De geschiedenis van Chevron en Maarat Hamachpela
Geschreven door de redactie
“De Joodse geschiedenis begint in Chevron”
Dawied ben Goerion
Alvorens je het artikel leest, kunnen de volgende video’s al veel inzicht geven:
Chevron in de oudheid
Chervon is de oudste stad van het Midden-Oosten en wereldwijd de oudste stad dat onafgebroken bewoond is gebleven. Chevron is een van de vier heilige steden in Israël: Jeroesjalajiem, Tsverja (Tiberias), Tsfat en Chevron (Hebron). Wel 78 keer wordt Chevron in de TeNaCH genoemd.
Volgens Bamidbar/Num. 13:23 werd Chevron onder de oorspronkelijke naam ‘Kiriat Arba’ (Bereesjiet 23:2; 35:27; Jehosjoe’a 14:15; 15:13; 15:54; 20:7; 21:1; Richt.1:10; Nehemia 11:25) gebouwd en dat was nog zeven jaar voordat Zoan of Tanis, de oudste stad in Neder-Egypt gesticht werd. Dit betekent dat Chevron al in de eerste helft van de derde millennium voor de gewone jaartelling bestond. Flavius Josephus schreef namelijk dat Chevron in zijn tijd al 2300 jaar oud was (Bel.Jud.IV ix 7). Volgens Jehosjoe’a 14:15 is Kiriat Arba (Stad van de Vier [reuzen]) een benaming voor Chevron dat naar de grote man Arba onder de Enakieten is vernoemd. Rasji leert dat in Kiriat Arba een reus (Enak) woonde die drie zoon had, waardoor het de stad van de vier reuzen was: Anak, de zoon van Arba, en zijn drie zonen Ahiman, Sheshai en Talmi, die door Bamidbar 13:22 omschreven werden als de zonen van de ‘reus’.
“Onderweg naar de Negev kwamen zij (Josjoe’a en Calev) naar Chevron waar zij Ahiman, Sesai en Talmi zagen, de afstammelingen van de Ha-anak (de reus).” Volgens Targum Jonathan en de Septuagint zou Anak wellicht de vader zijn van de drie anderen die in Bamidbar genoemd werden als inwoners van Chevron, voorheen Kiriat Arba. Tevens is Kiriat Arba een verwijzing naar de vier koppels die begraven liggen in Maarat Hamachpela: Avraham en Sara, Jitschak en Rivqa, Ja’aqov en Lea en volgens de Zohar ook Adam en Chava.
Daarnaast werd Chevron ‘Ier Avot’; ‘stad van de vaderen’ genoemd en het schijnt dat de naam ‘Chevron’ een verbastering is van het woordje ‘chever’, wat vriend betekent. Dit is een verwijzing naar Avraham. Avraham werd als de vriend van Hasjem beschouwd.
Ook qaver (graf) van Jisjaj en Roeth, vader en grootmoeder van Dawied Hamelech, zijn in Chevron te vinden!
In Bereesjiet kunnen wij lezen dat Avraham zich in Chevron vestigde toen hij in Kena’an aankwam en dat hij van Efron de Chettiet het veld en Maarat Hamachpela (Grot van Machpela) voor 400 sjeqliem als familiegraf heeft gekocht. Later werd Chevron als een koninklijke Kena’itische stad door de Israëlieten veroverd. De Givoniem van Givon, een stad die tot het Amoritische verbond hoorde, sloten een verdrag met de Israëlieten. De Amorieten besloten daarom Givon te vernietigen als voorbeeld voor andere steden. De overheersers van Givon gingen vervolgens naar de Israëlitische generaal en opvolger van Mosje Rabbenoe Jehosjoe’a en vroegen hem de legers van de Amorieten te vernietigen, hetgeen hij deed. Vervolgens nam hij alle steden van de Amorieten in, waaronder dus Chevron.
Zoals wij weten werd Dawied hamelech na de dood van Sja’oel koning over Jehoedah. Het was in Chevron waar hij tot koning van Jehoeda werd gezalfd en vandaar uit heeft hij zeven jaar geregeerd. Na die zeven jaar werd hij wederom in Chevron gezalfd als koning over heel Israël (II Sjmoe’el/Sam. 2:1-4; 5:1-3).
Net voor de ingang van Kaver Isjaj en Roeth © Devorah
Duizend jaar later, nadat koning Herodes (regeerde van 37-4 vdgj) over de Graf van de Patriarchen een 12 meter hoog gebouw bouwde, werd de stad tijdens de eerste Joodse opstand tegen de Romeinen het toneel waar enorme gevechten hebben plaats gevonden (Josephus 4:529, 554). Ondanks die gevechten bleven Joden in Chevron wonen, dwars door de periode van het Bar Kochba Verzet (132-135 ndgj) en de Byzantijnse periode heen. In deze periode werd een synagoge gebouwd, terwijl de Byzantijnen over de Grot van de Patriarchen een kerk bouwden, in de reeds bestaande Herodiaanse constructie.
De Byzantijnen hebben echter de Joden nooit verboden om bij Maarat Hamachpela te dawnen.
