´a zijn Hogepriesterschap met steekpenningen. Deze broer van de echte Kohen HaGadol Yochanan wilt niet meer bij zijn Joodse naam genoemd worden, maar middels de Griekse variant: Jason (Iasoon). Jason sticht met toestemming een gymnasium (waar de Griekse sport wordt uitgevoerd) in Jeroeshalaijim, dichtbij de Tempel. Sport is een middel om de Griekse religie tot uitdrukking te brengen.
197 v.d.g.j. Marcedonië wordt door de Romeinen verslagen.
189 v.d.g.j. wordt koning Antiochus naar Rome gegijzeld. Rome vervolgt aanhangers van de Dionysische bacchanalia cultus (een occulte mysteriecultus). Vaak met wrede martelingen.
180 v.d.g.j. de eerste Sofeer (schrijver) en Schriftgeleerde sinds Ez´ra is Jezus ben Sirach. Het wordt duidelijk dat de schriftgeleerde, leermeester en de discipel geen banden moeten hebben met het hof en de cultus.
175 v.d.g.j. bestijgt Antiochus IV Epiphanes, de zoon van de III, de troon. Jeroeshalaijim stort zich in de Hellenistische wereld. Langzaam maar zeker ontstaan er groepen Joden die zich niet willen inlaten met het Hellenistische heidendom en kiezen ervoor de Wet van Mosje trouw te blijven. Zij verfoeien de ontheiliging van de Tempelschat die door Menelaos gebruikt worden als steekpenningen om aan Antiochus te betalen om de functie Hogepriester te verkrijgen, wat Jasons´ functie kost. De gebeurtenissen in het gymnasium (denken aan o.a. naakt sporten) en de gestolen Tempelschat voor steekpenningen. Jason vlucht naar Transjordanië en vormt een gemeenschap met volgelingen.
170 v.d.g.j. koning Antiochus valt Egypte aan. Heel Egypte geeft zich over, behalve Alexandrië.
169 v.d.g.j. keert Jason met zijn volgelingen terug, nadat hij gehoord heeft dat Antiochus gesneuveld zou zijn. De Joden die HaSjem trouw willen blijven, vechten tegen de groepen van Jason en tegen de troepen van Menelaos.
168 v.d.g.j. nadat Menelaos aan Antiochus vertelde dat de gelovige Joden weerstand bieden, stuurt hij Apollonios, generaal van een van zijn huurlingeneenheden en veroorzaakt een bloedbad onder de Joden. Daarbij moet Jeroeshalaijim voortaan diep in de buidel tasten op aan de koning belasting te betalen. De stad wordt onder vele kolonisten uit het buitenland verdeeld. Ze nemen hun heidense goden mee en vele vrome Joden vluchten de woestijn in.
167 v.d.g.j. koning Antiochus beveelt dat Joden hun trouw aan de Thora dienen op te geven. Men wordt gedwongen de heidense cultus aan te nemen. De doodstraf wordt als strafmaat aangemeten voor de overtreders. Dit lijkt op de periode van Eliyahu, Achab en Izebel. Men voelt zich in het nauw gedreven. De doodstraf of woede van JHVH op je hals halen. Wat nu? Offerdiensten voor HaSjem worden afgeschaft, mensen plaatsen niet-kosjere voorwerpen voor verering van heidense goden op het altaar van HaSjem. Voor vele Joden is dit de gruwel der verwoesting. Deze instelling wordt door het hele land verbreid.
165 v.d.g.j. opstand van de Makkabeeërs tegen koning Antiochus onder leiding van Y´hudah HaChasmoneeër, zoon van Kohen HaGadol (Hogepriester) Mattityahu (die een jaar daarvoor overleed), tegen koning Antiochus IV. Met hun slechte wapens, overwinnen Y´hudah en zijn leger Apollonios. Y´hudah pakt het zwaard van Apollonios en eigent deze zichzelf toe.

164 v.d.g.j. – 0 van de gewone jaartelling
164 v.d.g.j. de Syriërs lijden zware verliezen. Ondanks dit verslaat Antiochus Y´hudah, maar wegens dynastieke moeilijkheden, sluit hij vrede en de Joden vieren de herinstelling van de offerdienst in de Tempel (Chanoekka). Er worden nieuwe offeraltaar gebouwd en de heidense rotzooi vernietigd. Het eerste Chanoekkafeest duurt acht dagen en is de eerste door de Bijbel niet ingestelde Joodse feest. In dit jaar sterft Antiochus aan zijn verwondingen. Antiochus V, nog een kind, volgt hem op en het Rijk van de Seleuciden valt uiteen.
161 v.d.g.j. sluiten Y´hudah en Rome een verdrag dat Rome Judea erkent waardoor hier een wederzijdse en vriendschappelijke neutraliteit aan elkaar wordt beloofd.
160 v.d.g.j. Ondertussen breiden de Chasmoneeën de landgrenzen uit en nemen Joodse bevolkingsgroepen buiten Judea op. De opeenvolgende jaren sterven diverse zonen van Mattiyahu, waaronder Y´hudah zelf.
152 v.d.g.j. Yochanan HaChasmoneeër, een van de broers van Y´hudah en de huidige bevelhebber, wordt door de pretendent van de Seleucidentroon aangesteld als Kohen HaGadol. Echter vindt de troonpretendent hem een bedreiging en nodigt hem uit. Yochanan gaat op de uitnodiging in en wordt geëxecuteerd.
142 v.d.g.j. Antiochus VII Euergetes Sidetes, kort weg Demetrius II, heft de zware belastingen op Judea op en verklaart Judea onafhankelijk. Inmiddels is het vierhonderdvierenveertig jaar na de vernietiging van het koningshuis van Dawid door Babylon.
140 v.d.g.j. Shim´on HaChasmoneeër, de enige zoon van Mattityahu die nog leeft, krijgt tijdens een Joodse vergadering, met zijn erfgenamen de macht van het koning- en priesterschap.
134 v.d.g.j. worden Shim´on, die inmiddels oud is geworden, en zijn twee zonen door zijn ambitieuze schoonzoon vermoord. De derde zoon van Shim´on, Yochanan Hycranus, krijgt hij niet te pakken. Yochanan verovert de grootste deel van Palestina en neemt het zuiden van Edom (Idumea) in. In de opvolgende tijd van welvaart en rust, kwamen er tussen de Joden een groot meningsverschil: wat is de betekenis van de Joodse plaats en staat? Hierdoor ontstaan er twee tegen elkaar overstaande groepen: de Farizeeërs (Perushim) en de Sadduceeërs (Saddoukim).
128 v.d.g.j. de tempel van de Samaritanen (in de gebergte van Sjechem), gebouwd in de 4e eeuw v.d.g.j., wordt door Yochanan Hyrcanus in verwoest. Onder Yochanan vindt de eerste massabekering tot het Jodendom plaats. Hij staat op vriendschappelijk voet met Sparta, Athene en Rome.
104 v.d.g.j. Yochanan sterft. Zijn zoon Y´hudah Aristobulus I volgt hem op. Hij verovert de rest van Galilea en dwingt mensen tot het Jodendom.
103 v.d.g.j. zijn broer Alexander Janneüs neemt het koningschap over en gaat verder met de veroveringen.
90-85 v.d.g.j. Ondertussen vervolgt hij de Perushim middels de Cilcische huurlingen en de Perushim daartegen vechten keihard terug in de Naam van hun G´d JHVH. Zij worden echte martelaren in deze burgeroorlog. Zij kunnen niet begrijpen dat deze koning die bloed aan zijn handen heeft kleven (door zijn expansiedriften), in de Tempel belangrijke priestertaken op zich kan nemen, die hij onkundig of spottend tot uitvoer brengt. Er komt welvaart in het land. De Chasmoneese hof raakt steeds meer hellenistisch ingesteld. Het Sanhedrin (Joodse gerechtshof) wordt het raad van koningen in plaats van raad der oudsten. Vijftigduizend Joden vinden de dood. De Joden haten Alexander tot in hun botten. Zo erg dat zij zijn dood eisen toen hij toenadering zocht en vroeg welke voorwaarde zij hadden om vrede te sluiten. De Perushim zijn geen laffe, wijze, oude mannen, maar keiharde voorvechters voor JHVH.
76 v.d.g.j. Alexander Janneüs sterft en zijn vrouw Salome Alexandra wordt koningin. Door haar komt er stabiliteit en rust in het land.
67 v.d.g.j. de weduwe van Alexander Janneüs, koningin Salome Alexandra, sterft. Haar beide zonen Hyrcanus II en Aristobulus II strijden om de troon. Rome annexeert Syrië en er breekt een burgeroorlog in Judea uit. De Romeinse generaal Pompejus heeft uiteraard voorkeur voor Hyrcanus, omdat hij de zwakste van de twee is. Aristobulus geeft zich met tegenzin over aan Pompejus. Hyrcanus´ volgende zet heeft gevolgen voor de geschiedenis: hij zet de poorten van Jeroeshalaijim voor de Romeinen open. Maar oom Avshalom (Absalom) weigert om zich over te geven en houdt stand op de Tempelberg. Na een beleg van drie maanden nemen de Romeinen de berg in. Vallen op een Shabbat aan en hierdoor is men in staat duizenden Joden af te slachten. Priesters die bezig zijn met de Shabbat-riten, worden aangevallen en vermoord. Echter, laat Pompejus de Tempel zelf en haar de schatten met rust. Dit nadat hij de Tempel binnentrad. De koningsschap over Judea verdween en het land wordt wederom in tweeën gedeeld: Judea en Galilea.
63 v.d.g.j. de Romeinen veroveren Israël.
59 v.d.g.j. Toch komt er door de macht van de veldheer Julius Caesar enigszins een kleine ontspanning voor de verstrooide Joden, omdat Caesar de Joden hoog achtte.
56 v.d.g.j. het senaat benoemt Caesar tot dictator.
45.v.d.g.j. Caesar introduceert de Juliaanse kalender met de driehonderdvijfenzestig dagen, zoals wij die kennen.
44 v.d.g.j. Caesar wordt doodgestoken door samenzweerders. Het Romeinse Rijk raakt zelf in een burgeroorlog verwikkeld. Vele Joden rouwen om hem en lopen mee in de begrafenisstoet.
43 v.d.g.j. Rome raakt verwikkelt in een burgeroorlog en een van de partijen is de neef van Caesar, Gaius Octavius. De tegenpartij is Marcus Antonius. Octavius komt namelijk achter dat hij de rechtmatige erfgenaam als drager van de traditie van Caesar is en haast zich naar Rome deze op te eisen. Dit lukt en vanaf dat moment heet hij Gaius Julius Caesar Octavianus. Hij wordt onderdeel van de Driemanschap, triumviraat (regeringsvorm van drie man) van Antonius en diens medestander Lepidus.
42 v.d.g.j. moordenaars van Caesar, Cassius en Brutus, spitten het onderdelft en plegen zelfmoord. Het Iranese ruitervolk de Parthen vallen Syrië binnen. Ondertussen wordt Herodes de Grote I (zoon van Antipas) met zijn broer Phasaël aangesteld als heersers van Judea. Het Herodes-geslacht is een afstammeling van het Chasmonese geslacht van Yochanan Hyrcanus. De Joden moeten niets van Herodes hebben en openen de poorten van Jeroeshalaijim voor de Parthen. Ze zien Herodes namelijk als de Edomistische (Idumeese) slaaf. Herodes vlucht naar Rome en Phasaël pleegt zelfmoord.
41-40 v.d.g.j. Ocatvianus komt in een conflict met familieleden van Antonius om Perusia (Perugia). Na deze gebeurtenis wordt het Verdrag van Brundisium (Brindisi, 40) de invloedssferen van de Driemannen nader bepaald: Octavianus kreeg het westen, Antonius het oosten, Lepidus Afrika; Italië blijft neutraal.
38 v.d.g.j. de Parthen zijn inmiddels klaar en tevreden met hun veroveringen en hebben zich inmiddels teruggetrokken naar het land aan de overkant van de Eufraat. De Romeinse legioenen vallen Judea aan.
37 v.d.g.j. begin dit jaar legt Rome beslag op Jeroeshalaijim. In de zomer van dit jaar valt de stad. Duizenden doden vallen er. Antigonus HaChasmoneeër, de laatste in zijn geslacht en zoo van Aristobulus II wordt geëxecuteerd. De Senaat van Rome benoemt Herodes tot de koning van Judea. Edom, afstammeling van Ezau, regeert nu over Judea, het land van de Joden, het land van de afstammelingen Ya´akov. Het verdag van de Driemanschap wordt verlengd.
36 v.d.g.j. Lepidus wordt uit de Driemanschap gesloten.
27 v.d.g.j. Octavianus krijgt van de senaat de volledige volmacht en zijn naam wordt verandert in keizer Augustus.
4 v.d.g.j. geboorte van “Jehoshua”. Tijdens de totstandkoming van de Griekse grondtekst, wordt deze Naam ´Jezus´. Herodes sterft, Archelaus IV volgt hem op.

6 n.d.g.j. – 364 n.d.g.j.