Nog steeds woonden er in Chevron Joden toen de Arabieren in het jaar 638 de macht grepen en zij de kerk dat over de Grot stond tot moskee confisqueerden. Rond 1100 werd de stad weer veroverd door de Kruisvaders. Zij verdreven de Joden en confisqueerden de moskee weer tot een kerk. In 1260, toen de Mammeloeken de macht weer van de Kruisvaders overnamen, werd de kerk over de Grot van de Patriarchen weer een moskee en de Joodse gemeenschap werd weer hersteld. Echter werd voor de Joden en de christenen verboden om te dawnen en te bidden in Maarat Hamachpela dan alleen tot de vijfde – en later tot de zevende – tree (zie rode pijl op de afbeelding) van de oostelijke muur van het gebouw die Herodes ooit over de Grot had gebouwd.
Avraham Avinoe Synagoge 1925
De Joodse begraafplaats op een heuvel aan de westelijke kant van de Maarat werd in 1290 voor het eerst genoemd.
De Ottomanen die Chevron in 1517 veroverden hadden, hebben een spoor van dood, verkrachtingen en plunderingen onder de Joden gebracht. De overlevende Joden vluchtten toen naar Beiroet en kwamen tot 1533 niet meer terug. In 1540 kwamen de Spaanse Joden die voor de vervolgingen in Spanje naar Israël vluchtten, in Chevron aan om zich daar te vestigen. Deze overlevenden van de Spaanse inquisitie bouwden de Avraham Avinoe Synagoge. Deze synagoge werd om de volgende reden zo genoemd:
Avraham Avinoe Synagoge tegenwoordig
In de zeventiende eeuw brak er een epidemie uit in Chevron waar toen dus al een Joodse gemeenschap was. Dit was ook zo tegen de tijd van Jom Kippoer. En toen de chag (feest) aanbrak had men geen minjan, want de tiende man was net een paar dagen voor Jom Kippoer ziek geworden. Dus ze wachten op hem voor dagen, maar hij kwam maar niet opdagen.
Toen brak Erev Jom Kippoer aan, dus wachtten de kehille net zolang totdat ze wel moesten beginnen met davenen. Uiteindelijk kwamen ze bij het Kol Nidrei waar men een minjan voor nodig had, maar die was er nog steeds niet. Dus men keek rond en juist net op dat moment kwam er een oude man aanlopen.
©Devorah
De gabbai van de oude sjoel kwam naar hem toe en vroeg hem of hij een minjan wilde maken. “Dat is waarom ik hier ben gekomen,” antwoordde de oude man. De man davende als tiende man en bleef de hele dag bij hen. Toen het de volgende dag tijd was om de vastendag te breken, nodigde de gabbai de oude man uit om bij hem thuis te komen eten.
De bima [r]©Devorah
De Aron [l]© Chabad.org
De man ging ermee akkoord en liep met hem mee naar zijn huis. Alleen waren de straten in Chevron in die tijd meer als smalle stegen, een doolhof voor iemand die daar de weg niet kent. Na een tijdje keek de gabbai om en ziet de oude man nergens meer. Bezorgd rende hij terug om naar de oude man te zoeken, maar kon hem nergens meer vinden. Teleurgesteld ging hij terug naar huis, at zijn maaltijd en ging ’s avonds naar bed.
In zijn slaap kreeg de gabbai een droom waarin hij een man zag, dezelfde oude man als die hij kwijt was geraakt in de straten van Chevron. “Treur niet om mij,” zei de oude man, “Ik ben vanuit de hemelse Beis Midrasj naar Chevron gekomen om te dawnen in de aardse Beis Midrasj van Chevron. Want ik kon het niet aanzien, dan mijn kinderen in Chevron geen minjan zouden hebben op deze dag. Ik ben namelijk je over, over, over, over groot vader: Avraham Avinoe.”
Deze Torarollen zijn ruim duizend jaar en worden nog steeds dagelijks in de Avraham Avinoe Synagoge gebruikt! ©Devorah
Ondanks een vreselijke pogrom en een vreselijke plaag in 1619, bleef de Joodse gemeenschap van Chevron groeien.
In 1775 kwam de gemeenschap in diepe problemen door het welbekende bloedsprookje. Joden werden valselijk beschuldigd voor de moord op de zoon van de lokale sjeik. De gemeenschap dat merendeels leefde op giften vanuit het buitenland, kregen een verpletterende boete wat hun economische situatie sterk verergerde. Echter ondanks de armoede slaagde de gemeenschap in 1807 er in om vijf vierkante kilometer grond aan te schaffen, waarop de hedendaagse groothandelsmarkt van Chevron op staat. In 1817 telde de gemeenschap ongeveer 500 man en in 1838 was dit uitgegroeid tot 700. Dit ondanks in 1834 weer een pogrom tijdens de opstand (1831-1840) van Mohammed Ali tegen de Ottomanen plaatsvond.
Chevron rond eeuwwisseling 1899-1900/begin vorige eeuw
In 1879 kocht een filantropische Turkse Jood Avraham Romano, die naar Chevron verhuisde, een perceel waarop hij een groot huis en een pension liet bouwen. Dit werd de Beit Romano genoemd.
Beit Romano©Shavrei Hebron
Op een gegeven moment heeft het gebouw gediend als een synagoge en jesjive. Gedurende de periode van het Britse Mandaat, werd daar het politiebureau met een gevangenis gehuisvest. Afgelopen 25 jaar kent dit indrukwekkend gebouw een betere bestemming. Sindsdien huist daarin de Yeshiva Shavei Hevron.
In 1893 bouwde de gemeenschap de Beit Hadassah, wat als kliniek ging dienen. De Amerikaanse organisatie Zionist Hadassah betaalden de salarissen van de stafmedewerkers die zowel de Arabieren als de Joden hielpen.
Tegenwoordig is het gebouw een museum dat als gedenkteken voor de pogrom van 1929 dient en er is een gedeelte waarin men woonappartementen heeft gebouwd.
Gedenkteken [l] pogrom 1929 in Beit Hadassah [r] Museum © Devorah
Tijdens de Eerste Wereldoorlog, dus nog vóór de Britse bezetting, heeft de Joodse gemeenschap zwaar onder de Turkse overheid geleden. Jonge mannen werden onder dwang ingelijfd in het Turkse leger en de overzeese financiële bijstand werd door de Turken afgesneden. Hierdoor stond de gemeenschap onder continue dreiging van honger en ziekte. Echter, met de oprichting van het Britse bestuur in 1918, begon de gemeenschap – dat teruggebracht was tot 430 personen – te herstellen. In 1925 opende rabbijn Mordechai Epstein een nieuw jesjive. Rond 1929 was het aantal leden van gemeenschap van 430 naar 800 gestegen.
Maar onheil zal over deze gemeenschap komen, die wij in het hoofdstuk van ‘Chevron vandaag’ zullen leren.
Leden van de Joodse gemeenschap van Chevron voor 1929
Maarat Hamachpela (Grot van Machpela): De Midrasj vertelt…
Alle gebeden en lofprijzingen dat naar boven opstijgt, gaan via Maarat Hamachpela.
Kanfei Jonah
Toen Adam wist dat hij ging sterven, zei hij tegen zichzelf: “Ik moet voor mijn lichaam een begraafplaats vinden in de grond. Omdat ik Hasjems handwerk ben, is het mogelijk dat mensen mijn lichaam zullen opsporen om deze gaan vergoddelijken!” Adam ontdekte een stuk land bij Chevron waar hij een glans van het licht van Gan Eden percipieerde. Hij koos deze plek als zijn laatste rustplaats en groef twee grotten in de grond: de ene grot in de ander. Deze grot werd bekend als de Ma’araat Hamachpela.
Maarat Hamachpelah betekent Grot van de Machpela. Het woord machpela betekent ‘dubbel’. Het grot werd op die manier genoemd, omdat het dus twee kamers (grotten) bevat op een hoger en een lager niveau. Het heeft ook betrekking op het aantal koppels – zoeĝot – 2×2 koppels:
Adam, Chava, Avraham en Sarah en
Jitschak, Rivqa, Ja’aqov en Leah
Om Adam’s dood werd door de hele mensheid gerouwd en hij werd herdacht, omdat hij vroom en heilig was. Chava werd naast hem begraven.
Toen Avraham de drie engelen ontving, wilde hij de drie beste kalveren voorschotelen. Eén daarvan vluchtte weg en Avraham volgde hem. De kalf liet hem helemaal naar Chevron lopen en verdween in een grot. Avraham betrad de grot en werd bevangen door de zoete geur van Gan Eden. Hij zag een licht schijnen en had een visioen dat Adam en Chava daar werden begraven. Na deze gebeurtenis wilde Avraham de Maarat Hamachpela als een begraafplaats kopen. De ervaring van Avraham was middah keneged middah [maat voor maat] voor zijn chesed dat in zijn uitzonderlijke gastvrijheid geuit werd. Avraham werd hiervoor beloond toen Hasjem vanuit Zijn chessed aan Avraham de rustplaats van zijn voorvader Adam toonde.
Toen Avraham de grot ontdekte hoorde hij de engelen zeggen: “Adam is hier begraven! Avraham, Jitschak en Ja’aqov zullen hier ook begraven worden.” Avraham begreep dat deze de grot de poort was waar zielen Gan Eden betreden (Zohar Chadasj, Ruth 79; Zohar Lech Lecha #1) en waar alle gebeden en lofprijzingen doorheen gaan. Rabbi Kasma zegt: “Maarat Hamachpela grenst aan de ingang van Gan Eden” (Zohar Chadasj; Roeth 79). Wanneer een ziel de wereld verlaat, dan komt het binnen in Maarat Hamachpela waar de ingang van Gan Eden zit en daar ontmoet de ziel Adam en de aartsvaderen, die daar zijn (Zohar Lech Lecha #1).
De tweede kamer van Gan Eden bevindt zich in de eerste kamer en de ingang van de tweede kamer grenst weer aan de grot van de aartsvaderen. Uit deze tweede kamer gaat meer licht uit dan de eerste kamer, meer dan dat alle kostbare edelstenen omvat. In de tweede kamer is een enkel licht dat uit alle kleuren bestaat (Zohar Bereesjiet/Gen. 38).