6 n.d.g.j. door sterfte wordt Archelaus IV vervangen door Herodes Antipas.
8 n.d.g.j. werd de heiden en de Jood door de Farizeeënschool van Sjammai (37 v.d.g.j.- 4 n.d.g.j.) gescheiden. Dit werd de basis van de onenigheid die de Joden en de Farizeeën hadden m.b.t. de leer van Jezus.
14 n.d.g.j. keizer Augustus sterft. Hij is de loop der jaren sowieso verzwakt, omdat hij vele goede vrienden en familieleden heeft verloren.
26 n.d.g.j. de Romein Pontius Pilatus werd procurator over Judea.
29 n.d.g.j. Jochanan ben Zecharja (Johannes de Doper) wordt door Herodes onthoofd.
27-30 n.d.g.j. publieke optreden en de marteldood van Jezus
36 n.d.g.j. Pilatus werd ontslagen n.a.v. de moord op een grote groep Samaritaanse burgers.
37 n.d.g.j. de dood van Tiberius Claudius Nero. Gaius (Julius) Caesar Germanicus (Caligula) volgt hem op en heeft zichzelf als g´d uitgeroepen. In 39 n.d.g.j. geeft hij als opdracht om een beeld van hemzelf in de Tempel te plaatsen. Agrippa heeft hem zover gekregen dit niet te doen.
41 n.d.g.j. volgt Claudius Caligula op, omdat deze overlijdt.
49 n.d.g.j. Claudius verbant de Joden uit Rome, omdat er een ruzie plaatsvond tussen de orthodoxe Joden en christen-Joden.
54 n.d.g.j. volgt Claudius Drusus Germanicus Caesar Nero Claudius op nadat hij hem heeft vergiftigd.
64 n.d.g.j. aanvang van de Christenvervolging door Nero. Aanleiding: valse beschuldiging dat de Christenen Rome in brand hadden gestoken.
66-70 n.d.g.j. eerste Joodse opstand o.l.v. de Zeloten tegen de Romeinen.
67 n.d.g.j. Romeinse legers onder leiding van generaal Verpasianus verovert Galilea en de Golan. Er zijn onder de Joden vreselijke afslachtingen plaatsgevonden. Duizenden Joden hebben, om niet in handen van de Romeinen te vallen, zelfmoord gepleegd door vanaf de stadsmuur in de ravijn te springen.
68 n.d.g.j. Nero pleegt zelfmoord. Galba, Vitellius en Otho volgen elkaar snel op.
69 n.d.g.j. generaal Verpasianus wordt keizer.
70 n.d.g.j. verovert de zoon van Verpasianus, Titus Flavius Verpasianus, Jeroeshalaijim. Grote gedeelte van de stad en de Tempel worden hiermee verwoest. Afslachting onder de Joden, honderdduizendtallen bomen werden omgekapt en zout werd in de akkers gestrooid om de Joden economisch kapot te maken. Tientallen duizenden Joden werden als slaven meegevoerd.
73 n.d.g.j. Herodion, Qumran (religieuze boeken werden in kruiken verstopt die in 1947 gevonden werden als de Dode Zeerollen) en Massada kwamen in handen van de Romeinen. Er werd onder de Joden wederom veel zelfmoord gepleegd.
79 n.d.g.j. wordt Verpasianus door zijn dood opgevolgd door zijn zoon Titus Flavius.
81 n.d.g.j. wordt Titus Flavius opgevolgd door zijn broer Titus Flavius Domitianus. Na een aanslag op zijn leven, krijgen de Christenen wederom de schuld en de Christenvervolging werd gehandhaafd.
90 n.d.g.j. na het herstel van de Sanhedrin, verbannen de rabbijnen Jochanan ben Zakkai en Gamaliël II de Christen-Joden uit de synagogen. In 91 geeft paus Clemens de Joden de schuld van de Christenvervolging.
116-117 n.d.g.j. tweede Joodse opstand in de diaspora (Mesopotamië, Egypte, Cyrenaica en Cyprus).
117 n.d.g.j. wordt de besnijdenis onder de Joodse baby´s verboden, met straffe de doodstraf, door keizer Publius Aelius Hadrianus. De Joodse opstanden worden keihard afgestraft. Daarnaast mochen de Joden zich niet binnen de straal van 100 kilometer van Jeroeshalaijim
132 n.d.g.j. de derde Joodse opstand tegen Rome o.l.v. Shimon bar Kochba. Hij wordt toentertijd ook wel de messias genoemd.
135 n.d.g.j. 600.000 Joden vinden bij hun opstand de dood. Anderen worden slaven of worden gedeporteerd. Diaspora betekent verstrooiing. Vele politieke en religieuze Joodse leiders (w.o. rabbijn Akiva die Kochba de messias noemde) worden geëxecuteerd. Jeroeshalaijim wordt geheel verwoest en in de Romeinse stijl herbouwd. Haar nieuwe naam is Aelia Capitolina, vernoemd naar de god Jupiter Capitolinus. Juda wordt veranderd in de naam Syrisch Palestina. Jeroeshalaijim werd hierdoor voor de Joden een verboden gebied. De voor een deel herstelde Tempel van G´d wordt gewijd aan Zeus. De niet-Jood Marcus wordt bisschop van de Christen-Joden in Jeroeshalaijim. Zijn 15 voorgangers waren Joden die de Torah trouw zijn. 580.000 Joodse soldaten komen om en 985 dorpen worden vernield.
138 n.d.g.j. volgt Antonius Pius Hadrianus op, omdat deze sterft. Pius verplicht de anti-Joodse maatregelen, echter heft hij de doodstraf op besnijdenis van Joodse babyjongetjes op.
185 n.d.g.j. Kerkvader Origenes verbiedt Joodse bronnen in de theologische studies.
200 n.d.g.j. Keizer Septimius Severus verbiedt het Jodendom en overgang van proselieten tot het Jodendom. Origenes komt met de vervangingstheorie met de volgende woorden: ´wij mogen er wel vertrouwen in hebben dat de Joden niet naar hun eerdere situatie terugkeren, want zij hebben de meest verschrikkelijke misdaden begaan, door een samenzwering te beginnen tegen de Redder van de menselijke ras. Daarom moest de stad waar Jezus leed wel worden verwoest, moest de Joodse natie uit haar land worden verdreven en moest een andere volk door God worden geroepen voor de gezegende uitverkiezing´.
201-260 n.d.g.j. ontwikkelt het Christendom sterk.
306 n.d.g.j. wordt in de Spaanse synode van Elvira de Christenen verboden om met Joden te eten, te huwen en te leven Synode van Elvira (306). Celibaat voor bisschoppen en priesters wordt ten zeerste aanbevolen. Tevens had Rome het vasten tijdens de Shabbat ingevoerd om de Shabbatsviering onmogelijk te maken. In 314 werd deze opdracht o.l.v. paus Silvester voor het eerst ingevoerd en in 402 heeft paus Innocentius dit verplicht.
311 n.d.g.j. einde Christenvervolging o.l.v. keizer Gaius Valerius Maximianus Galerius. Hiermee werd het Christendom religio licita (geoorloofde religie) verklaard.
315 n.d.g.j. de tot het Christendom bekeerde (wassen neus) keizer Constantijn geeft anti-Joodse edicten uit. Het toetreden tot het Jodendom was één daarvan. In 321 werd de zondag de officiële ´Bijbelse´ rustdag.
325 n.d.g.j. tijdens de Concilie van Nicea worden Joodse bisschoppen voor het eerst niet uitgenodigd. Pesach werd afgeschaft en Pasen werd op een ander tijdstip ingesteld (eerste zondag van de lente) met de woorden: ´want het zou buiten elke maatstaf ongepast zijn als wij op het heiligste aller feesten de gewoonten van de Joden zouden volgen. Laten we niets gemeen hebben met dat afschuwelijke volk.´ Theoretische scheiding tussen kerk en synagoge. De “Christelijke kerk” bepaald haar houding jegens de Joden; tot behoud van het Christendom dienen Joden in afzondering te leven.
333 n.d.g.j. vervolging van Christen-Joden die met hun Joodse banden moeten breken. Anderzijds zou er een executie opvolgen.
338 n.d.g.j. de zonnekalender wordt door de inmiddels staatsreligie Christendom ingesteld.
339 n.d.g.j. Constantijn wordt na zijn dood opgevolgd door zijn drie zoons. Eén van zijn zoons Constantius, de machtigste van de drie, verbiedt het gemengde huwelijk tussen Joden en Christenen; Joden mogen geen Christen slaven houden.
350 n.d.g.j. Constantius gaat in Israël driftig kerken bouwen. Oma Helena scheen zo´n sterke intuïtie te hebben, dat zij de historische locaties van Jezus wel zou kunnen aanwijzen. Aelia Capitolina werd weer Jeroeshalaijim genoemd.
351 n.d.g.j. Joodse opstand tegen de Byzantijnchristelijke overheersing in Galilea. Joodse centra worden vernietigd.
362 n.d.g.j. Flavius Claudius Julianus (door Christenen ´Apostata´; afvallige genoemd) probeerde het heidendom in het inmiddels officieel christelijke Romeinse Rijk te herstellen. Om steun te krijgen van de Joodse gemeenschap, belooft hij aan de Joden de herbouw van de tempel. Helaas overleed hij in 363 n.d.g.j.
364 n.d.g.j. middels Concilie van Laodicea werd de doodstraf ingevoerd m.b.t. de Shabbatsviering. Hiermee kwam er een einde aan de eerste Messiaanse Jodendom.

387 n.d.g.j. – 700 n.d.g.j.
387 n.d.g.j. Christenen steken de synagoge van Callinicum in brand. Keizer Theodosius I eist dat de kerk de Christenen terugfluit, maar de macht van de kerk bleek hier al veel sterker, doordat de bisschop van Milaan ´Sint´ Ambrosius zei: `zij die synagogen beschermen zijn bondgenoten van de Joden en derhalve vijanden van Christus´. De keizer droop af.
391-406 n.d.g.j. wordt de Bijbel door Jerome (Sophronius Eusebius Hiëronymus) in het Latijn vertaalt (vulgaat).
395-476 n.d.g.j. verdeling van het Romeinse Rijk
410 n.d.g.j. de val van Rome. Hiëronymus schreef: Wie had kunnen denken dat Rome, waarvan de zovele overwinningen, behaald over het gehele universum, de fundamenten vormen, ineen zou storten? Dat alle kusten van het Oosten, van Egypte en van Afrika, overstroomd zouden worden door de vele slaven, mannen en vrouwen, die behoren bij de stad welke vroeger de meesteres der wereld was? Dat Betlehem, de heilige stad, iedere dag gasten zou ontvangen van beide geslachten, teruggevoerd tot de bedelstaf, zij die vroeger edel en overstelpt met luxe waren? Daar wij hen niet allen kunnen redden, zuchten wij met hen, wij mengen onze tranen met de hunne. In beslag genomen door de last van dit heilige werk (want ik kan hen die toestromen niet zien zuchten) heb ik mijn commentaar op Ezechiël en welhaast ieder vorm van studie terzijde gelegd; ik verlang ernaar de woorden van de Schrift in daden om te zetten en heilig te handelen in plaats van heilige woorden te spreken.’ (Hiëronymus, Ezech. prol. in libr. III).
415 n.d.g.j. kerkvader Aurelius Augustinus van Hippo verklaart: ´het ware tegenbeeld van de Jood is Judas Iscarot, die de heer verkoopt voor zilver. De Joden zullen de Schrift nimmer kunnen begrijpen en zullen voor eeuwig de schuld dragen voor de dood van Jezus´.
418 n.d.g.j. zegt Hiëronymus over de synagoge: ´als je een bordeel noemt, hok van ontucht, schuilplaats van de duivel, fort van satan, agrond met iedere voorstelbare catastrofe, of wat men ook wil, dan zegt men nog minder dan hetgeen het verdient´. Een andere keer stelde hij dat de Joden niets van de Bijbel begrepen en moesten zij streng vervolgd worden totdat zij het ‘ware geloof’ zouden aanvaarden.
419 n.d.g.j. worden tientallen synagogen, als onderdeel van een geweldcampgane tegen Joden) in Israël verwoest o.l.v. de christelijke monnik Barsauma van Nibis.
438 n.d.g.j. Keizer Theodosius II bekrachtigt het verbod op de bouw van synachoges en de Joden mogen geen publieke functies meer uitvoeren. Dit vanuit het oogpunt dat de Romeinse en Christelijke wet niet beledigd zou worden. Keizeres Eudocia, de vrouw van keizer Theodosius II, heft de ban van het verbod op het bidden op de Tempelberg. De hoofden van de Gemeenschap in Galilea geeft een oproep uit „aan het grote en machtige Joodse Volk,” dat begint met de woorden: „Weet dat het einde van de ballingschap van ons volk gekomen is!
476 n.d.g.j. de val van de West-Romeinse Rijk.
476-1453 n.d.g.j. Byzantijnse Periode
500 n.d.g.j. ondanks het mager aantal bronnen, bestaan in de 6e eeuw nog 43 Joodse gemeenschappen in Palestina: twaalf aan de kust, in de Negev en ten oosten van de Jordaan en 31 dorpen in Galilea en de Jordaanvallei.
527 n.d.g.j. Justianus wordt keizer over Byzantium. Strenge anti-Joodse maatregelen worden door hem getroffen.
538 n.d.g.j. Joden mogen geen Christelijke werknemers meer hebben. Zij worden vervolgd in het bedrijven van landbouw en toetreden van gilden wordt later verboden. Hierdoor konden de Joden alleen nog handel drijven.
543 n.d.g.j. Byzantium verdrijft de Joden uit Jeroeshalaijim.
553 n.d.g.j. paus Gregorius I (de Grote) tracht door zijn zendbrief Christenen te beschermen tegen Joodse in vloeden.
576 n.d.g.j. verwoesting van de synagogen in het Franse Clermont-Ferrant. De bisschop van die regio dwingt de Joden zich te laten dopen. Vele vluchten.
582 n.d.g.j. de Frankische koning Chiperik (uit het huis van de Merovingen) dwingt ook de Joden om te dopen. Anderzijds zouden hun ogen worden uit gestoken.
589 n.d.g.j. de Kerkenraad van Toledo (Spanje) besluiten dat alle kinderen van Joods-christelijke gezinnen gedoopt dienen te worden.
600 n.d.g.j. paus Gregorius I uit zijn antisemitisme door de volgende Bijbeltekst: Petrus 2:22: ‘In hen is het spreekwoord bewaarheid: Een hond keert terug naar zijn eigen braaksel en een schoongewassen zeug naar de modderpoel’. Hij legde deze tekst uit dat het uitbraken het afleggen van de Joodse praktijk voorstelt. Joden zouden hetzelfde gedrag vertonen als honden en dat wekte bij deze eerste middeleeuwse paus walging op. Betreft de 1e brief van Petrus, legt deze ´geniale´ paus uit dat de jood die van het christelijk geloof afvalt, is als een zwijn, die zich wast om zich daarna weer in de modder te wentelen. Daarom moesten de Christenen beschermd worden tegen het besmettingsgevaar van de Joodse religie´. Liefde van een Christen voor het Joodse volk is overspel en dat dient ter strengste afgestraft worden met de doodstraf. Dit is heden te lezen in de beroemde Vaticaanse bibliotheek! Deze paus hinderde iedere vorm van Joodse activiteit en wie zich bekeerden, werd een politieke èn economische voordeel beloofd. Wat heel raar is, is dat deze paus van mening was dat Joden beschermd diende te worden tegen geweld.
612, 633, 638 n.d.g.j. Joden vervolging door West-Gothen in Spanje.
612 n.d.g.j. de Spaanse koning Sisebut besluit dat alle Christenen die schulden hadden bij Joden schuldvrij. Joden die hun ontroerend goed willen behouden, dienen zich eerst te dopen. De ultimatum werd uitgebreid met een eventuele verbanning.
614 n.d.g.j. Jeroeshalaijim komt weer onder Joods beheer nadat de Joodse eenheden de Perzen o.l.v. Chosroës II hebben geholpen bij veroveringen van Galilea, Judea en Jeroeshalaijim. De Christenen worden verjaagd en hun kerken verwoest. Een zekere Nechemja (Nehemia), een Joodse leider die deze naam symbolisch op zichzelf betrok, herstelt de offerdiensten.
617 n.d.g.j. De Christenen herkrijgen de macht in Jeroeshalaijim en duizenden Joden worden vermoord of opnieuw verdreven. De Perzen zoeken toendaderng tot de christelijke meerderheid.
624-628 n.d.g.j. Mohammed verdrijft de Joden uit Arabië na weigering van bekering tot de Islam. Mohammed sterft in 632.
628 n.d.g.j. Joden uit West Frankrijk verdreven.
629 n.d.g.j. Keizer Herclius komt in Jeroeshalaijim aan waar hij door de Joodse leiders verwelkomt wordt. Hij trekt de anti-Joodse maatregelen in. Echter, de heilige (clerus) van de Heilige Grafkerk in Jeroeshalaijim dwingt hem dit in te trekken en de Joden werden weer uit Jeroeshalaijim verdreven.
633 n.d.g.j. De eerdere verbodsbepalingen inzake het bekleden van officiële functies door Joden, wordt uitgebreid tot de bekeerlingen.
636 n.d.g.j. werd het puin van de Tempelberg opgeruimd. Kalief Omar begint op de berg Moria een moskee te bouwen. De mohammedanen uit Arabië veroveren Palestina en maken Jeroeshalaijim na Mekka en Medina tot hun derde heilige stad.
638 n.d.g.j. wordt Israël en Jeroeshalaijim verovert door de Arabieren o.l.v. kalief Omar Ibn el-Katab.. De Joden konden weer in de stad vestigen. Ondertussen heeft de Raad van Toledo besloten dat alleen Katholieken in Spanje mogen wonen. Hierdoor werden Joden gedwongen Katholiek te worden, maar in het geheim bleven velen Jood.
653 n.d.g.j. de Marranen (Joodse christenen die in het geheim het Jodendom bedreven. Marrano´s; zwijnen) bedrijven in het Jodendom. De Kerkenraad van Toledo spreekt hier koning Recceswinth over aan, terwijl deze hen op het hart drukt dat deze Joden èchte bekeerde Christenen zijn. Ondertussen heeft hij nogmaals het verbod van besnijdenis, de viering van de Shabbat en Joodse feestdagen ingewilligd.
660 n.d.g.j. de Byzantijnse kerk op de Tempelplein wordt omgebouwd tot de Al-Aska moskee.
691 n.d.g.j. vervangt kalif Abed el Malik ben Marwanmet de Omar-moskee met de bouw van de Rotskoepelmoskee, kubbat as-sakhr (heden nog steeds Omar-moskee genoemd), op de plek van de Tempel. De overeenkomsten tussen de Koran en de TeNaCH is door de banden tussen profeet Mohammed en de Joodse gemeenschap in Arabië.
700-1016 n.d.g.j. de periode van de koninkrijk van de Chazaren. Koning Bulan en een deel van zijn volk bekeren zich tot het Jodendom. Tientallen duizenden Joden emigreerden naar Chazaria. De mensen leefden als Christenen, Moslims, Joden en heidenen en de Hooggerechtshof bestond uit 2 Joden, 2 Christenen, 2 Moslims en 1 heiden. In 1016 wordt Chazaren overmeesterd door een Russisch-Byzantijns leger en de Joden werden over Rusland en Byzantium verspreid.

711 n.d.g.j. – 1228 n.d.g.j.
711 n.d.g.j. de opmars, met behulp van de Marranen, van de Moslims in Spanje. De Visigotische adel werden verdreven en vele verbannen Joden keerden terug. Het Joodse cultuur bloeide weer op.
800 n.d.g.j. Ashkenaz (Hebreeuws voor Duitsland) word een vestigingsgebied voor een grote groep Joodse migranten. Dit gebied is het Rijnvallei en het oosten daarvan. Van deze naam zijn de Ashkenazische Joden afgeleid.
807 n.d.g.j. dwong Kalief Haroen Al Rashid de Joden om in aparte wijken te moeten wonen, de zogenaamde Mellah’s. Buiten deze gebieden moesten Joden, als herkenningsteken, een gele lap dragen.
808 n.d.g.j. de Frankische keizer Karel de Grote is bezit van Joodse raadgevers en doet zaken met Joden. Echter verbiedt hij dat Joden christenen in dienst hebben en zij mogen geen kerkgronden kopen. Ook laten hij het antisemitisme m.b.t. de politiek binnen de kerkelijke autoriteiten vrij.
820 n.d.g.j. Lodewijk de Vrome, de zoon van Karel de Grote, voert een vriendelijke en rechtvaardig beleid t.o.v. de Joden. Ze worden zelfs beschermd tegen de vijandige functionarissen van de kerk. De Joden krijgen op basis van zijn ´Handvest van Bescherming´ bepaalde politieke en enige juridische bevoegdheid.
850 n.d.g.j. in het oosten van de Islamitische wereld moesten de Joden een gele hoed of een gele lap op hun kleding dragen. Hitler heeft dit direct overgenomen. Deze kledingscode wordt merendeels in het gehele Islamitische wereld overgenomen, gevolgd door de Christelijke wereld.
873 n.d.g.j. de Byzantijnse keizer Basilius I de Macedoniër, de stichter van de Macedonische dynastie van Byzantium, legt de strengste anti-Joodse maatregelen op om zo de Joden tot het Christendom te dwingen.
1009 n.d.g.j. de Fatimidische Kalief Hakem verwoest de Heilige Grafkerk en andere Christelijke gebouwen. Door deze daad is er een twee eeuwendurende oorlog tussen Oost en West ontstaan wat bekent staat onder de Kruistochten.
1012 n.d.g.j. keizer Hendrik de III verband alle Joden uit Mainz nadat een katholieke priester tot het Jodendom had bekeerd.
1021 n.d.g.j. Rome wordt op Goede Vrijdag door een aardbeving getroffen. De Joden krijgen de schuld. Men beweert dat de Joden een spijker door een hostie hebben geslagen. Deze leugen van heiligschennis zal groepen Joden het leven kosten nadat ze eerst worden gemarteld en na het bekennen op de brandstapel worden gegooid. De jaren daarop volgden pogroms in verschillende steden, soms als gevolg van deze bekende lasterverhaal dat Joden de hostie zouden hebben gestolen uit een kerk om die te middels een spijker te ontheiligen. Het ´ontheiligen´ van de hostie wordt in de komende eeuwen in heel Europa de reden om duizenden Joden van kant te maken.
1046 n.d.g.j. bankieren wordt door de kerk als iets onchristelijks geacht. Vandaar dat overheden in Duitsland en Oostenrijk het monopolie bezitten voor het verschaffen van geldleningen aan Joden.
1060 n.d.g.j. Petrus Damiani, een Italiaanse kerkleraar, schrijft in twee traktaten dat de G´d van de TeNaCH (OT) een wrede G´d is en Deze is door de liefhebbende G´d van de B´rit Chadashah (NT) opgevolgd. Hiermee geeft hij de kruisvaarders argumenten om op grote schaal Joden te vervolgen en te vermoorden.
1066 n.d.g.j. honderden Joden worden door Willem de Veroveraar begeleid naar Engeland om zich daar te vestigen. Ondertussen moorden moslims in Granada 5000 Joden. Aanleiding: de welvaart van de Joden.
1073 n.d.g.j. Joden vestigen zich in Engeland.
1085 n.d.g.j. koning Alfondso VI verdrijft de Moren en herstelt het Christelijk bewind in Spanje. Hij haalt de woede op van paus Gregorius VII op zijn hals wanneer hij goed is voor de Joden door hen te benoemen m.b.t. de belastingen en diplomatieke diensten.
1091 n.d.g.j. de druk van de woede van de paus is te zwaar voor Koning Alfondso en hij trekt de privileges t.a.v. de Joden in. Zelfs een deel van hun burgerrechten worden ontnomen.
1095 n.d.g.j. paus Urbanus II roept de eerste kruistocht op. Vele vrijwilligers melden zich aan en richten voordat ze naar Jeroeshalaijim trekken in zowel Frankrijk als in Ashkenaz een bloedbad van ruim 12.000 Joden aan.
1099 n.d.g.j. de Kruisvaarders veroveren Jeroeshalaijim en stichten daar het Latijnse Koninkrijk. Tienduizenden Joden en Moslims worden vermoord. Joden worden de synagoge ingedreven om levend verbrand te worden. Deze Jodenvervolging duurt in Israël tot 1291.
1109 n.d.g.j. de oude anti-Joodse maatregelen worden na de dood van koning Alfondso VI in Toledo weer van kracht. Hierdoor gaat er een nieuwe pogrom van start. Slechts door hun kennis van het Arabisch en wetenschap, mogen zij wel in de overheidsfuncties blijven functioneren.
1130 n.d.g.j. een collectieve boete van 2000 pond (in die tijd onmogelijk veel) voor de Joodse gemeenschap in Loden. Men beweert dat een Jood een ziek mens gedood heeft.
1146 n.d.g.j. Pogrom in Norwich (Groot-Brittannië). Een Jood wordt beschuldigt een christelijk kind te hebben gedood en het bloed door zijn matzes verwerkt heeft.. in 1168 herhaalt deze geschiedenis zich maar dan in Gloucester en in 1192 in Winchester. Dit duivels sprookje verspreidt zich snel over Europa en kost door de komende eeuwen heen duizenden Joden.
1171 n.d.g.j. Joden worden in Rouen (Frankrijk) levend in hun synagoge verbrandt.
1176 n.d.g.j. de Wet van Teruel (Spanje) wordt voor het eerst openlijk in Europa geformuleerd: ´de Joden zijn de lijfeigenen van de koning en het onvervreemdbare eigendom van de koninklijke schatkamer.´ Eén ´voordeel´ hieruit is dat de eigendommen van de Jood en de Jood zelf beschermt kan worden wanneer dat de heerser uit zou komen.
1179 n.d.g.j. de 3e Lateraanse Concilie (paus Alexander III) zegt dat de Joden geen christelijk personeel mogen hebben en de getuigenis van een christen tegen een Jood is altijd geldig is. Daarnaast wordt de christenen verboden rente van elkaar te vragen n.a.v. Deut.23:19 en 20. Omdat de Joden een monopoliepostitie hadden op kredietverstrekking, zet dit kwaad bloed biij de christenen. De rente is in deze peiode hoog, door de economische en politieke onzekerheid waarin de Joden zich bevinden!
1182 n.d.g.j. de Franse Joden worden verjaagd en hun land wordt ingepikt.
1190 n.d.g.j. Anti-Joodse rellen breken in Engeland uit. 500 Joden van York vluchten naar een vesting. Als herhaling van de Massada in 73 n.d.g.j., omdat het ondragelijk werd, plegen veel Joden zelfmoord.
1191 n.d.g.j. de kruisvaarders verjagen de Joden uit Ashkelon (Israël).
1204 n.d.g.j. Constantinopel wordt door de kruisvaarders geplunderd en Joodse wijken worden verwoest.
1212 n.d.g.j. tijdens het bewind worden Joodse gemeenschappen in Israël door de kruisvaarders de gedecimeerd (sterk uitgedund). Als gevolg hiervan zijn 300 rabbijnen uit Engeland en Frankrijk naar Israël en Jeroeshalaijim getrokken om Joodse gemeenschappen een nieuw leven in te blazen.
1215 n.d.g.j. de 4e Lateraanse Concilie (paus Innocentius III) zegt dat de Joden aan een kledingcode moeten gaan houden om zich van de christenen te onderscheiden. Deze Concilie zegt tevens dat Joden niet aan de universiteiten mogen studeren, uit hun publieke functies ontheven dienen te worden, dat Joden geen zaken mogen doen met christenen die zich niet aan de regels van de kerk houden èn een tot het christendom ´bekeerde Jood´ mag geen enkele Joodse rite meer uitvoeren.
1216 n.d.g.j. paus Honorius III (Cencio Savelli) stichtte de nieuwe ordes der predikbroeders (ordo fratrum praedicatorum), de dominicanen, gesticht door de heilige Dominici. Er kleeft veel bloed aan deze handen. Naast hun kruistocht tegen de ketters die zij in Zuid Frankrijk hebben gehouden, worden de Joden niet vergeten. In deze ketterij wordt woord in daad omgezet. Daarbij preekt men tegen de Joden en men schrijven anti-Joodse geschriften.
1228 n.d.g.j. graaf van Toulouse (Spanje) schrijft het Verdrag van Parijs. Punt 6 van dit verdrag luidt: Wij zullen al onze baljuws in functie, nu en in de toekomst, trouw laten zweren aan bovenstaande clausules. Als zij deze richtlijnen negeren of niet goed uitvoeren zullen wij ze straffen volgens de aard van hun fouten. Als zij volharden en schuldig worden bevonden zullen al hun goederen verbeurd worden verklaard. Wij zullen in onze gebieden alleen katholieke baljuws benoemen met uitsluiting van joden en verdachten van ketterij. Joden en verdachten van ketterij kunnen geen officiële inkomsten verwerven uit steden, dorpen, burchten en eventuele tolgelden. Mocht een baljuw zich niet aan deze richtlijnen houden, dan zullen wij hem vervolgen en straffen zoals voorzien.

1230 n.d.g.j. – 1415 n.d.g.j.
1230 n.d.g.j. het Verdrag van Melun (Frankrijk) wordt getekend. Dit is een overeenkomst tussen de Franse koning Lodewijk VIII en Johanna van Constantinopel, gravin van Vlaanderen en Henegouwen, als een nasleep van de Vlaamse nederlaag in de Slag bij Bouvines (1214). Ook belooft men elkaar dat zij van elkanders Joden en Joodse bezittingen (zie 1176) af zouden blijven.
1231 n.d.g.j. aanvang van de Inquisitie (inquisitio = onderzoek; Inquisitio haereticae pravitatis: rechtbank voor ketters; Heilig officie) door paus Gregorius IX tegen ketters en Joden. Er wordt door historici geschat dat er 50.000 Joden vermoord zijn.
1234 n.d.g.j. Newcastle (Groot-Brittannië) verbiedt dat daar Joden mogen wonen. Derby (1261), Romsey (1266) en Cambridge (1275) volgen dit op.
1235 n.d.g.j. in de Duitse Fulda worden Joden van 2 kindermoorden beschuldigd middels het wel bekende bloederige matzes-sprookje (1146).
1236 n.d.g.j. keizer Frederik II van Pruisen verklaart dat het concept dat Joden lijfeigenen van de kroon zijn over heel het Roomse Rijk geldt (servi camerae nostrae). Hiermee komen de Joden onder keizerlijke bescherming. Dit wordt een onderdeel van de machtsstrijd tussen de keizer en de paus. Ondertussen heeft de keizer verboden de Joden te beschuldigen van de matzes-sprookje. Hij spreekt alle Joden hiervan vrij.
1237 n.d.g.j. paus Gregorius IX schrijft aan koning Louis IX van Frankrijk dat hij het geweld van de 5e kruistocht t.o.v. de Joden, waarbij 3000 Franse Joden vermoord werden, buitensporig vindt.
1239 n.d.g.j. paus Gregorius IX verwacht dat de koningen en bisschoppen van Frankrijk, Engeland, Spanje en Portugal alle Hebreeuwse boeken in beslag nemen, omdat de Joden halsstarrig in hun verraderlijke theorieën blijven zitten die men uit die boeken leert.
1240 n.d.g.j. dominicaner monniken verbranden in Parijs de Talmoedische Geschriften.
1243 n.d.g.j. in Duitland komt de hostie-sprookje weer bovenwater drijven (1021). Door bijgeloof van de transformatie, geloofde men dat de Joden de hostie evenzo toetakelen zoals men dacht dat de Joden Jezus hebben vermoord.
1266 n.d.g.j. Joden mogen in Polen alleen in ghetti leven. Dit is bepaald door de kerk van Berslau.
1267 n.d.g.j. paus Clemens IV geeft een bul die de Turbato Corder heet. De bul houdt in dat de autoriteit van de inquisitie worden uitgebreid over de proselieten (mensen die tot het Jodendom bekeren), over Joden die terugkeren tot het Jodendom en christenen die tot het Jodendom bekeren.
1268 n.d.g.j. in Trani (Italië) worden Joodse gemeenten vernietigd.
1270 n.d.g.j. massamoord van Joden in de Duitse Weissenberg, Magdeburg en Erfurt.
1278 n.d.g.j. vele Joodse leiders worden in Engeland opgehangen.
1283 n.d.g.j. massamoord van Joden in de Duitse Kreuznach, Mainz en Mellrichstadt.
1285 n.d.g.j. in München worden de Joden wederom beschuldigd van een rituele moord op een christen. Zij worden de synagoge in gedreven en levend verbrand.
1287 n.d.g.j. massamoord van Joden in de Duitse Wesel, Boppard, Kobern, Kim/ Nahe, Lahnstein, Braubach/ Rhein und Münstermaifeld.
1288 n.d.g.j. worden er 104 Joden in Bonn uitgemoord.
1289 n.d.g.j. worden 13 Joden uit Troyes (Frankrijk) verbannen.
1290 n.d.g.j. Engelse Joden worden verbannen tot 1655. Hun bezittingen worden verbeurd verklaard.
1298 n.d.g.j. de Duitse ridder Rindfleisch (Der Judenschlächter) moordde, door de hostie-mythe, met zijn bewapende bende Joden uit. Hij bezoekt 146 steden en in als die 146 steden breken er pogroms uit. Dit heeft in Midden- en Zuid Duitsland en in Oostenrijk 100.000 Joden gekost.
1306 n.d.g.j. verbanning van de Franse Joden o.a. n.a.v. het hostie-sprookje. Dit duurt tot 1315. In 1322 en 1394 wordt het weer ingesteld.
1321 n.d.g.j. in Chinon (Frankrijk) worden 160 Joden levend begraven. 5000 Joden worden in Zuid Frankrijk vermoord.
1328 n.d.g.j. in Estella (Spanje) wordt een volledige Joodse gemeenschap vermoord. 5000 Joden worden in Navarra (Frankrijk) vermoord.
1332 n.d.g.j. in Verbelingen/Überlingen (Duitsland) worden 400 Joden in de synagoge levend verbrand.
1337 n.d.g.j. worden Joden in de Duitse Beieren en Deggendorp vermoord.
1348 n.d.g.j. de Joden krijgen de schuld van de Zwarte Dood; de builenpest. De Joden zouden de waterbronnen hebben vergiftigd. Paus Clemens VI verklaart de Joden onschuldig, maar er volgen pogroms in bijna alle plaatsen waar Joden wonen. Tallozen Joden worden vermoord.
1349 n.d.g.j. alle Joden in Spiers (Duitsland) worden uitgemoord. 2000 Joden uit Straatsburg overkomen hetzelfde lot. Zij worden op een enorme brandstapel gegooid. 500 Joden in Worms wachten dit niet af en plegen zelfmoord. Door diverse Duitse streken worden de Joden om de Builenpest vervolgd. Alle vindbare Joden uit Brabant worden door Hertog Jan III in Brussel collectief terechtgesteld.
1355 n.d.g.j. in Toledo worden tijdens de pogrom 12.000 Joden afgeslacht. De synagoge van Praag wordt in opdracht van paus Benedictus XII met de grond gelijk gemaakt.
1388 n.d.g.j. worden de Joden uit Straatsburg (Frankrijk) tot 1767 verbannen.
1389 n.d.g.j. in Praag spelen Joodse kindertjes in het zand en maken per ongeluk een Priester vies. Dit was de aanleiding om 3000 Joden voor het gerecht te dagen.
1391 n.d.g.j. anti-Joodse rellen in Spanje. Gevolg duizenden Joden vermoord en synagogen plat gebrand. In Sevilla worden 5000 Joodse families uitgeroeid. Door de Spaanse Jodenvervolging worden 20.000 Joden op de brandstapel gegooid. 200 Joden in Enz (bij de Donau) worden verbrand.
1399 n.d.g.j. in Posen (Polen) beschuldigt men de rabbijn en 13 andere Joodse leiders dat zij heilige voorwerpen van de kerk hebben ontheiligd. Men martelen deze Joden en doden hen middels opsluiting in de synagoge om deze vervolgens in brand te steken.
1401 n.d.g.j. in Schaffhausen (Duitsland) worden 48 Joden levend verbrand.
1404 n.d.g.j. alle Joden in Salzburg (Oosterrijk) worden verbannen.
1405 n.d.g.j. wordt de synagoge van Toledo (Spanje) van de Joden onteigend.
1412 n.d.g.j. in Spanje gaat men door met anti-Joodse acties. In dit jaar gaat men het woongebied van de Jood beperken en middels een wet de Joden isoleren.
1415 n.d.g.j. paus Benedictus XIII (Theophylactus van Tusculum) geeft de opdracht Talmoedische boeken in beslag te nemen. De Joden mogen geen zaken meer bezitten die in strijd zullen zijn met het Christendom. Ondertussen wordt de Tsjechische kerkhervormer Johannes Hus, oprichter van de Hussieten, door de inquisitie ter dood veroordeeld straffe de brandstapel. Hij zou ketterij hebben gepleegd en aan Judaïstische praktijken hebben uitgevoerd.