Zohar Sjmot/Ex. 1 zegt: “Wanneer de mensen zouden weten over de glorieuze pracht van onze vader Ja’aqov, dan zouden zij het stof drie parasangs (een maat uit de oude tijd) rond zijn graf oplikken.” Deze uitspraak werd in de oudheid tot op de dag van vandaag in de Joodse harten gedragen.
Sarah overleed in Kiriat Arba. Toen Sarah stierf wilde Avraham haar in Maarat Hamachpela begraven. Sarah deed als het ware tikkoen voor wat Chava heeft gedaan met het misleiden van Adam. Doordat Adam dééd wat Chava zei, daardoor at hij ook van de vrucht die voor hen beide verboden was. Het luisteren naar zijn vrouw heeft desastreuze gevolgen gehad. Avraham wist dit en vandaar dat hij in de eerste instantie niet naar Sarah wilde luisteren toen zij aangaf dat Hagar en Isjma’el weggestuurd moesten worden. Hasjem heeft vervolgens interventie gepleegd door Avraham te vertellen exact te doen wat Sarah van hem verlangde, omdat Sarah gelijk had. Hiermee heeft Sarah tikkoen gedaan voor de daad van Chava. Sara heeft in plaats van een pijnlijke bevalling op haar oudere leeftijd een zeer plezierige bevalling van Hasjem mogen ontvangen.
De trap in Chevron die uit Avrahams tijd afstamt en volgens de archeologen leidt deze tot een van de poorten van het oude Chevron waar Avraham Avinoe aan gezeten heeft om de grond van Machpela te kopen ©Devorah
Ook de Bnej Chet (Chettieten) rouwden om de dood van Sarah. Avraham kwam bij Chevron aan om te proberen Maarat Hamachpela te kopen en boog toen hij de Bnej Chet had benaderd. Ondanks zij van de buiging van de beroemde Avraham gecharmeerd waren, boog Avraham in werkelijkheid voor Hasjem en zei tegen hen: “Ga naar Efron [de eigenaar van Maarat Hamachpela] en fungeer namens mij als tussenpersoon om een deal voor ons te bewerkstelligen. Ik wil de Maarat Hamachpela bezitten, die van hem is. Ik wil het bij ieders bijzijn voor de volle prijs betalen. Als hij weigert, doe mij een plezier en haal hem dan over.”
“’Nee, mijn heer, hoor mij: het veld geef ik jou en de spelonk die daarin is, ik geef het jou, in aanwezigheid van de zonen van mijn volk geef ik jou; begraaf jouw dode.’ [Bereesjiet/Gen. 23:11]. Efron wilde de Maarat Hamachpela schijnbaar cadeau doen en zei in bijzijn van de Bnej Chet drie maal dat hij het wilde geven. Avraham weigerde. Hij hoorde de ondertoon van Efron en kende de waarde van het woord van de rasja’ [slecht persoon], hun daden en misleiding. Ook was Avraham bekend met de karakter van Efron. Avraham wenste niet dat Sarah als een onwaardig persoon begraven zou worden en ook wist Avraham dat de Bnej Chet hem het bezit niet zouden weggeven. Efron zei drie maal dat hij de spelonk en het veld beschikbaar wilde stellen om Sarah daar te kunnen begraven, hopend dat het graf hierdoor in hun bezit zouden komen.
Avraham hield voet bij stuk en bleef aandringen het veld en de grot te kopen. Zij gingen uiteindelijk overstag maar wilde hiervoor wat terug: “wij hebben gehoord dat jullie nakomelingen bezit zullen nemen van dit land. Voordat wij overeenkomen dat wij jou dit bezit verkopen, zweer dat jouw nakomelingen onze stad Jevoes niet zullen aanvallen.” Avraham zwoor dit en de Bnej Chet brachten koperen afgodsbeelden waarop de belofte gegraveerd werd. In de tijd van Jehosjoe’a heeft Bnej Jisrael bij het innemen van Kena’an Jevoes [wat ‘vertrapt’ betekent] niet ingenomen. Zij wisten van de afspraak tussen Avraham en de Bnej Chet. Dawied Hamelech was degene die Jevoes in 1005 vdgj innam en het werd Jeroesjalajiem.
Avraham en Efron kwamen over de prijs een en het veld en Maarat Hamachpela zou hem 400 sjeqliem kosten. Efron leek eerst een gulle man, maar wanneer we goed opletten, lezen wij tussen de regels door dat hij een hebzuchtig en oneerlijk mens was. Hij verkocht Machpela uiteindelijk voor véél meer dan het waard was. …’over lasocher…overeen te komen munt…. Bava Metzia 87a legt uit dat iedere sjeqel die Avraham betaalde was 2500 gewone (doorgaande) sjeqliem. Dit betekent dat Avraham weliswaar 400 sjeqel betaalde, máár dat deze 400 “type” sjeqel 1.000.000 gewone sjeqliem was (Rasji). Avraham heeft dus 1.000.000 sjeqel voor Hamachpela betaald. Zoveel hield Avraham van Sarah. Hij koos de mooiste plek om haar te kunnen begraven en ging niet over de prijs discussiëren.