1420 n.d.g.j. – 1559 n.d.g.j.
1420 n.d.g.j. in Toulouse (Frankrijk) wordt de Joodse gemeenschap uit gemoord. Er volgt tevens een opstand door de Hussieten. Deze opstand wakkert juist het antisemitisme over Europa sterker aan.
1421 n.d.g.j. in Wenen volgt er een massamoord op Joden n.a.v. het hostie-sprookje.
1428 n.d.g.j. paus Martinus V (Oddone Colonna) verbiedt Italiaanse schepen Joden naar Israël te vervoeren.
1429 n.d.g.j. deze paus geeft dit jaar een bul uit om juist de Joden te beschermen. Helaas wordt deze bul genegeerd.
1431 n.d.g.j. tijdens het Concilie van Basel (Zwitserland) besluit men Joden in ghetto’s te stoppen.
1433 n.d.g.j. kort nadat de ban is ingesteld, komt er een krachtige oproep van Jitschak Tsarfati. Hij roept de Joden via het toen tolerante Turkije naar Israël te reizen. Later in dit eeuw moedigen de Ottomaanse Sultans Joodse immigratie naar hun gebieden aan.
1450 n.d.g.j. worden tot 1520 veel Joden uit Duitse steden verbannen.
1455 n.d.g.j. het eerste boek wordt gedrukt door Johannes van Gutenberg (Johann Gensfleisch zur Laden). Notabene de Bijbel in het Latijn.
1475 n.d.g.j. een christelijk kind, genaamd Simon, verdwijnt op 21 maart in Trente (Italië) wanneer hij drie jaar oud is. Prins-bischop Johannes IV Hinderbach beschuldigt de Joden: tweeling Samuel en Saligman, Tobias, Vitalis (Veitel), Moses, Israel en Mayr. Men martelen deze Joden in de kerkers van het Buonconsiglio kasteel. Na menig keren uiterst gemarteld te zijn, geven zij de valse beschuldigingen toe dat zij Simon geslacht zouden hebben voor hun Pesach-feest. Ze krijgen de marteldood opgelegd en belanden op de brandstapel. Hun synagoge wordt verbrand en op die plek het Simonino Unverdorben kapel gebouwd. In 1582 wordt dit kind onder paus Sixtus V heilig verklaard (Sint Simonino). Pas in 1964 wordt er tijdens de Heilige Congregatie der Riten te Rome de heiliging ingetrokken, doordat de RKK na honderden en honderden jaren eindelijk toegeven dat de Joden vals beschuldigd zijn.
1478 n.d.g.j. de Spaanse Inquisitie wordt ingesteld. Tienduizenden onschuldige mensen worden gemarteld en gedood. Een groot deel zijn dat Joden, Marranen (bekeerde Joden tot het Christendom die stiekem toch het Jodendom blijven beoefenen) en christenen met een Joods komaf. Joden worden vervolgd en in 1492 voor de keus gesteld: bekeren tot het katholicisme of Spanje verlaten, uiteraard met achterlating van al hun bezittingen.
1481 n.d.g.j. de eerste autodafe (arrest betreffende het geloof) wordt in Sevilla voor het eerst georganiseerd. In 1781 wordt de laatste autodafe, teven in Sevilla, uitgevoerd. Zes mensen worden in 1481 in Sevilla verbrand, omdat zij in het geheim het Jodendom aanhingen.
1483 n.d.g.j. monniken van de Dominicaner inquisiteur Tomas De Torquemada worden tegen de Marranen wrede maatregelen getroffen.
1489 n.d.g.j. bisschop Petrus Brutus van Kotor (Joegoslavië) schreef 2 boeken: ´Brief tegen de Joden en ´Victoria contra Judæos (overwinning tegen de Joden)´. Waarschijnlijk is deze ergste vorm van antisemitisme in die tijd aangewakkerd door de verdwijning van Simon in Trente.
1490 n.d.g.j. duizenden Hebreeuwse manuscripten worden verbrand in opdracht van de Spaanse Inquisitie.
1492 n.d.g.j. 160.000 van de 200.000 Spaanse Joden worden uit Spanje verbannen. 25.000 komen in Nederland aan. De grootste deel van de achterblijvers (om en nabij 50.000) in Spanje laten zich dopen, maar stiekem worden zij Marraan. Christophorus Columbus zet zich voor de Spaanse Joden in.
1495 n.d.g.j. verbanning van de Joden in Litouwen, Portugal en Sicilië.
1500 n.d.g.j. na een in Keulen gehouden hevige discussie tussen christelijke theologen en Joodse leraars, worden duizenden Joden uit het Rijnland verbannen.
1502 n.d.g.j. Joden uit Rhodos (Griekenland) worden met geweld bekeerd tot het christendom. Wie weigert wordt verbannen of gedood of als slaaf weggevoerd.
1510 n.d.g.j. in het Duitse Brandenbrug krijgen 38 Joden de schuld van de moord op een christelijk kindje. Uiteraard wordt dit onder het hostie-sprookje geschaard. Deze Joden werden verbrand.
1516 n.d.g.j. Italiaanse Joden moeten in ghetto´s wonen. Bij het begin van de Ottomaanse overheersing worden 30 Joodse gemeenschappen geregistreerd. Dat zijn: Haifa, Sjechem, Hebron, Ramleh, Jaffa, Gaza, Jeroeshalaijim, en vele in het noorden. Hun centrum was Safed. Safed (zie Kabbalah en geschiedenis van G´d) de grootste Joodse gemeenschap in Palestina en krijgt spoedig de geestelijke leiderschap van de hele Joodse wereld.
1517 n.d.g.j. Luther spijkert zijn stellingen aan de kerkdeur in Wittenberg (Duitsland). Voor de eerste keer wordt de Cum Nimis Absurdum gepubliceerd. Het is uiteraard anti-Joods. De Turkse sultan Selim I. verovert Jeroeshalaijim. De Turken heersen tot 1917 over het Heilige Land.
1523 n.d.g.j. Luther publiceert dat Jezus Jood was (Dass Jesus Christus ein geborener Jude sei). Hierdoor wordt er gepleit wat vriendelijker tegen de Joden te zijn. Luther denkt namelijk dat Joden hierdoor sneller bekeren tot het Christendom dan wanneer zij vervolgd worden.
1537 n.d.g.j. sultan Suleiman de breekt de muur van Jeroeshalaijim af.
1541 n.d.g.j. Napels en Praag verbannen hun Joden.
1543 n.d.g.j. Luther raakt ernstig teleurgesteld in de Joden. Joden bekeren zich maar niet tot zijn Protestantisme. Hierdoor wordt Luther antisemitisch en schrijft over Joden en hun leugens. In dit schrijven pleit hij voor het verbranden van synagogen en Joodse huizen, beslagname van hun boeken en verbod op Joods religieus onderwijs: “Was sollen wir Christen denn nun mit diesem verworfenen, verdammten Volk der Juden tun? Ich will euch meinen treuen Rat geben:

Verbrennt ihre Synagogen und Schulen, und was nicht brennen will, begrabt mit Erde, so daß kein Stein mit Trümmer übrigbleibt.
Brecht ihre Häuser auf und zerstört sie.
Nehmt alle ihre Gebetsbücher und Talmude fort, in denen nichts als Gottlosigkeit, Lügen, Flüche und Schwüre sind.
Verbietet ihren Rabbis, unter Androhung der Todesstrafe und von Verstümmelung, zu unterrichten.
Verbietet ihnen das Reisen. Denn sie sind weder Herren noch Amtsleute, noch Handelsleute – sie sollen zu Hause bleiben.
Verbietet allen Wucher, denn wir sind nicht ihre Untertanen, sondern sie die unsrigen.
In die Hände aller jungen Juden und Jüdinnen gehören Dreschflegel, Äxte, Spaten, Spinnrocken und Spinnräder. Laßt sie damit ihren Lebensunterhalt im Schweiße ihres Angesichts verdienen, wie es alle Kinder Abrahams tun sollen. Denn Gottes Zorn ist groß über sie, daß sie durch sanfte Barmherzigkeit nur ärger und ärger, durch Schärfe aber besser werden. Darum immer weg mit ihnen!” Traktat Von den Juden und ihren Lügen.
1545 n.d.g.j. de Romeinse Inquisitie verbiedt christenen de Talmoed te lezen of te drukken. Joodse huizen worden doorzocht op Talmoedische boeken. De gevonden boeken worden in beslag genomen. De Joden moeten in Italië een gele hoed dragen.
1555 n.d.g.j. paus Paulus IV maakt Cum Nimis Absurdum (1517) officieel. De bepaling houdt het volgende in: dat alle Joden in de steden van de Kerkelijke Staat naar ghetto’s moesten worden verbannen en daarin opgesloten. Deze Joden-bul zegt dat Joden alleen in lompen mogen handelen, moeten een gele hoed dragen en mogen absoluut geen bezittingen hebben. In de synagogen mogen uitsluitend missionarissen preken.
1559 n.d.g.j. de Inquisitie van de RKK geeft haar Index Librorum Prohibitorum uit. Dit is een lijst van door de kerk verboden boeken. Index Librorum Prohibitorum is daarvan de letterlijke definitie in het Latijn. In de hel zou een gesloten afdeling van een kloosterbibliotheek bestaan, waarin de door het kerkelijk gezag verboden boeken opgeslagen worden. Uiteraard waren er vele Joodse boeken op dat lijst vermeld. Ondertussen verbranden men 12.000 boeken en handschriften. Tot 1966 zijn er steeds nieuwe edities van de Index Librorum Prohibitorum uitgegeven. In Cremona (Italië) wordt de bibliotheek van de Joodse school vernietigd.

1563 n.d.g.j. – 1700 n.d.g.j.
1563 n.d.g.j. Ivan IV Vasiljevitsj, ook bekend als Ivan de Verschrikkelijke, dwingt tijdens zijn verovering van de provincie Polotsk (Polen) de Joden tot het Grieks Orthodox Christendom. 300 man weigeren dit en worden verdronken in de rivier.
1569 n.d.g.j. behalve in Ancona en Rome, verband paus Pius V de Joden in alle dorpen en steden van de pauselijke staten. Dit doet de paus op 26 januari middels de bul Hebraeorum.
1572 n.d.g.j. Amsterdamse Joden worden door de Hollandse leiders gevraagd mee te doen aan de opstand tegen Spanje.
1581 n.d.g.j. Joodse artsen mogen geen christelijke patiënten behandelen. Paus Gregorius XIII heeft dit verbod bekrachtigd.
1590 n.d.g.j. De Zeven Provinciën worden onafhankelijk. In 1579 wordt dit ondertekend in de ondertekening van de Unie van Utrecht (1579). De statenbond bestaat uit Gelre, Holland en Zeeland, Friesland, Groningen, Overijssel, Utrecht en Drente. Hierdoor komt een migratie opgang van de Marranen uit Spanje en Portugal om zich in Amsterdam te vestigen.
1593 n.d.g.j. Josephus Justus Scaliger, een Franse filosoof, Hugenoot van Italiaans afkomst, wordt Hoogleraar aan de universiteit van Leiden. Hij veroordeelt de Latijnse Bijbelvertalingen en meent dat deze corrupt zijn. Hij prijst een Hebreeuwse studie aan de studenten. Uit economische belang, maar ook omdat mensen van Joden kunnen leren, wordt hij een voorvechter om Joden in West-Europa te laten vestigen.
1595 n.d.g.j. Koning Henry IV verleent g´dsdienstvrijheid en privileges aan de Joden van Metz (Frankrijk). Hierdoor werd deze stad een belangrijk Joods centrum.
1600 n.d.g.j. wonen ongeveer 2.500 Sefardim en 5.000 Ashkenazim in Amsterdam.
1614 n.d.g.j. opstand in Frankrijk. Na plunderingen in Joodse getto´s worden 1400 Joden tot 1616 verbannen.
1615 n.d.g.j. op voorwaarde dat er geen gemengde huwelijken tussen Joden en christenen zullen ontstaan, geeft Hugo de Groot (Grotius) toestemming aan de petitie om Joodse asielzoekers uit Spanje en Portugal op te nemen. 300 families komen in Amsterdam terecht en 200 in de provincie. Rabbijn Menasseh Ben Israel is één van de vrienden van Hugo de Groot. De naam Mokum (bijnaam voor Amsterdam) is niet voor niets in het leven gebracht. Mokum is een verbastering van maqom. Maqom geeft een gevoelswaarde aan van het feit dat Amsterdam voor een Jood een veilige plaats is. Amsterdam wordt ook het ´Jeroeshalaijim van het westen´ genoemd.
1616 n.d.g.j. Rabbijn Isaac Uziël schrijft: ´momenteel wonen de mensen vreedzaam in Amsterdam. Ieder kan zijn eigen geloof belijden, maar mag niet openlijk laten zien dat hij een ander geloof heeft dan de (christelijke) inwoners van de stad´.
1621 n.d.g.j. de eerste openlijke christelijke-Zionistische actie door het boek ´The World´s Great Resoration´ van Sir Henry Finch. Finch is van mening dat de Joden aanspraak moeten maken op het Beloofde Land.
1623 n.d.g.j. Joden mogen in Bohemen weer de graan-, wijn-, en kledinghandel ingaan. De antisemitistische verboden, die praktisch over heel Europa geldt, wordt hiermee mondjes maat ingetrokken.
1627 n.d.g.j. de Joden uit Venetië doen een oproep om de Joden in Jeroeshalaijim te helpen. Ze worden vervolgt door Mohammed ibn Faroek. De Hollandse Joden reageren positief en hiermee is de startschot gegeven van de traditie van de jaarlijkse collectes voor de Joden in Israël.
1636 n.d.g.j. de eerder genoemde rabbijn Menasseh Ben Israel, vriend van Hugo de Groot (1615), publiceert het boek ´het probleem van schepping´. De invloedrijke humanist Casparus Barlaeus (Caspar van Baerle) heeft hier het voorwoord voor geschreven. Hij schrijft dat de christenen niet het monopolie hebben op vroomheid en dat Joden en christenen ´als vrienden van God´ kunnen samenleven. Ook Caspar is, net als Josephus Justus Scaliger (1593), hoogleraar aan het universiteit van Leiden. Caspar is tevens een remonstrante predikant geweest. Remonstranten, ook Arminianen genoemd, is godsdienstige groepering in de Republiek der Verenigde Nederlanden tijdens het Twaalfjarig Bestand. Zij zijn volgelingen van de Leidse hoogleraar Arminius, die tegenover de strenge predestinatieleer van Calvijn een mildere opvatting hebben verdedigd. De naam remonstranten is ontleend aan een in 1610 opgesteld protest of ‘Remonstrantie’. Op de Dordtse Synode (1618-1619) werd de leer van de remonstranten veroordeeld. Meer dan 200 remonstrantse predikanten werden afgezet. Ook Caspar wordt als hoogleraar op het universiteit ontslagen, nadat men de universiteit hebben gezuiverd van remonstrante ideeën.
1648 n.d.g.j. de Kozakken en de Oekraïners moorden tot 1656 onder leiding van Bogdan Chmielnitzki van 300.000 tot 500.000 Joden uit, vernietigen bijna 700 Joodse gemeenten. Duizenden Joden vluchten naar het westen. Onafhankelijkheid van de Republiek der Verenigde Nederlanden middels het Verdrag van Münster.
1649 n.d.g.j. in Amsterdam woont het puriteins Britse stel Joanna en Ebenezer Cartwright. Zij sturen naar de regering van Londen en petitie om te intrekking van de verbanningswet (1290) te verzoeken. Tevens verwijzen zij de door de profeten voorzegde terugkeer van de Joden naar Israël en zijn menen dat Groot.Brittannië en Holland hier een grote rol in zal spelen.
1655 n.d.g.j. Oliver Cromwell trekt de verbanningswet in en Joden kunnen weer in Engeland vestigen. Dit n.a.v. de vaker genoemde Rabbijn Menasseh Ben Israel die hier een diplomatische rol vertolkt. Deze trekt naar Engeland en biedt aan Cromwell een petitie aan om de vestigingsverbod van de Joden in Engeland in te trekken en toestemming voor het bouwen van synagogen. Ook Ben Israël is ervan overtuigd (n.a.v. de verloren stammentheorie; zie verloren stammen van Israël) dat Engeland een grote rol zal spelen in de terugkeer van de Joden naar het Beloofde Land. Opkomst van de Messiaanse-Jiddische beweging van Sabbatai Zwi.
1656 n.d.g.j. de Sefardische filosofische Jood Baruch Spinoza wordt door de Amsterdamse synagoge uitgezet, omdat hij beweert dat de oorsprong van de Tora niet G´ddelijk is.
1657 n.d.g.j. Spanje schend het Verdrag van Münster door Nederlandse Joden te weigeren dat zij in Spanje en Portugal verblijven om daar handel te drijven. De Hollandse Staten Generaal garanderen de Joodse belangen.
1670 n.d.g.j. in Wenen worden de Joden verbannen.
1671 n.d.g.j. in Pruisen (Duitsland) neemt de Grote Keurvorst 50 welgestelde uit Wenen verbannen families op. Ondertussen wordt de Ashkenatische ´Grote Sjoel´ in Amsterdam geopend.
1675 n.d.g.j. openen de Sefardiem op het Jonas Daniel Meyerplein hun Snoge (Esnoge) tegenover de Grote Sjoel.
1680 n.d.g.j. de leider van het piëtisme, de Duitse theoloog Philipp Jakob Spener, zet zich enorm in voor de Joden. Dit doet hij in zijn geschriften. Hij is van mening dat christenen van de Joden moeten houden. Overigens staat het piëtisme voor een protestants-christelijke vorm van geloofsbeleving. Deze ontstaat in de 17de eeuw in Nederland, Engeland en Duitsland, die zich verzette tegen dorre leerstellige prediking, gepaard gaande met slapheid van zeden, en zich richtte op persoonlijke geloofsbeleving en het voortbrengen van vruchten van geloof en liefde.
1699 n.d.g.j. de Duitser professor in het Hebreeuws Heindelberg en antisemiet Johann Eisenmenger publiceert ´Jodendom ontmaskerd (Entlarvung des Judentums)´ . Er wordt beweert dat de Zwarte Dood van 1348 wel degelijk door de Joden is veroorzaakt en dat het matzes-sprookje op waarheid berust is ([christelijke]kinderbloed in de matzes). Echter wordt de publicatie uitgesteld tot 1711, omdat de Joodse leiders de keizer hebben kunnen overtuigen dat dit een antisemitistische boek is.
1700 n.d.g.j. geboorte van de grondlegger van het Chassidisme; Israël ben Eliëzer van Mesbiez in Okoppy (Polen). Op zijn zesendertigste roept hij zichzelf uit tot Baäl Sjem (Heer van de Goede Naam).

1710 n.d.g.j. – 1804 n.d.g.j.
1710 n.d.g.j. Hamburg voert antisemitische maatregelen in.
1727 n.d.g.j. tot 1848 mogen alleen de oudste zoon van Joodse gezinnen trouwen. Tevens worden alle Joden uit Rusland verbannen. Het wordt weliswaar niet officieel ingesteld, maar het geeft de rechteloosheid van het Joods volk aan.
1730 n.d.g.j. Pruisische koning Frederik Wilhelm I stelt wettelijk vast dat Joden niet de concurrentie aan mogen gaan met christelijke gilden. Ook mogen Joden niet met grote hoeveelheden goederen handeldrijven en staarthandel wordt voor hen ook verboden. Joden mogen wel aan investeringen doen en mogen het vak als geldhandelaar uitoefenen.
1738 n.d.g.j. wordt Josef Oppenheimer (Joseph ben Jissachar Süsskind), bijgenaamd Jud Süss opgehangen. Hij was de Joodse financier aan het hof van hertog Karel Alexander van Württemberg. De bevolking haten hem, omdat hij een belastingheffer was. Oppenheimer is tevens niet geliefd omdat hij voorstander is van de mercantilisme. Dit is een benaming voor de economische politiek die van de 16de tot de 18de eeuw door veel Europese staten werd gevoerd ter bevordering van de welvaart en ter vergroting van de staatsmacht. De nationaal-socialisten gebruikten zijn levensverhaal voor de beruchte antisemitische prgrootvadergandafilm Jud Süss.
1745 n.d.g.j. worden de Joden van Praag voor vier jaar verbannen.
1748 n.d.g.j. n.a.v een in Portugal plaatsgevonden mini-apocalypsje tussen 1700-1710/1721-1761, schrijft de Franse politieke filosoof Charles-Louis de Secondat Montesquieu; baron van de La Brède (vlakbij Bordeaux), in zijn De l’esprit des lois het volgende: ´voor 1 ding moeten wij u waarschuwen: als in de toekomst iemand durft te beweren dat de volkeren van Europa beschaafd waren in die tijd waarin wij nu leven, zult u worden aangehaald als bewijs dat zij barbaars waren en uw beeld zal zodanig zijn, dat uw periode erdoor in diskrediet wordt gebracht en uw tijdgenoten voorwerp van haat zullen worden´. Tijdens bovengenoemde apocalypsje, die aanleiding van zijn betoog was, werden in de eerste tien jaar van deze eeuw meer dan 1000 mensen verbrand. Tussen 1721 en 1761 zijn dat er 190 mensen, wat merendeels vrouwen zijn. Twintig portretten werden verbrand en drieduizend mensen krijgen een boetedoening. Gevolg van deze apocalypsje was dat vele Converso´s (Marranen) naar [Amsterdam, Engeland, Frankrijk en de Verenigde Staten vluchtten.
1753 n.d.g.j. de Engelse regering onderneemt een poging om de officiële status van de Joden te veranderen. Dit roept anti-Joodse praatjes en vraagstukken op, maar geweld blijft uit.
1755 n.d.g.j. wordt in Lissabon de laatste Marraan verbrand.
1756 n.d.g.j. de verlichte filosoof Voltaire brengt zijn `Volledige Werken´ uit. Daarin kan men woedende antisemitistische passages vinden.
1764 n.d.g.j. de eerste georganiseerde aliya (immigratie) van Goden uit Galicië en Polen.
1768 n.d.g.j. vermoorden Kozakkenbenden duizenden Joden in Polen.
1769 n.d.g.j. Johan Caspar Levater (theoloog en auteur uit Zwitserland) daagt Mozes Mendelssohn (filosoof, onderwijzer en zakenman) uit om publiekelijk een dialoog aan te gaan waarin de superioriteit van het Jodendom over het christendom aangetoond moet worden.
1770 n.d.g.j. Mendelssohn wijst de uitdaging af ´omdat polemieken [twistgeschrijf] over religieuze vraagstukken tegengesteld zijn aan de geest van de tolerantie en zoiets voor mij als Jood niet passend is´. Clement XIV bevestigt de rituele moorden (matzes-sprookje) op zowel Sint Simonino (1475 n.d.g.j.) en Sint Anderl (Andreas van Rinn; die zou ook de Joden ritueel vermoord zijn). Dit doet Clement als advocaat van de Heilige Stoel. Dit gebeurt voordat hij paus wordt.
1771 n.d.g.j. komt Voltaire met wederom een antisemitisch geladen werk: ´Brieven van Memmius aan Cicero´.
1772 n.d.g.j. start van een religieuze oorlog tegen de reguliere en Chassidische Joden in Wilna (Litouwen). Wilna is het bolwerk van het rabbinisme. Er wordt in Wilna ontdekt dat er een Chassidische groep Joden hier ophoudt. Rabbi Elia ben Solomon Zalman (Gaon van Wilna) vaardigt onder de Joden een ban tegen de Chassidiem waardoor hun boeken verbrand worden. Reden is dat men o.a. van mening is dat het Chassidisme niet ver van het heidense aanbidding van stervelingen ligt. Dit n.a.v. hun te grote adoratie naar Baäl Sjem Tov (1700). Daarbij erkennen de Chassidiem de door de rabbinaat goed gekeurd slachtvlees niet, waardoor dit een belediging is naar het rabbinaat. De Chassidiem brengen een tegenban uit door het verbranden van de polemisch boek die tegen geschreven is.
1775 n.d.g.j. geeft paus Pius VI de verordening ´Edict over Joden´uit. Joden mogen onder andere geen grafstenen op hun graven.
1776 n.d.g.j. de orde: ´Illuminati´ wordt opgericht. Dit is een geheime revolutionaire Orde uit Ingolstadt – Duitsland; opgericht door de (Amalek) Jood Prof. Adam Weishaupt, die via revoluties en oorlogen de leiding van de wereld wil. Deze orde bestaat uit een elitegroep van personen die de wereld wilde beheersen. Wie economisch/financiële macht heeft, kan bijna alles bespelen. De gedachten van het volk moest gewonnen worden en ze moesten beïnvloed worden. Wederom: door beheersing van media, politiek, bedrijfsleven, etc.
1777 n.d.g.j. tweede georganiseerde aliya van ruim 300 Poolse Joden.
1778 n.d.g.j. verbreekt Tsarin Catharina II (de Grote) voor het eerst het verbod dat de Joden niet tot een gilde kunnen toetreden. Zoals we als gemeld hadden, gold dit verbod in bijna heel Europa. Helaas mogen alleen de welvarende Joden tot gilden toetreden.
1781 n.d.g.j. ondanks dat de Joden van de Oostenrijkse keizer Josef II geen gele hoed of lap meer hoeven te dragen en geen extra belastingen meer hoeven te betalen, blijft het verbod op het gebruik van Jiddisch en Hebreeuws in de boekhouding verboden. Deze hervorming zal de Joden bruikbaarder kunnen maken. Dit wordt de tolerantie-edict van Josef II genoemd. Een uitvaarding van de Joodse gemeenschap in Wilna tegen de Chassidische Joden (1772). Deze uitvaarding houdt het volgende in: de Chassieds moeten uit de gemeenschap vertrekken, men mag aan hen ´s nachts geen onderdak verlenen, er komt een verbod aan hun manier van ritueel slachten, een verbod om met een Chassied zaken te doen en verbod op ´gemengde´ huwelijken.
1783 n.d.g.j. bepleit advocaat C.W. von Dohm voor de Joodse emancipatie. Gelijktijdig wordt er middels Hoge beroep de christenen gedwongen om de Joden als broeders en medemensen te zien.
1790 n.d.g.j. de emancipatie van de Joden in Frankrijk. Deze zal in twee fasen gaan: in dit jaar geldt het voor de Sefardische Joden in Zuid Frankrijk.
1791 n.d.g.j. krijgen alle Joden in Frankrijk burgerrechten. De tweede fase van de Joodse emancipatie treedt in. Dit geldt nu voor de Ashkenatische Joden in Noord Frankrijk. Napoleon Buonaparte I tracht een aantal jaren later de Joden uitsluitend als kerkelijke gezindte te organiseren. In Centraal- en in Oost-Europa zal hij als redder worden begroet. De emancipatie zal helaas na de val van Napoleon in de meeste landen weer verloren gaan. Ondertussen bepaalt Tsarin Catharina II dat de Joden uitsluitend in bepaalde gebieden mogen wonen. Deze gebieden, de Oekraïne, Wit Rusland en Oost Polen, worden ansiedlungsrayon of Pale of Settlement genoemd. De Joden worden in deze gebieden onder strengen en beperkende bepalingen onderworpen. Door deze overgrote massa in afgescheiden gebieden, levert ophopingproblemen op. De Oost-Europese Joden krijgen hierdoor een verminderde economische bestaansmogelijkheden, wat tot diepe armoede leidt.
1795 n.d.g.j. Polen wordt opgedeeld in Pruisen, oostenrijk en Rusland. Er wonen hier 250.000 Joden en zij vormen ongeveer 10% van de gehele bevolking.
1797 n.d.g.j. de dood van Elia ben Solomon Zalman (1772). Er worden geruchten verspreid dat Chassidische Joden op zijn graf dansen.
1799 n.d.g.j. wilt Napoleon Buonaparte Israël veroveren. Hij belaagt in Akko en legert zich in Megiddo om tegen de Turken in strijd te trekken.
1800 n.d.g.j. opkomst van het reform Jodendom; Liberaal Jodendom.
1802 n.d.g.j. pleit ook de Duits-Protestante theoloog en filosoof Johann Gottfried Herder voor de Joodse emancipatie.
1804 n.d.g.j. Rusland kondigt een programma voor assimilatie en verbanning af. Joden kregen toestemming naar scholen te gaan en om eigen scholen te stichten. Echter mogen de lessen alleen in de talen Russisch, Pools of Duits gegeven worden. Maar Joden mogen ondertussen niet meer in de dorpen wonen, deelnemen aan pachtactiviteiten en het verkopen van alcoholische dranken. Duizenden families staan opeens met lege handen. Het wordt toegestaan dat Joden op het land als boer vestigen, fabriekswerk of handwerk te verrichten.

1806 n.d.g.j. – 1860 n.d.g.j.
1806 n.d.g.j. wordt in Frankrijk onder leiding van Napoleon Buonaparte het Sanherdin geïnstalleerd. Uiteraard heeft het Sanhedrin loyaliteit aan Napoleon beloofd.
1807 n.d.g.j. door leugens van de pauselijke Jezuiet Augustin Barruel, heft Napoleon het Sanhedrin weer op. Barruel beweert namelijk dat de Joden met een internationaal complot bezig zijn om de wereld te overheersen. Niet geheel onterecht n.a.v. de oprichting van de Illuminatie in 1776. Echter heeft men niet door dat er hier sprake is van Amalek-´Joden´ i.p.v. Joden van G´ds volk. Zie artikel Edomieten, afstammelingen van Esav [Esau]. Ondertussen geeft Napoleon twee decreten uit m.b.t. de Joden. Het Jodendom wordt als een officieel G´dsdienst erkent en er wordt beperking gelegd op Joodse vesting die in Oost Frankrijk verboden is. Plus moet er aan economische activiteiten Joden bepaalde vergunningen uitgegeven worden.
1812 n.d.g.j. door de emancipatie-edict, worden Joden in Duitsland onder voorbehoud economische en burgerrecht verleent. Voor de Russische Joden wordt het nog slechter. Zij mogen niet meer zonder toestemming hun begrensde gebieden verlaten en buiten deze gebieden te reizen. Ook worden er opnieuw bepaalde beroepen voor de Joden verboden.
1815 n.d.g.j. de bij de Joden populaire Napoleon I wordt verslagen en Duitsland is voorgoed bevrijd van de Franse overheersing. Joden voegen zich toe aan de Duitse mars naar eenheid en macht van de nationale staat. Echter hebben de Joden niet door, vanuit hun naïviteit, dat de Duitsers niet blij zijn met hun herintrede. Op Duitse universiteiten ontdekken de Joden dat er een defensief vanuit de Duitsers heerst en dat de agressieve honger van de Joden voor de Duitse cultuur bij de Duitsers totaal in de verkeerde geelgat schiet. De Joden worden namelijk als deserteurs gezien. De Duitsers eisen afvalligheid als toegangsprijs tot de Duitse cultuur.
1819 n.d.g.j. door de emancipatie-edict in Duitsland breken er grote rellen uit. Antisemitistische leuzen worden geroepen. ´Hèp, hèp, hèp,´ is een populaire leuze die Hierosolyma est perdita bekent. Deze leuze werden door de Kruisvaarders geroepen wat ´Jeroeshalaijim is verloren´betekent.
1822 n.d.g.j. verdrijving van Joden in de Russische dorp Tsjerta.
1824 n.d.g.j. laat de vader van Karl Marx, Heinrich Marx, zichzelf en zijn gezin dopen. Hij kan als Pruisische Jood niet als advocaat aan de slag en kiest voor deze maatregel.
1825 n.d.g.j. laat ook de Duitse dichter en schrijver Heinrich Heine zich dopen. Hij noemt deze daad een ´toegangskaart tot de Europese samenleving´. Honderduizenden Joden hebben het voorbeeld van Heinrich Marx en Heine opgevolgd. Ondertussen groeit er een zelfhaat in Heine wegens zijn bekering en ontdekt middels de Bijbel een eeuwige schat van een draagbare vaderland. Wanneer hij in 1856 sterft, sterft hij als een arme doodzieke Jood.
1827 n.d.g.j. tracht de Russische Tsaar Nicolaas I de Joden te uit hun geloof te trekken door Joodse mannen vanaf 12 jaar te verplichten 25 jaar het leger te dienen. Deze verplichting blijft tot 1874 van kracht. Ze worden gedwongen varkensvlees te eten en het christendom te aanvaarden. Door deze maatregel zijn twee gehele Joodse generaties vernietigt! Joodse ouders beginnen met het vervalsen van geboortebewijzen, verbergen hun kinderen en in het ergste geval verminken zij hun kinderen, zodat zij worden afgekeurd. Helaas worden ook kinderen die jonger dan 12 jaar zijn, ontvoerd en nooit meer teruggebracht.
1829 n.d.g.j. de eerste opleidingsschool voor rabbijnen wordt in Padua (Italië) opgericht. Deze stad is rijk aan kennis van de Talmoed en de Haskala (verlichting).
1831 n.d.g.j. wordt het Jodendom in Frankrijk erkent en worden de salarissen van de rabbijnen door de overheid uitbetaald. Het proces van de Joodse emancipatie (1791) is voltooit in Frankrijk, Nederland en België.
1832 n.d.g.j. verovert de onderkoning van Egypte Palestina.
1835 n.d.g.j. de Russische Tsaar Nicolaas I gaat door met zijn anti-Joodse acties door Joodse drukkerijen te verbieden en verbod op bouw van synagogen in de buurt va kerken.
1838 n.d.g.j. ´Die Einhat´ wordt in Wenen opgericht. Dit is een geheime Joodse organisatie die de Joodse migratie naar Palestina aanmoedigen.
1840 n.d.g.j. de Turken van de Ottomaanse rijk roepen om Europese hulp om Palestina te bevrijden. De Britse minister van Buitenlandse zaken, Lord Palmerston, geeft zijn ambassadeur in Turkije de opdracht om de sultan van Turkije te overtuigen dat de terugkeer van de Joden naar Palestina te steunen. Een vriend van Palmerston, Lord Shaftsbury, schrijft een week later in de London Times over een plan om ´de Joden weer terug te brengen naar Palestina, het land van hun voorvaderen´. Deze auteur is een Zionistische christen. Helaas mislukt deze plan op politiek niveau wanneer Palmerston de regering verlaat.
1841 n.d.g.j. in een memorandum aan Palmerston schrijven 320 vooraanstaande Zionistische christenen dat het Land van Israël door G´d exclusief aan de Joden gegeven, dat door verovering door derden, noch internationale verdragen dat tenietdoen, en dat G´d heeft beloofd dat de Joden naar Israël zullen terugkeren waarbij de heidenen hen zullen helpen.
1843 n.d.g.j. komt de Duitse antisemitische theoloog en Hegeliaan Bruno Bauer met een Joodse vraagstuk waarin hij eist dat het kwalijke Jodendom wordt opgeheven. Hij beweert dat een Jood zich alleen kan emanciperen als de Jood zijn geloof aflegt. De oorspronkelijke Jood Karl Marx, notabene uit een rabbijnengeslacht, reageert dat het kwaad van het Jodendom niet van religieus maar van sociaal-economische aard is. Marx stelt dat de destructie van het Jodendom een voorwaarde is voor de bevrijding van de mensheid.
1844 n.d.g.j. de Britse predikant Samuël Bradshaw vraagt ten bate van de Joden 5 miljoen pond van het Britse Parlement (4) en van de Anglicaanse Kerk (1) om mee te betalen aan het herstel van Israël. Ondertussen wordt een Britse en buitenlandse vereniging opgericht door Zionistische christenen voor de bevordering van het Herstel van de Joodse Natie in Palestina. In Rusland wordt de kaarsenbelasting voor Joden ingesteld. Voor iedere kaars dient de Jood belasting te betalen. Kaarsen zijn in de Joodse riten, Shabbat en feesten erg belangrijk. Iedere cent die wordt betaald, steunt de Jood de Russische regering die het geld weer gebruikt om van de Joden te kunnen ontdoen. Ook wordt er belasting gelegd op ritueel geslacht vlees, wat een uiterst belangrijk onderdeel is van de Kasjroetwetten (spijswetten).
1846 n.d.g.j. vanwege de benarde situatie van de Russische Joden, stelt de Frans-Joodse weldoener Jacob Altaras de Russische Tsaar voor om deze Joden te laten vestigen in Frans Algerije. Met wikken en wegen is dit door gegaan, waarop de Franse minister van Buitenlandse Zaken Guizot zijn veto uitspreekt met de boze woorden: ´bent u (Altaras) soms van plan Algerije te judaïseren?´ Afschaffing ´Joden eed´ in Frankrijk.
1848 n.d.g.j. de eerste staatsscholen voor Joden wordt in Rusland geopend om Joodse kinderen tot het christendom te bekeren.
1849 n.d.g.j. B. Miliutin, een Russische onderzoeker, komt tot de conclusie dat 97% van de Russische Joden een miserabel bestaan leiden. De Britse kolonel en Zionistische christen George Gawler vergezelt de Joodse weldoener Sir Moses Montefiore naar Israël. Hij motiveert de weldoener om veel geld te steken in de agrarische werkgelegenheid voor de straatarme Joodse bevolking. Het proces van de Joodse emancipatie (1791) is voltooit in Denemarken.
1855 n.d.g.j. de dood van Tsaar Nicolaas I versoepelde de antisemitische maatregelen tegen de Russische Joden. Zijn gevreesde dienstplicht (1827) wordt door tsaar Alexander II afgeschaft. Joden met een belangrijke positie kregen tot op zekere hoogte rechten en mogen overal in Rusland vestigen.
1858 n.d.g.j. ´de Joden zijn een asociaal ras, obstinaat en duivels. Wij zouden ze terug moeten sturen naar Azië of ze vernietigen´, schrijft de Franse socialistenleider Pierre Joseph Proudhon.
1859 n.d.g.j. nuttige Joden mogen van Tsaar Alexander II buiten de concentratiegebieden in West-Rusland vestigen.
1860 n.d.g.j. in Thorn (Pruisen) vindt een Joodse conferentie plaats waar besproken wordt of er een mogelijkheid is om aparte Joodse entiteit in Palestina te laten vestigen. Ondertussen begint Sir Moses Montefiore te bouwen in Palestina.