Efron stal zelfs de sjeqliem, dat zorgvuldig gewogen werd, stiekem van de weegschaal en liet het zo in zijn zakken glijden. Zoals voor Avraham middah keneged middah gold, gold dit ook voor Erfon. Zoals hij probeerde Avraham armer te maken door zichzelf te bereiken, werd Efron uiteindelijk een arme man. Dat stelen wordt in de Tora gesymboliseerd met het weglaten van de Wav in zijn naam. Door de gehele hoofdstuk wordt Efron met een waw (draagletter voor de ‘o’) geschreven, maar in Bereesjiet/Gen. 23:16, waar het geld gewogen werd, werd de waw in zijn naam weggelaten. De reden is dat in deze vers geld door de handen gleed waar een koop mee verzegeld werd.
Op basis van de vermelding van de Tora dat Avraham aan Efron 400 sjeqliem moest betalen, kwam Rabbi Jitschak bar Jehoeda (Paaneach Raza) tot de volgende conclusie.
In Wajjiqa/Lev. 27:16 leren wij de waarde van de grond in Bijbelse tijden. Het koste vijftig zilveren sjeqliem voor 75.000 ‘ellen’ (of vierkante ‘Amot’), of te wel één koer. Het gebied dat Avraham had aangekocht was acht koer, ook wel 600.000 vierkante ellen/amot. Een vierkante el is ongeveer het gebied dat bezet wordt door een rechtopstaand persoon.
De hoofden van huishoudens die Mitsrajiem verlieten en bij Har Sinaj aankwamen telden met 600.000. De Geleerden leren ons dat het volk Jisrael uit 600.000 ‘basis’zielen bestaat. Daarbij bestaat de Tora uit 600.000 letters en spaties, waardoor iedere Jood iets uit de Tora bezit.
Dit geldt ook voor het land dat Avraham heeft aangekocht. Ieder Joodse ziel bezit hier iets van.
Ook al kon Avraham drie keer kiezen tussen het ‘gratis’ krijgen van de grot en het veld óf voor deze een enorm kapitaal neerleggen. Nu hij besloten had dit aan te kopen, kan er geen onduidelijkheid bestaan over de legitimiteit van het bezit van het Joodse volk met betrekking tot Maarat Hamachpela. Voorts: De rabbijnen leren dat wij Avraham met betrekking tot de aankoop van heilige zaken zoals mezoezot, religieuze boeken o.i.d. nooit mogen afdingen.
Gestel dat Efron hetzelfde licht van Maarat Hamachpela gezien zou hebben wat Avraham had gezien toen hij achter het weggelopen kalf ging, zal hij het nooit aan Avraham verkocht hebben. Maar door zijn duister karakter, zag hij niets anders dan duisternis wanneer hij naar de grot keek en zag niet het licht noch rook hij de geur van Gan Eden.
Toen Avraham de grot binnentrad, Sarah’s kist dragend, stonden Adam en Chava uit hun graf op en wilde het verlaten met de woorden “We voelen de eeuwige schaamte van onze zonde. Nu jij hier bent, vergroot jij onze schande door jouw goede daden vóór onze ogen.” Avraham antwoordde: “Ik zal namens jullie dawnen zodat jullie niet langer beschaamd hoeven te zijn.” Adam was tevreden en ging weer terug in zijn graf, maar Chava weigerde weer te gaan liggen. Uiteindelijk begroef Avraham haar weer toen hij Sarah begroef.
Abraham begroef dus zijn vrouw Sarah in de grot van het veld van Machpela, tegenover Mamre, – hetzelfde is Chevron – in het land van Kanaän. Bereesjiet 23:19.
Hasjem bouwde in de Diaspora tunnels waardoor de lichamen na de Opstanding der doden naar Erets Jisrael, om precies te zijn, naar Maarat Hamachpela zullen rollen. Toen Ja’aqov op sterven lag, moest Joseef hem beloven dat hij ook in Maarat Hamachpela begraven zal worden. “En de dagen naderde voor Israël om te sterven. En hij riep zijn zoon Joseef, en zei tegen hem … ‘Doe me een *chesed en waarheid:.. alsjeblieft, begraaf me niet in Mitsrajiem. Ik wil met mijn vaderen liggen, en jij zal mij uit Mitsrajiem dragen, en begraaf mij in hun graf…. Ik wil de pijn niet voelen om naar Erets Jisrael te moeten rollen, begraaf mij in Maarat Hamachpela.” De Geleerden leren ook dat wij onze dood moeten voorbereiden door te proberen een graf in Israël te regelen voor na ons sterven. Dit is de reden waarom alle Joden graag in Erets Jisrael willen wonen. Na je dood rol je als het ware naar Maarat Hamachpela. Hoe dichter je er begraven ligt, hoe sneller je daar komt. Het zou nog mooier zijn om bij een Tsaddiek begraven te worden.