1862 n.d.g.j. – 1884 n.d.g.j.
1862 n.d.g.j. Duits-Joodse socialist Moses Hess schrijft Rome und Jeroeshalaijim. Hierin analyseert hij de situatie van het Europese Jodendom en stelt dat in Palestina een Joodse staat gesticht moet worden: ´niet de religieuze hervorming noch de doop, niet de Verlichting noch emancipatie, zullen voor de Joden de poorten van het sociale leven kunnen openen´.
1864 n.d.g.j. de beroemde Russische rabbijn en Torahgeleerde Spektor zei in het openbaar dat het een religieuze plicht is om in Israël te wonen. De oprichter van de Rode Kruis, de Zwitserse christen en Zionist Henri Dunant, drukt Karel Lodewijk Napoleon Bonaparte (Napoleon III) op het hart om de terugkeer van de Joden naar het Heilige Land te bewerkstelligen.
1865 n.d.g.j. na twee bezoeken aan Israël, roept de Duitse christelijke Zionist dr C.F. Zimpel het gehele christen- en Jodendom op voor de bevrijding van Jeroeshalaijim. Hij schrijft: ´emigratie naar Palestina zal uiteindelijk hun enige redding zijn. De Joden worden door iedereen gehaat (…). Wat blijft voor hen over dan terugkeer naar Zion, hun beloofde vaderland?
1866 n.d.g.j. 70.000 van de 125.000 Roemeense Joden vluchten voornamelijk naar de Verenigde Staten.
1867 n.d.g.j. opkomst van het Liberale Jodendom in Duitsland en Hongarije. Men wilt nationale en culturele aanpassingen. Te denken aan o.a. het schrappen van verwijzingen in de Siddoer (gebedenboek) naar Zion, Jeroeshalaijim en de Tempel. Het proces van de Joodse emancipatie (1791) is voltooit in Oostenrijk en Hongarije.
1869 n.d.g.j. Bruno Bauer (1843) publiceert ´Het Jodendom in den vreemde´. Alle haat voor de Joden staat hierin geschreven, wat een bron voor Adolf Hitler zal worden.
1870 n.d.g.j. het proces van de Joodse emancipatie (1791) is voltooit in Italië.
1871 n.d.g.j. eerste grootschalige pogrom in de West Russische concentratiegebied (zie 1791). Duitse Joden krijgen burgerrechten op papier, maar in praktijk worden zij nog steeds gediscrimineerd. Het proces van de Joodse emancipatie (1791) is voltooit in Engeland en Duitsland.
1873 n.d.g.j. ontstaat het woord antisemitisme. Antisemitisme is een woord dat in 1873 bedacht is door journalist Wilhelm Marr. Antisemitisme staat voor haat voor Joden en het Jodendom.
1874 n.d.g.j. De zoon van George Gawler (1849), John Gawler, zet zijn vaders werk door. Hij publiceert een gedetailleerd plan voor Joodse vesting in Israël. Het proces van de Joodse emancipatie (1791) is voltooit in Zwitserland. Joden worden in Rusland als soldaten opgeroepen met een diensttijd van vier jaar. Echter kunnen zijn geen officier worden. Wie de Russische middelbare schoolopleiding doet, kan uitstel verwachten. Vele Joden betreden de Middelbare scholen.
1875 n.d.g.j. Henri Dunant (1864) richt in Loden de Palestine Colonization Society op. Deze organisatie moet de Joodse terugkeer naar Israël bevorderen.
1876 n.d.g.j. George Elliot publiceert ´Daniël Deronda´. Deze publicatie gaat over een Jood die naar Palestina trekt om het politieke bestaan van zijn volk te herstellen en van hen weer een natie te vormen. Dit boek heeft grote invloed op de Zionistische renaissance.
1878. n.d.g.j. n.a.v. het plan van John Gawler, trekken vele Joden uit Jeroeshalaijim, die inmiddels overbevolkt begint te raken, naar Petach Tikwa.De Amerikaanse zakenman en missionaris William Blackstone schrijft ‘Jesus is coming soon’. In dit werk roept hij nationaal Joods herstel uit, dat een voorwaarde dient te zijn voor de terugkeer van Christus.
1879 n.d.g.j. de Duister Wilhelm Marr richt de Bond van Antisemieten op. Samen met W. Scherer schrijft het boek ´Antisemitische Hefte´. Zelf schrijft hij ´Der Sieg des Judentums über Deutschland´. Marr is de bedenker van de term ´antisemitisme´en introduceert de ´rassenleer´ waar Hitler gebruik van zou maken. Dit werk beweert dat Joden nooit echte Duitsers kunnen zijn. De nationalistische historicus en politicus Heinrich von Treitschke schrijft: ´Die Juden sind unser Unglück´.
1880 n.d.g.j. de vooraanstaande christelijke Zionist Laurence Oliphant publiceert het boek ´het Land van Gilead´. Dit boek laat de profetische verwijzingen zien over de terugkomst van het Joodse volk in Palestina. Duitse econoom Karl Eugen Dühring, de filosoof der antisemitisten, beweert in diverse tractaten dat de Joden een gevaar vormen op het culturele vlak, maar ook op biologisch vlak. Voor als als zij zich tot het christendom zouden bekeren, zouden de Joden toegang krijgen tot de gesloten cirkels: ´de oorsprong van de algemene minachting voor het Jodendom ligt in zijn absolute inferieuriteit op alle intellectuele gebieden. Joden hebben gebrek aan wetenschappelijke drang; zijn onbenullig op het gebied van de filosofie en zijn niet in staat iets te betekenen op het gebied van wiskunde, kunst of zelfs de muziek. Daarom is deze ras inferieur en ontaard. Het is de taak van Nordische volken (Arische voolken) om zilke parasitaire rassen uit te roeien, net als wij slangen en roofdieren uitroeien. Jonge architectuurstudent vind een inscriptie toen hij in een duistere tunnel onder de muren van Jeroeshalaijim sluipt. De taal was Hebreeuws met de Fenicische alfabet. De inscriptie luidt: ´twee maanden oogst; twee maanden poten; twee maanden napoten…´. Deze inscriptie met honderden andere vormen de enige materiaal dat toe nu toe is opgedolven van Israël en Yehuda. Het schijnt uit de tijd van koning S´hlomo te zijn.
1881 n.d.g.j. aanvang de eerste immigratiegolf n.a.v. de Russische pogroms in dit jaar. Ongeveer 2,5 miljoen Joden verlaten tussen 1881 en 1914 Oost-Europa en stichten in de Verenigde Staten Oost-Jiddsiche kolonies. Ook trokken velen van deze Joden naar Argentinië, Palestina en West-Europa, waar zij eveneens hun Jiddische cultuur met zich meebrengen. De Russische pogroms heeft ervoor gezorgd dat er einde kwam aan de emancipatie van de Joden (1791). Dit uit zich doordat de nieuwe Tsaar Alexander III een nieuwe anti-Joodse economische wetgeving afkondigt. Dit wordt de Meiwetten genoemd. Joden mogen alleen maar in kleine stadjes wonen. Joodse leerlingen worden door een gesloten aantal toegelaten tot middelbare scholen. Ook een maximaal aantal Joodse studenten mogen de universiteiten volgen. Ook het vestigen binnen de concentratiegebieden worden de Joden beperkt. Op zondag mogen de Joden ook geen zaken meer doen. Konstatin Pobedonostjew, hoofd van het bestuur van de Russische Orthodoxe kerk, doet de uitspraak over het achterliggende doel van Tsaar Alexander III. Hij hoopt dat eenderde van de Joden zich zullen bekeren, eenderde het land uit zal vluchten en eenderde zal sterven. Toch bleven veel Pools-Russische Joden achter om zo goed en zo kwaad een centrum te creëren voor de nieuwe Joodse geest. Laurence Oliphant wordt adviseur van de religieus-Zionistische Hibbat Zion-beweging (Liefde voor Zion). Ook is hij actief in organisaties die Russische Joden helpt te vluchten naar Amerika. Middels de Bijbel en praktische argumenten tracht Oliphant dat de vluchtelingen beter naar Palestina kunnen gaan. Hij gaat zelf later zich vestigen in Haifa. De theologische woordvoerder van de antisemitistische prgrootvaderganda en hofpredikant Adolf Stöcker gaat deelnemen in de Rijksdag. De Duitse antisemiet en componist Richard Wagner publiceert een persoonlijke verhandeling waarin hij politiek antisemitisme toejuicht en de Joden afschildert als ´de demon die ondergang van de mensheid veroorzaakt´. De Duitse Kanselier Von Bismarck negeert de petitie van 250.000 Duitsers die het ontslag van Joden in overheidsfuncties eisen.
1882 n.d.g.j. De Duitse Jood Leo Pinsker schrijft het boek: ´Zelfemancipatie´. Hij roept de Joden op tot een nationale terugtrekking naar de oevers van de Jordaan. Tijdens Pasen wordt het aloude rituele bloedsprookje (matzes-sprookje) in Tiszaeszlar (Hongarije) gespreid. Dit is de aanleiding van een antisemitistische golf over Hongarije. De christelijke Zionist William Hechler vertrekt naar Rusland om de slachtoffers van de pogroms te helpen. In Kharkov (Rusland) wordt de Zionistische Bilu-beweging opgericht. Binnen een paar maanden begint de eerste Aliya. Tussen 1882 en 1904 vertrekken 25.000 Oost-Europese Joden naar Israël. Dit gaat meestal illegaal, daar de Turken de verdere immigratie van Joden in Palestina verbieden.
1884 n.d.g.j. in Katowice (Polen) vindt een grote conferentie plaats van de Zionistische beweging de ´Geliefden van Zion´. Ondertussen raakt Hechler bevriend met de Joodse journalist Theodor Herzl, opricter van de Zionistische beweging. Hechler introduceert Herzl bij Europese kopstukken, zoals de Duitse keizer. Ook schrijft Hechler ´de Terugkeer van de Joden naar Palestina´.

1886 n.d.g.j. – 1935 n.d.g.j.
1886 n.d.g.j. schrijft de Franse antisemiet Edouard Drumont ´De Franse Jood´. Hierin beweert hij dat Joden op alle terrein de dienst in Frankrijk uitmaakt. Dit boek wordt een bestseller en wordt positief ontvangen door de nationale katholieke krant La Croix. Ondertussen vindt in Israël de eerste Arabische aanvallen plaats op de Joodse nederzettingen.
1887 n.d.g.j. buitenlandse Joden mogen niet meer in Oostenrijk-Hongarije vestigen.
1889 n.d.g.j. geboortejaar van Adolf Hitler te Braunau am Inn (Oostenrijk), de zoon van de zoon van Alois Schicklgruber. Omdat Adolf een buitenechtelijk kind is, krijgt hij de naam van zijn moeder die sinds 1877 de achternaam Hitler draagt.
1890 n.d.g.j. opkomst van het Conservatieve Judaïsme.
1891 n.d.g.j. Joden worden op eerste Paasdag uit Moskou verbannen. William Blackstone (1878) stuurt naar president Herrison 400 handtekeningen van vooraanstaande christenen. Dit is een petitie met de titel ´Palestina voor de Joden´. Beschuldiging van een ritueelmoord in Xanten (Duitsland).
1892 n.d.g.j. een groep Arabieren dienen een verzoek in bij de Turkse regering om de Joodse immigratie naar Palestina te stoppen. Deze groep Arabieren worden pas veel later ´Palestijnen´ genoemd.
1893 n.d.g.j. wordt in Zwitserland het ritueel slachten verboden, waardoor de Joden onmogelijk de kasjroet-wetten kunnen opvolgen.
1894 n.d.g.j. de Dreyfus-affaire vangt aan. De Frans-Joodse legerofficier Alfred Dreyfus wordt beschuldigd van spionage voor Duitsland en wordt veroordeeld voor levenslang. Dreyfus wordt verbannen naar Duivelseiland (Île du Diable). Dat is een klein rotseiland in de Atlantische Oceaan, voor de kust van Frans Guyana waar vanaf de tweede helft van de 19de eeuw tot 1946 een beruchte Franse strafkolonie bestond. Door deze antisemitistische complot tegen Dreyfus steekt er een sterke antisemitistische golf in Frankrijk op. Theodor Herzl maakt verslagen van Dreyfus´ proces, die tot de conclusie komt dat Joden alleen veilig zullen zijn in een eigen staat. Herzl is de grondlegger voor politiek Zionisme, waardoor later de staat Israël zal ontstaan.
1895 n.d.g.j. Karl Lueger wint als antisemiet en leider van de Christelijke Sociale Partij, de verkiezingen en wordt burgermeester van Wenen. Hij voert anti-Joodse maatregelen uit en geweld tegen Joden wordt toegestaan.
1896 n.d.g.j. Theodor Herzl schrijft Der Judenstaat, waarin het georganiseerde zionisme wordt voorgestaan. Ondertussen zit Hechler niet stil en schrijft een Zionistische lobbybrief aan de Groothertog van Baden (Duitsland), de oom van de Duitse keizer Wilhelm. De brief wordt later verklaart als een model voor christelijke steun aan het Zionisme.
1897 n.d.g.j. de eerste Congres van het Zionisme vangt in Basel (Zwitserland) aan. Herzl´s aandacht gaat eerst uit naar de Oost-Europese Joden. Hun reis naar Israël is uiterst moeilijk, maar steeds meer Joden wagen deze sprong. De eregasten zijn de christelijke Zionisten William Hechler, henri Dunant en Johann Leptius, een Duits-Lutheraanse predikant. De Habbat Zion-beweging treedt toe tot de Zionistenorganisatie. In de West Russische concentratiegebieden wonen inmiddels 5.000.000 Joden. In rest van Rusland wonen er slechts 320.000. Joden mogen niet in de steden zoals Kiev en Sebastopol komen.
1898 n.d.g.j. dankzij Hechler is de Duitse keizer Wilhelm de eerste Europese machthebber die openlijk steun verklaart aan het Zionisme. Hij gaat naar Jeroeshalaijim en wordt ontvangen door een delegatie van de Zionistische beweging o.l.v. Herzl.
1899 n.d.g.j.
1902 n.d.g.j. het Ottomaanse Rijk biedt Herzl Mesopotamië aan i.p.v. Israël dit voor een som geld. Herzl weigert dit.
1903 n.d.g.j. pogrom in Kisjinew (Rusland).
1904 n.d.g.j. de paus weigert steun aan de Zionistische beweging en vertelt dit persoonlijk aan Herzl. ´De Joden hebben onze Heer niet erkend, daarom kunnen wij het Joodse volk niet erkennen. De grond van Jeroeshalaijim is geheiligd door het leven van Jezus Christus´.
1905 n.d.g.j. oprichting van de Russische antisemitische beweging ´Unie van het Russische volk´. Er worden door deze beweging pogroms georganiseerd in de gebieden waar de meeste Joden wonen. Twee miljoen Joden vluchten merendeels naar de Verenigde Staten. In één week worden 660 Joodse dorpen aangevallen, waar duizend doden en duizenden gewonden vallen.
1906 n.d.g.j. Dreyfus wordt vrijgesproken nadat hij onschuldig is bevonden. Er vinden in Rusland 43 pogroms plaats.
1914 n.d.g.j. Er worden anti-Zionistische verenigingen opgericht.
1916 n.d.g.j. het Sykes-Pikot Agreement. Syrië en Libanon worden aan Frankrijk toegewezen. Palestina, dat is Jordanië en huidig Israël, aan Groot Brittanie.
1917-1948 n.d.g.j. Balfoutdeclaratie. Palestina komt onder het bestuur van Groot Brittannië. Deze is afgelegd door de Britse minister Arthur James Balfour, waarin hij stelt dat de Engelse regering steun toezegt voor ‘de vestiging in Palestina van een nationaal tehuis voor het Joodse volk en alles in het werk zal stellen teneinde het bereiken van dit doel te bevorderen´. De Amerikaanse president Wilson, die de argumenten van Willim Blackstone niet gek vindt, steunt Balfour. De Joden en Israëlieten beginnen aan de terugkeer van de diaspora. Maar Groot Brittannië komt steeds op de belofte terug, omdat de Arabische wereld deze koninkrijk onder druk zet. Minder dan tien procent van de belofte wordt waar gemaakt. De komende 70 jaar zal het voor de Joden in Rusland haast onmogelijk worden om het Jodendom en cultuur te handhaven. Protestantse Ierse christenzionist en kolonel van het Britse leger John Henry Patterson wordt commandant van het Joodse legioen, die uit Joden bestaan die voornamelijk uit Europa komen. Dit is de eerste Joodse strijdmacht sinds Bar Kochba in 132 n.d.g.j. Ondertussen stelt paus Benedictus XV vrij positief ten opzichte van een Joods nationaal tehuis in Palestina.
1918 n.d.g.j. er worden in Jalta (de Krim) 900 Joden in zee verdronken. In Sebastol (wederom de Krim) worden alle Joodse leiders vermoord.
1919 n.d.g.j. tienduizenden pogroms, waarvan 685 in de Oekraïne. Tienduizenden Russische Joden komen om. De Sovjets vernietigen de Russische Zionisme. Religieuze Joodse instellingen worden opgeheven en bezittingen tot aan ontroerend goed zoals Synagogen worden afgenomen.
1920 n.d.g.j. wederom wordt de Oekraïne geteisterd door pogroms. Dit keer 142 stuks. Wederom duizenden doden.
1922 n.d.g.j. aankondiging de komende macht van Adolf Hitler. Deze zegt dat ´de uitroeiing van de Joden mijn eerste en belangrijkste taak zijn. Zij kunnen zichzelf niet beschermen en niemand zal zich als hun beschermer opwerpen´. De eerste Joodse minister van Buitenlandse Zaken in Duitsland, Walther Rathenau, wordt door antisemieten vermoord.
1929 n.d.g.j. progroms in Hebron en Safet, waar Arabische benden Joodse wijken trachten uit te moorden.
1930 n.d.g.j. wordt het ritueel slachten in Noorwegen verboden, waardoor de Joden onmogelijk de kasjroet-wetten kunnen opvolgen. Gelijkberechting van Spaanse Joden.
1933 n.d.g.j. wordt het ritueel slachten in Duitsland verboden. Adolf Hitler wordt Kanselier van Duitsland. Het terreur tegen de Joden gaat beginnen. Ze worden geboyt, anti-Joodse rellen, verbranding van boeken van Joodse auteurs, ziekhuizen worden Judenrein verklaard door Joodse personeel niet meer toe te staan. ´Met ongeëvenaarde en primitieve wreedheden worden Joden gearresteerd, mishandeld en vermoord. Maar er is geen publiek protest, zowel de protestantse als de Katholieke hebben zich overgegeven aan het nazisme en Jodenhaat´, schrijft de Amerikaanse Hoogleraar Reinhold Niebuhr in Christian Century, de belangrijkste Amerikaanse christelijke krant. In de komende zes jaren, slagen 280.000 van de 525.000 Joden erin Duitsland te ontvluchten.
1934 n.d.g.j. de Nazi-krant Der Stürmer publiceert een editie over de middeleeuwse bloedsprookje. Zij beweren bewijzen te hebben dat Joden dus christelijk bloed zouden gebruiken in hun religieuze riten.
1935 n.d.g.j. uit een fonds van 5.000.000 dollar zend de William Blackstone (1878) een groep christelijke werkers naar Petra met kisten met Hebreeuwse Bijbels die in koperen dozen verpakt waren. Deze worden verzegeld in uitgehouwen gewelven in het gebergte van het Petragebied tot de dag waarop, volgens de Bijbel, de Joden zullen vluchten van Jeroeshalaijim naar het Petragebergte. Te midden van de Grote verdrukking zullen deze Bijbels met aangestreepte passages, die de afstamming van Jezus en het werk en bedrog van de antichrist zullen aantonen, gevonden worden door de vervolgde Israëlieten. Deze aangestreepte gedeelten zullen het Joodse volk aantonen hoe zij misleid en verraden zouden zijn door de antichrist en dat Jezus werkelijk hun messias zou zijn. Slechts de toekomst zal de resultaten van dit unieke plan openbaren. Duitsland voert de Neurenberger Wetten in. Joden worden hierdoor officieel tweederangs burgers. Openbare facilliteiten worden hen ontzegd, er regenen ontslagen binnen de overheid, stemrecht stopt en verbod op huwelijken en sexuele relaties tussen Joden en Ariërs.

1936 n.d.g.j. – 1967 n.d.g.j.
1936-1939 n.d.g.j. Britse christenzionist en legerofficier Charles Orde Wingate vormt in Palestina de Joodse gevechtseenheden die tegen de Arabische terreur strijden. Om zijn hechte band met de Joden, plaats Londen hem in 1939 over. Wingate´s leger wordt later de kern van de Israëlisch leger. Zijn militaire doctrines en invloeden hebben tot op heden de karakter van het Israëlisch leger bepaald.
1937 n.d.g.j. wordt het ritueel slachten in Zweden verboden. Paus Pius XI geeft de encycliek ´Brandende Zorg´ uit, waar hij bekent maakt zorgen te maken over rassenhaat. Echter noemt en bekritiseert hij antisemitisme niet direct.
1938 n.d.g.j. wordt in Italië het ritueel slachten verboden en verbod op huwelijken tussen Joden en Ariërs. Franco herroept de gelijkberechtiging van de Spaanse Joden. Kristallnacht in Duitsland. 191 synagogen worden verwoest, 91 Joden vermoord, 30.000 Joden gedeporteerd naar concentratiekampen plus een boete aan de Joodse gemeenschap van 1 miljard mark (bijna een halve euro). ´Anschluss´ met Oostenrijk. Vijfhonderd Oostenrijkse Joden plegen zelfmoord, omdat de Neuerberger wetten van kracht worden.
1939-1945 n.d.g.j. De (duivelse) Holocaust, in het Hebreeuws de Shoa. Middels de jaarlijkse Yom HaShoa herdenken wij de ruim zes miljoen Joden die de dood vonden op de meest gruwelijke wijze. Van de zes miljoen waren dat anderhalf miljoen kinderen. Het grootste deel van deze Joden waren Nederlandse Joden!!!!
1939 n.d.g.j. vele Joodse levens worden verspeeld, doordat de Britse mandaatregering een Witboek uitgeeft die de Joodse migratie naar Palestina beperkt. Duistland valt Polen binnen. Men begint met de Entlösung der Judenfrage. ´We kunnen geen tweeëneenhalf miljoen Joden doodschieten of vergiftigen,´zegt de Duitse gouverneur van Polen (Hans Frank),´we zullen echter toch bepaalde stappen moeten nemen om hen uit te roeien. En dat zal gebeuren´.
1942 n.d.g.j. in de buitenwijk van Berijn, Wannsee, brengen de nazi´s de plannen in praktijk. Deze plannen leiden tot het volledige vernietiging van het Europese Jodendom. ´Ras is alleen is geen reden voor politiekasiel´, zegt de Zwitserse politie toen tienduizend Frans-Joodse vluchtelingen de grens van Zwitserland willen betreden. De in Zwitserland wonende Duitse theoloog Karl Barth schrijft een stuk voor zijn Kirchliche Dogmatik dat Israël en de gemeente heet. Het schijnt dat hij zich tegen het Nazi-regime heeft verzet. Desondanks de enorme omvang van de Jodenvervolging, zwijgt hij daarover en na de oorlog geeft hij openlijk toe aversie te hebben tegen de Joden. De Nederlandse schrijver en christenzionist Pierre van Paaschen wordt voorzitter van een comité die mensen werft voor het Joodse leger die gaan meevechten tegen de Duitse nazi´s en de veiligheid van Joden in Israël gaan waarborgen. Echter is Groot-Brittannië hier niet van gecharmeerd.
1943 n.d.g.j. Van Paaschen, die overigens in de VS woont, schrijft een boek dat ´De Vergeten Bondgenoot´ heet. Hierin veroordeelt Van Paaschen de anti-zionistische politiek van het Britse mandaatregering in Palestina. Deze wordt in het Hebreeuws vertaald om vervolgens door de Britten te worden verboden.
1945 n.d.g.j. de Witboek uit 1939 blijft van kracht. In Washington vindt de Internationale Christelijke Conferentie voor Palestina plaats. Delegaties uit dertig landen eisen vrije Joodse migratie naar Palestina, een onmiddellijke overplaatsing van honderdduizend Joodse vluchtelingen èn steun voor het Joodse staat in Palestina.
1945-1946 n.d.g.j. vijfhonderd Joden worden in Polen tijdens pogroms vermoord.
1948 n.d.g.j. Stichting van de staat Israël. De Franse Protestantse Federatie verklaart tijdens de Eerste Vergadering van de Wereldraad van Kerken in Amsterdam dat men onderscheidt dient te moeten maken tussen antisemitisme en anti-judaïsme. Dit zou spelen bij bekering van Joden tot het Christendom. Het doel van bekering is als ware een spirituele vernietiging van het Judaïsme. Hiermee tracht de Federatie een oproep te doen om aan Jodenzending te gaan doen. Aanvang Jordaanse bestuur over christenen en moslims in Israël. Dawid ben Goerion wordt de eerst Minister-President van Israël. Israëlische-Arabische oorlog. Zeven Arabische staten vallen Israël aan. Het Israëlische leger weet vrijwel alle door Joden bewoonde gebieden en een groot deel van de gemengde steden te behouden of te veroveren.
1949 n.d.g.j. de oorlog komt tot een einde. Onder bemiddeling van de VN worden wapenstilstandsverdragen gesloten op het eiland Rhodos, met Egypte, Libanon, Jordanië en Syrië.
1950 n.d.g.j. ´Als Israël sterft, zal Uw Thora leeg en zonder waarde worden. De wereld zal niet verlost worden. als Israël wordt uitgewist, dan zult U niet langer de Heilige van Israël zijn. U zult alleen zijn in Uw eenzaamheid, ongeliefd, ongekend net als voor de schepping van de wereld´, schrijft Van Paaschen in ´Jewish Calling´.
1956 n.d.g.j. Suez-crisis. De Epytische president Nasser lijft in 1956 het Brits-Franse Suez-kanaal in, dat een belangrijk knooppunt in de internationale scheepvaart is. Frankrijk en Groot-Brittannië beloven troepen in te zetten, als Israël de Egypenaren zal terugdringen tot achter het kanaal. Israël heeft dan de Sinaï-woestijn al veroverd.
1958 n.d.g.j. Politieke partij Fatah wordt opgericht. Jasir Arafat wordt leider. Doel: Palestijnen uit de greep van de Israëlieten te bevrijden. Midden jaren zestig zal Arafat vanuit Syrië guerrilla-acties tegen Israël voeren.
1959 n.d.g.j. belooft paus Johannes XXIII dat de antisemitistische pro perfides Judaeis (de verderfelijke Joden) uit de liturgie voor Goede Vrijdag geschrapt zal worden.
1961 n.d.g.j. Wereldraad van Kerken verklaart: ´antisemitisme is een misdaad tegen G´d en de mens… de historische gebeurtenissen welke hebben geleid tot de kruisiging mogen niet zodanig worden voorgesteld dat ze het Joodse volk van vandaag verantwoordelijkheden opleggen welke behoren of onze collectieve mensheid en niet tot één ras of gemeenschap´.
1962-1965 n.d.g.j. paus Johannes XXIII stelt tijdens de Tweede Vaticaanse Consilie de Nostra Aetate vast. Dit houdt in dat het officieel vaststaat dat het Joodse volk niet verantwoordelijk gesteld kan worden voor de dood van Jezus, en dat ook niet mag worden vastgesteld dat G´d de Joden heeft verworpen. Helaas zou de Kerk wel het nieuwe volk van G´d zijn.
1964 n.d.g.j. de eerste paus die een rondreis maakt in Israël is Paulus VI. Ook bezoekt hij de door Jordanië bezette gebieden en Oost-Jeroeshalaijim. Nes Ammim wordt in Noordwest-Galilea gebouwd. Deze nederzetting is gebouwd door christenen, die aan Israël een andere gezicht van het Christendom willen tonen. Vele initiatiefnemers zijn Nederlanders. Oprichting van de PLO, Palestinian Liberation Organization, door de Arabische Liga. Het belangrijkste doel van de oprichting van de PLO is zelfbestuur over grote delen van Israël, het hartland van de Bijbel. Het sinistere van dit alles is het feit dat bij deze oprichting de geëiste gebieden al onder Arabisch Bestuur lag. De geschiedenis zal uitmaken of hun bedoelingen inderdaad vredelievend is of antisemitistisch.
1967 n.d.g.j. de Zesdaagse Oorlog. Israël verovert Judea, Samaria, de Golan, de Gazastrook en Oost-Jeroeshalaijim. Vele christelijke en Joodse heilige plaatsen komen onder het gezag van Israël. Rusland verbreekt de diplomatieke betrekkingen met Israël. Nederland wordt de belangenbehartiger van Israël en wordt hiermee administratief verantwoordelijk gesteld voor de migratie van Sovjet-Joden naar Israël. Dit duurt bijna vijfentwintig jaar. Christians Concerned for Israël wordt in de VS opgericht. Einde Jordaanse bestuur over christenen en Joden in Israël. De Veiligheidsraad neemt een resolutie nummer 242 aan die uitging van terugtrekking door Israël uit de door dit land ´bezette´ gebieden en van de soevereiniteit en territoriale onschendbaarheid van elke staat in het Midden-Oosten. Verscheidene vredespogingen lopen stuk. Israël weigert zich uit de Bezette Gebieden terug te trekken en installeert een militair bestuur. De Arabische staten weigeren Israël te erkennen. Israël krijgt te maken met gewelddadige invallen van verschillende Palestijnse bevrijdingsorganisaties vanuit Jordanië.