Toen Ja’aqov overleed, heeft Esaw nog geprobeerd de zonen van Ja’aqov tegen te houden hem in de Grot te begraven. Terwijl de snelvoetige Naftali naar Mitsrajiem rende om de akte van Maarat Hamachpela – het bewijs van eigendom – te halen, zag de doofstomme enig kind van Dan, zijn zoon Choesjim, de commotie en onthoofde Esaw. Zijn hoofd rolde de grot in en kwam tot stilstand in de schoot van zijn van Jitschak. Tot op de dag van vandaag ligt hij daar nog.
Ja’aqov is bij zijn voorouders in Maarat Hamachpela bijgelegd.
“Ik zal gedenken: Mijn verbond met Ja’aqov; ook Mijn verbond met Jitschak, ook Mijn verbond met Avraham zal Ik gedenken en het land zal Ik gedenken”
Wajjiqra/Lev. 26:42
Sjabbat 30 stelt: “Wanneer Israël in de woestijn zondigt, dan bad Mosje tot Hasjem en smeekte Hem, maar hij werd dan niet geantwoord. Maar wanneer hij zei ‘herinner Avraham, Jitschak en Ja’aqov Jouw dienaren’ (Sjmot/Ex. 32:13), dan werd hij direct verhoord.” Midrasj Rabba Wajjiqra zegt: “G’d zei tot Israël: ‘Zoon, als je onschuldig voor Mijn oordeel wilt komen, moet je altijd beroep doen op de verdiensten van de aartsvaderen.’”
Ravah zegt dat toen de Mergaliem werden uitgezet om Kena’an te verkennen, zonderde Calev zich af en ging bij de Grot dawnen. Hij vroeg de aartsvaderen: vaderen, bidt namens mij, zodat ik gespaard wordt voor de Raad van de Verspieders (Sotoh 34b). Dit deed hij toen de Meragliem hele zuidelijke deel van het land overstaken en Chevron bereikten, de woonplaats van de reuzen. Door deze gebeurtenis wordt geconcludeerd dat Maarat Hamachpela een plaats is om bij de tsadiekkiem te dawnen.
De Sjoelchan Aroech Orach Chaim 101 zegt dat een bidder tijdens Sjmone Esre zich volledig moet concentreren. Wanneer hij dat niet tijdens alle broches kan concentreren, laat hem dan op zijn minst op de eerste broche concentreren, de ‘Avot. Als hij niet concentreert tijdens Avot, maar wel op de rest, moet hij Sjmone Esre overdoen.
Hamachpela is een van de drie stukken land in Erets Jisrael waar Joden voor betaald hebben waardoor niet te onderhandelen of te twijfelen valt of de des betreffende plaatsen wel of niet Joods is. De andere twee plaatsen zijn het gaf van Joseef (Sjechem/Nabloes) én de Tempelberg (Bereesjiet Rabbah 79:1)!
Het Mysterie van Maarat Hamachpela
Plattegrond (Klik op de afbeelding)
1. Veld van Machpela en een groot plein voor het gebouw
2. De buitenkant van de grot
3. De zevende tree
4. Het fundament, gebouwd tijdens de tweede periode van de tweede Bejt Hamiqdasj
5. De Arabische toevoeging van ‘Joseefs graf’
6. De Tweede Tempel Constructie: “Cornrows” op de tweede verdieping
7. De hal dat gebruikt wordt voor religieuze doeleinden; de Joodse ingang
8. De binnenplaats. Belangrijkste plek voor Joodse gebeden
9. De muur van het Kruisvaardersfort
10. Minaret uit de Mameloek’s periode (14e eeuw)
16. Jitschaks hal
17. Avrahams Kamer
18. Sarah’s Kamer
19. Ja’aqovs Kamer
20. Leah’s Kamer
21. Synagoge van Avrahams hal
22. Synagoge van Ja’aqovs hal
23. De Jesjenei Chevron Synagoge
24. Ja’oelia Moskee
28. Scheidslijn tussen de muur en het pannendak van de oude Synagoge
29. Gallerij van Baroech Nachson en Rabbi Asjlag Jesjive
30. Het graf van Abner ben Ner
32. Goetnick Centrum
De telling lijkt niet te kloppen, maar de missende nummers komen terug op andere afbeeldingen.
De vallei van Chevron waar Joseef doorheen liep op zoek naar zijn broers © Devorah
Volgens zowel de Bijbelse als geografische áls topografische gegevens áls de archeologische bevindingen is het een zekerheid dat dit de plek is waar Adam en Chava en onze voorvaders zijn begraven. In de midden-bronzen tijd, 3700-3800 jaar geleden, was de vallei (zie afbeelding: de vallei van Chevron waar Joseef doorheen liep op zoek naar zijn broers©Devorah) onbevolkt. Volgens archeologen is het overduidelijk dat deze begraafplaats uit de midden-bronzen tijd afstamt (2). Efron’s veld is voor zeker de grote plein ten zuiden van het bouwwerk (1).
Klik op de afbeelding en zie de ingang.
Zonder enige twijfel hangt er een mysterieuze sfeer rond de Maarat Hamachpela. Rond de Tweede Tempel periode werd het grote gebouw door Herodes over de grot gebouwd [zie afbeelding links en vorige afbeelding binnen het rode kadertje (4) © Devorah].
Vele jaren ging een verhaal te ronde dat een ieder die deze grot zou betreden, zou er nooit levend weer eruit komen. Daarom was voor honderden jaren het betreden van de grot een droom. 700 jaar geleden veroverden de moslims dit gebied en bouwden hier er een moskee, iets wat tegenwoordig me behulp van de VN ook sprake is met betrekking tot Qaver Rachel. Joden en christenen kregen geen toegang tot de grot.
De “Opening van de Lamp”, een ronde opening in de vloer van Jitschaks hal (16 en zie afbeelding: de centrale gedeelte van de Jitschak hal © the Jewish Community of Hebron), moest dienen als de drempel van de grot. De smalle opening met een doorsnede van 28 centimeter, is gekroond met een ring van marmer en gesloten met een koperen deksel. Boven deze opening is een baldakijn gebouwd. Iedere morgen wordt de deksel door de Waqf verwijderd en laten zij olielampen in de ondergrondse ruimte zakken.
Er gaat een legende ronde dat 400 jaar geleden de zwaard van de sultan in deze opening naar beneden is gevallen. Alle pogingen om de zwaard weer te pakken te krijgen faalden. Alleen “Makoebal”, de kabbalistische Rabbijn Rabbi Avraham Azulai – de auteur van het boek “chessed l’avraham” slaagde er in om de zwaard terug te brengen naar de eigenaar. Hiermee heeft hij de Joden van Chevron gered.
In deze laatste generatie wordt het geluid van het mysterie ten aanzien van deze ondergrondse ruimte enigszins ontrafeld.
De mysterieuze “Opening van de Lamp” [r].
Michal die door deze opening naar beneden glijdt [l].
© the Jewish Community of Hebron
In 1968 is de 12-jarige Michal door de smalle ingang van de “Opening van de Lamp” gegaan. Het meisje ontdekte onder de opening een ondergrondse kamer dat drie monumenten bevat. Vanuit deze kamer loopt een smalle tunnel van 16 meter lang. De tunnel leidt naar een stenen trap. Boven aan de trap wordt de opening door een grote kei die door ijzeren spijkers op zijn plaats wordt gehouden, zodat de kei niet kan bewegen (25 klik op de link).
Afbeelding van de kamer, trap en de kei die de opening barricadeert © the Jewish Community of Hebron
Het meisje liep weer terug via de tunnel naar de “Kamer van Lampen” en werd via het touw weer naar boven gehaald. Het meisje heeft de ruimte onderzocht en zoals wij zien ook gefotografeerd. Helaas heeft ze de grot zelf niet kunnen onderzoeken.
In 1981 werd een nieuwe poging ondervonden. Joden uit Chevron zijn er in geslaagd de grot te betreden. Voor de eerste keer in de moderne geschiedenis werd er een dubbele grot onder het enorme gebouw ontdekt. Daar vond men twee vloeren onder de gedeelte waar wij dagelijks bidden. Op de bovenste laag vond men de “Kamer van de Lampen” en de overloop daar naar toe. Daaronder bevindt zich de grot. De grot is – zoals eerder vermeldt – dubbel (zie en klik op de afbeelding © the Jewish Community of Hebron). Het bestaat uit twee grotten die door een doorgang met elkaar in verbinding staan. Dit is een typisch manier van mensen begraven zoals men dit in de midden-bronzen tijd deden. Maar het komt ook overeen met de omschrijving van de Midrasj en de Tora. Echter is het onmogelijk alle dingen en haar geheimen te ontdekken en te onthullen.
Maarat Hamachpela door de eeuwen heen
Klik op de afbeelding
Het veld met de grot.
Dit is het noordoosten van “Emek Chevron”, de vallei van Chevron.
Periode van Herodes [37 vdgj-4 vdgj; de Tweede Tempel Periode. Het gebouw bedekt de grot. Het is in de stijl van de Tempelberg gebouwd en is nog steeds intact zoals het 2000 jaar geleden gebouwd werd.
Identiteit van de bouwer is onbekend. Maar gezien de stijl wordt er vermoed dat het koning Herodes was.
De Periode van de Kruisvaarders. Een fort (9) werd aan het gebouw gebouwd met daarin een kerk.
De Mameloek, de Islamitische Periode. Vanaf nu zijn alle drie religiën vertegenwoordigd. Minaretten steken boven het gebouw op de westelijke en de oostelijke hoek van de muur uit en er werd in het gebouw de Ja’oela moskee (24) gebouwd. Er werden aan beide weerskanten trappen gebouwd.
De gebouwen om het gebouw heen zijn door de Jordaniërs verwijderd. Het veld van Machpela in een tuin veranderd.