1968 n.d.g.j. – 1995 n.d.g.j.
1968 n.d.g.j. Jasir Arafat wordt leider van PLO.
1968-1988 n.d.g.j. honderden Sovjet-Joden worden gevangen gezet om hun rol binnen het Zionisme. Honderdduizenden ´refuseniks´ (Joden die mogen het land niet verlaten) staan achter hen. Deze mensen worden geïntimideerd, gepest, verliezen hun baan, etc.
1970 n.d.g.j. in het begin van deze zeventiger jaren, staan de Sovjets een migratiegolf toe, waarvan ruim honderdduizend Joden gebruikt maken om naar Israël te gaan. Kort daarna worden de grenzen voor de Joden weer gesloten. Ook de Libanese ´bevrijdingsorganisaties´ vallen Israël aan.
1971 n.d.g.j. ´Terwijl christenen en moslims in Israël onder het Jordaanse bestuur (1948-1967) vrijheid van godsdienst genoten, werd dat recht Joden ontzegd. Zij mochten zelfs niet bidden bij de Westmuur, ook al was de vrije toegang daartoe en tot andere plaatsen vastgelegd in de wapenstilstandovereenkomst tussen Israël en Jordanië. De behandeling van de Joden, alsook de beperkingen die worden opgelegd aan Israëlische moslims en christenen, schenden de Overeenkomst, maar niet één christelijke bisschop heeft daar zijn ongenoegen over geuit. Waar was het christelijke protest tegen de verwoesting van alle synagogen in Jeroeshalaijim onder Jordaanse bewind? Waar was de veroordeling van het gebruik van Joodse grafstenen bij het aanleggen van voetpaden in het kamp van het Arabische legioen?´ schreef de Amerikaanse Katholieke theoloog en vooraanstaande christenzionist John Oesterreicher in een brief aan de Vaticaanse krant L´Osservatore Romano. Dit n.a.v. de anti-Israëlische houding van de RKK.
1973 n.d.g.j. Jom Kippoer-oorlog. Op Jom Kippoer, de Joodse vastendag, in 1973 vallen Egypte en Syrië Israël aan, in de hoop de verloren gebieden te heroveren. De aanval mislukt en Israël slaat keihard terug.
1974 n.d.g.j. een groep Nederlandse oud-verzetsstrijders richten het Israël Comité Nederland op. Arabische Liga erkent PLO als enige vertegenwoordiger van het Palestijnse volk.
1975 n.d.g.j. Wereldraad van Kerken neemt in Nairobi een resolutie aan waar drie dingen worden geëist: terugtrekking van Israël uit de gebieden die in 1967 werden veroverd, incl. Oost-Jeroeshalaijim, de Raad eist het recht van alle staten, incl. Israël en de Arabische Staten, om in vrede te leven binnen veilige en erkende grenzen èn de Raad eist het recht van het Palestijnse volk op zelfbeschikking. Resolutie 3379 verklaart dat zionisme racisme is.
1979 n.d.g.j. een vredesverdrag tussen Egypte en Israël.
1980 n.d.g.j. dertien landen verhuizen hun ambassade van Jeroeshalaijim naar Tel Aviv. Nederland doet mee. Dit is het moment dat de Internationale Christelijke Ambassade, gesteund door christenen uit vele landen, haar ambassade in Jeroeshalaijim verstigt. Dit uit protest tegen de dertien landen. De drijvende kracht achter deze organisatie is de Nederlandse christenzionist ds. Jan Willem van der Hoeven.
1981 n.d.g.j. Nederlandse zakenman en christenzionist Karel van Oordt richt Christenen voor Israël op. Deze organisatie is de grootste christen-zionistische organisatie in Europa. De Israëlische luchtmacht voert een aanval uit op een kerncentrale in Irak, waarvan men vermoedt dat zij gebruikt worden voor de ontwikkeling van atoombommen.
1982 n.d.g.j. Israël verdrijft de PLO uit Libanon. Jordaanse koning Hoessein en Arafat zoeken toenadering.
1983 n.d.g.j. ´Historische en bepaalde theologische interpretaties hebben christenen vaak in de war gebracht bij het evalueren van de religieuze en politieke ontwikkeling in het Midden-Oosten´, aldus de Wereldraad van Kerken. Dit m.b.t. christenen die geloven dat de terugkeer van de Joden naar Israël een voorteken van de wederkomst van Jezus is. De Raad is zeer anti-Israëlisch en pro-Arabisch.
1985 v.d.g.j. voor het eerst in de geschiedenis komt het Vaticaan met een publicatie (de Gazamelijke Band – Christenen en Joden) waar zij officieel de staat Israël en het woord holocaust noemt. Verder wordt er een positieve aandacht gevraagd voor de relatie met het Jodendom. Paus Johannes Paulus II bezoekt Nederland, maar slaat de Joodse leiders van Nederland over. Dit n.a.v. de eis van de Joodse leiders dat de paus publiekelijk de staat Israël erkent. De paus weigert dit. Ook het toegeven van de duivelse rol die het Vaticaan en de Kerk hebben gespeeld binnen de Jodenvervolging wilt de paus publiekelijk niet erkennen. Ook mbt het feit dat paus Pius XII de Nazi-praktijken nooit openlijk heeft veroordeeld.
1986 n.d.g.j. paus Johannes Paulus II bezoekt officieel de Grote Synagoge van Rome.
1987 n.d.g.j. de Eerste Intifadah, Palestijnse opstand in de door Israël ´bezette´Gazastrook en de westelijke Jordaanoever. Dit na aanleiding van de groeide onrust in de ´bezette´gebieden, waar Israël met een gedisciplineerde hand tracht rust te brengen.
1988 n.d.g.j. oprichting van Hamas, Palestijnse Islamitisch fundamentalistische organisatie door sjeik Ahmed Yassin.
1989 n.d.g.j. het Vaticaan steunt het Palestijnse volk, is van mening dat Jeroeshalaijim geïnternationaliseerd moet worden, maar heeft de tegenstrijdige mening dat antisemitisme meest racistische ideologie is die de 20e eeuw gekend heeft. Ook zegt het Vaticaan dat anti-Zionisme vaak een dekmantel van het antisemitisme is. Men wilt in Auschwitz een klooster vestigen. Omdat de Poolse kardinaal Glemp tegen Joodse protesten stuit, kan hij zichzelf niet in het gareel houden door diverse antisemitistische uitspraken uit te kramen. Het Vaticaan veroordeelt hem en geeft de opdracht het klooster te verplaatsen.
1989 n.d.g.j. president Gorbatsjov zet de grenzen voor Joden weer open, zodat de migratiegolf weer aan kan vangen. In de komende twee jaren komen driehonderddertigduizend Sovjet-Joden in Israël aan. Honderdtwintigduizend Joden emigreren naar de VS.
1991 n.d.g.j. Algemene Vergadering van de Verenigde Naties herroept reolutie 3379 uit 1975 dat zionisme racisme zou zijn. Israël wordt door Irak aangevallen middels scutraketten. De internationale verhoudingen veranderen. Een vredesconferentie is mogelijk geworden. In Madrid besluiten Iraël, Syrië, Jordanië, Libanon en Palestijnen te streven naar vrede. Hiermee maakt de PLO (vertegenwoordiging van het Palestijnse volk) voor het eerst duidelijk de staat Israël te willen erkennen.
1993 n.d.g.j. Israël en PLO komen overeen middels de Osloakkoorden dat de Palstijnen de komende vijf jaar autonomie krijgen (bevoegdheid binnenlandse aangelegenheden zelf te regelen). Afspraak is dat Israël en de Palestijnen na vijf jaar een akkoord sluiten over de heikelste punten: de status van Jeroeshalaijim, de grenzen van het Israëlische grondgebied en de Palestijnse vluchtelingen. Arafat komt naar Gaza en wordt daar hoofd van de nieuwe Palestijnse Autoriteit. De vertegenwoordigers van Israël en het Vaticaann tegkenen een basisoverenkomst wat neerkomt op wederzijdse erkenning. Dit gaat niet alleen tussen Israël en het Vaticaan, maar ook tussen het Joodse volk en het Vaticaan. Echter de door het Vaticaan van de Joden geroofde eigendommen (denk aan bijvoorbeeld geheelde Tempelschatten) worden niet teruggegeven.
1994 n.d.g.j. sluiten de Israëlische premier Rabin en de Jordaanse koning Hoessein in Washington vrede. Met Syrië zijn ook vredesonderhandelingen gaande, maar die verlopen moeizaam. De Palestijnse leider Arafat, de Israëlische premier Rabin en diens minister van Buitenlandse Zaken Peres ontvangen de Nobelprijs voor de Vrede. Het Vaticaan en Israël gaan volledige diplomatieke betrekkingen aan.
1995 n.d.g.j. Het tweede Oslo-akkoord is een uitwerking van het eerste akkoord en voorzag o.a. in verdere Israëlische terugtrekking uit de Palestijnse steden en Palestijnse verkiezingen. Er worden grote stukken land door Israël aan de Palestijnen beloofd. Betaling? Vrede. De PLO krijgt van Israël wapens om zichzelf te verdedigen. Achteraf leert de geschiedenis dat deze wapens tegen Israël, tegen de Israëlische staat gericht zullen worden. De Israëlische premier Rabin wordt tijdens een vredesdemonstratie in Tel Aviv vermoord door een extreemrechtse Joodse student. 96% van de eis van PLO wordt door Israël aangeboden middels deze Oslo-akkoorden. Deze worden afgeslagen. PLO wilt voor 100% en meer gaan en niet minder. CTP, Christian Peacemaker Team, installeren zich in Hebron. Deze Amerikaanse christenen, van de Mennonitische kerk en de kerk der broederen, hangen de vervangingstheorie aan. De CPPT-vrijwilligers worden bondgenoten van organisaties zoals de PLO en voeren zij keiharde propagandaoorlogen tegen de kleine Joodse gemeenschap van Hebron, maar ook tegen de Israëlische veiligheid- en ruimtelijke ordeningbeleid.

1996 n.d.g.j. – 2004 n.d.g.j.
1996 n.d.g.j. doodt de Palestijnse Hamas 57 Israëliërs door zelfmoordaanslagen. Ondertussen lopen de vredesonderhandelingen met Syrië, dat weigert de aanslagen te veroordelen, vast. In hetzelfde jaar kiezen de Palestijnen op de Westelijke Jordaanoever en in de Gazastrook hun eerste echte zelfbestuur, de Palestijnse Raad. Israël voert zeventien dagen lang bombardementen uit in Libanon. De aanvallen zijn gericht tegen de Hezbollah. In mei wordt de rechtse Benjamin Netanyahu van de Likud-partij premier van Israël. Hij tekent in 1998 samen met Arafat het Wye-akkoord, dat behelst dat Israël zich verder terugtrekt van de Westelijke Jordaanoever. Zo moet de uitvoering van het Palestijns zelfbestuur vergemakkelijkt worden. Al na twee maanden schort Israël de uitvoering van het akkoord op. Frans-katholieke theoloog Henri Grous (Abbé Pierre) staat openlijk achter zijn vriend Roger Garaudy. Deze holocaust-ontkenner en antisemiet staat voor de rechter.
1997 n.d.g.j. Breng de Joden thuis, een actie van Christenen voor Israël, gaat van start. Het doel is 50.000 Oekrainse Joden naar Israël te brengen. Deze actie zal tot eind 1999 duren.
1998 n.d.g.j. Israël bestaat 50 jaar.
1999 n.d.g.j. de regering-Netanyahu valt over de manier waarop het Wye-akkoord uitgevoerd moet worden. De socialist Ehud Barak van de Arbeidspartij volgt Netanyahu op.
2000 n.d.g.j. Het lukt Barak niet de vredesbesprekingen met Arafat in Camp David, over de laatste fase van de Oslo-akkoorden, tot een succes te maken. Het grootste struikelblok is Jeroeshalaijim. Tweede intifadah. Het bezoek van oppositieleider Ariel Sharon aan de Tempelberg in Jeroeshalaijim in 2000, vatten de Palestijnen op als een ernstige provocatie. Zowel voor de Israëliërs als voor de Palestijnen is dat een heilige plaats. Met zijn honderden gaan de Palestijnen de straat op. De tweede Palestijnse opstand of ‘intifadah’ begint en een nieuwe reeks geweldsuitbarstingen is een feit.
2003 n.d.g.j. vijfenvijftig jarig bestaan van Eretz Yizrael. De routekaart naar vrede. Kort gezegd houdt dit in dat Israël uit de gebieden Westelijke Jordaanoever en Gazastrook moet trekken en dat zij zich moeten houden aan de VN-resoluties 242, 338 en 1397 en de vredesplannen van de Amerikaanse bemiddelaars Mitchell en Tenet èn de Saudische kroonprins Abdullah. Daarnaast zou er een de oprichting van de Palestijnse staat en een duurzame vrede die in de volgende 3 fasen zou moeten komen. ´De Bijbel is de enige Routekaart´ volgens de Israëlische minister van Toerisme, rabbijn Benny Elon.
2004 n.d.g.j. Knesset-leden willen discussie met Christelijke Bondgenoten.
Israël bestaat in haar huidige vorm nu vijfenvijftig jaar. Sinds de stichting in 1948, is het achter maal keer gegroeid. Israël telt nu 5,4 miljoen Joden/Israëli´s. Dat is 38% van alle Joden in de wereld. Van de resterende 1,3 miljoen, zijn 82% van de mensen moslim, 9% christelijk en 9% Druze. Over het jaar 2002 zijn er honderdveertigduizend baby´s geboren. Gemiddeld groeit Israël per jaar met 2%. Sinds 1990 zijn er een miljoen immigranten bijgekomen. In 2002-2003 hebben er honderdeenendertigduizend mensen de Israëische staatsburgerschap verkregen. Jeroeshalaijim telt nu zeshonderdtachtigduizend inwonders en kent een jaarlijkse groei van 1,7%.

Toen de staat gesticht werd, woonde 36% van Israëli´s in de omgeving van Tel Aviv. Dat is nu heden ten dagen slechts 18%. 18% van de bevolking woont in Zuid Israël, dat was in 1948 nog maar 2,5%.

Bronnen:
´Christendom en Jodendom´(Wim Kortenoeven) door Christen voor Israël uitgegeven 09-2000
Omzwervingen: de geschiedenis van het Joodse volk: Chaim Potok
Wanneer, waar, waarom en hoe het gebeurde: Readers Digest
Alle Bijbelse Personen: Reader´s Digest
Encyclopedie De wereldgeschiedenis: De Middeleeuwen
Woordenboek Nederlands-Hebreeuws: Jiddisch: geschiedenis, alfabet en taal
Israelische Centraal Bureau voor de Statistiek
Zwartboek Jasser Arafat van Wiesje de Lange
Diverse artikelen van FAQ-online
Joodse encyclopedie
Pausen
Algemene verspreiding van de Sabbathsviering
Kerkvaders over Joden
http://users.pandora.be/marc.corrijnen1/Wendy/notas/GRom.htm
OJEC-Periodiek
Van Al-Andalus tot Katholiek Spanje
´Jeroeshalaijim, stad met de vele poorten´
Shalom Israël
http://www.stelling.nl/kleintje/324/Joden.htm
De Joden in Turnov:
Philosophie der Wereldgeschiedenis
Frohe Botschaft
Die Schuld der Christenheit am Volk der Juden
Nederlandse Geschiedkundige Gebeurtenissen, 1000 – 1600
Verdrag van Parijs
http://cf.uba.uva.nl/nl/publicaties/treasures/page/p06c.html
Hollandse heiligen
Johanna de Waanzinnige
Rosenthaliana
De Katholieke ABC
Digitale Heruitgave
Milo Anstadt lezing: Toruń – Leiden
Continue Joodse aanwezigheid in het Heilige Land; deel 1
Continue Joodse aanwezigheid in het Heilige Land; deel
Rabbijn Menasse ben Israël en de ‘Hoop van Israël’
Ben’s home Page
Ontstaan van het Zionisme
Tijdlijn
Overzicht van de Assyrische geschiedenis
©FAQ-online 2004