De Edomiet dat tot het Jodendom was bekeert, koning Herodes, was een ijdele man en wilde zijn naam over de hele wereld beroemd maken. Men vermoedt dat dit de reden was voor het bouwen van het enorm gebouw op de grot. Dit gebouw van dolomiet (sommige stenen zijn wel 5 tot 8 meter hoog en is met enorme precisie geplaatst) zou toen de grootste Joodse gebouw ter wereld geweest zijn. Of hij nu wel de grootste Joodse gebouw is of niet, hij is uniek. Hij is als toewijding aan de Aartsvaders na 2000 jaar nog steeds volledig intact.
Naast dat het een raadsel is hoe het gebouw gebouwd is, gezien de grote van sommige stenen, is de omvang van het gebouw 65 bij 35 meter. De hoogte is ongeveer 20 meter en de dikte van de muren is tegen de 3 meter. Het gebouw is opgebouwd uit twee verdiepingen. Toegang tot de eerste verdieping, waar de grot zelf bevindt, is nog steeds als gevolg van de opgelegde beperkingen door de Arabieren niet mogelijk te betreden. In het verleden had die verdieping kennelijk een grote toegangspoort op het niveau van de vierkante plein buiten het gebouw, aan de zuidwestelijke kant. De bezoekers die het wilden betreden zouden dan een inpandige trap beklimmen om naar de tweede verdieping (vergelijkbaar met de Hulda Gate op de Tempelberg) te kunnen gaan. Het poort werd in de tiende eeuw door de Arabieren gesloten en vergrendeld. Daarna werd daar overheen een gebouw geplaatst, dat aan de oude muur werd gebouwd. Naar aanleiding van de historische context, noemen de Arabieren dit ten onrechte het “Joseefs Graf” (5 zie pijlen afbeelding ©Devorah).
De tweede verdieping van het gebouw is tegenwoordig het belangrijkste niveau, die als de plaats voor een bezoek dient. Deze verdieping is gebouwd in een bijzondere stijl: de Cornrows-pijlers in de muur dat afgewisseld wordt met verzonken strips (6 voor een snelle blik op de ingang tweede verdieping, het verzegelde poort en de Cornrows, klik op DEZE link ©Devorah). De Cornrows komen overigen overeen met de muren van de Tempelberg.
Dus: de ingang is alleen op de tweede verdieping te bereiken middels een trap (zie afbeelding met de pijlen).
Er zijn zes monumenten in het gebouw aanwezig dat in drie paren zijn parallel verdeeld: Het centrale monument, gelegen boven de oude begraafplaats, wordt ‘Avraham’s Grave Marker’ genoemd. Daarnaast ligt het monument dat gewijd is aan Sarah. Aan de oostelijke kant, staat het monument dat “Jitschaks Grave Marker’ heet. Aan het noordwesten van de verbinding (einde van het filmpje zie je links Avraham’s en rechts Sarah’s monumenten. ©Devorah) staat het monument gewijd aan Ja’aqov en daarnaast die van Leah. De volgorde hoe de paren begraven liggen is veelzeggend: Avraham in het centrum, Jitschak rechts en links van hem Ja’aqov.
Meisjes dawnen bij het monument van Sarah voor hulp voor het vinden van een goede man: zie einde filmpje ©Devorah
De oude verbinding, dat van origine groot, open en ongepartitioneerd was, is nu verdeeld in hallen en kamers. Tijdens de Byzantijnse Rijk, immers Avraham wordt ook in andere geloven als een heraut van het geloof gezien, was het voor de Joden verboden het gebouw binnen te gaan om bij de monumenten te dawnen. In die tijd dawenden zij aan de noordwestelijke hoek van het gebouw. Daar werd een kleine synagoge gebouwd dat bedekt werd met een pannendak.
Sjachris bij het monument bij Avraham: zie einde filmpje ©Devorah
De lijn tussen dat dak en de muur kan men tegenwoordig nog zien. In deze omgeving staat een Palmboom; op een plaats dat gedurende die periode als “Adam’s Graf” geïdentificeerd is (dit is niet zeker en alleen symbolisch). De Byzantijnen deelde het gebouw in twee delen op en boven de oostelijke gedeelte bouwden zij een dak en veranderde het in een kerk. Na de Islamitische verovering in de zevende eeuw, werd de kerk omgetoverd in een moskee. Joden konden weer in het gebouw dawnen.
Deze mensen aan de muur zijn kohaniem. Kohaniem mogen niet in de buurt van doden komen. Toch wordt er wekelijks – sowieso op vrijdag – in de sjoel bij het monument van Avraham wekelijks tijdens Sjachris de priesterzegen gegeven. Dat kan alleen door een kohen. Hoe kan dit. Er wordt gezegd dat kohaniem wel bij heilige tsaddiekiem mogen dawnen. Deze kohaniem besloten dit niet te doen © Devorah
Wederom werd dat gedeelte terug veranderd van een moskee naar een kerk. Dit nadat de Kruisvaarders in de elfde eeuw de verovering in handen hadden. Maar toen de Moslim Mameloeks in de dertiende eeuw het voor het zeggen kregen, werd deze kerk voor de tweede keer een moskee. Het structuur, dat ontelbaar is veranderd, wordt Jitschak’s Hal (16) genoemd.
Met de terugkeer van de Joden naar Maarat Hamachpela in 1967, werden de hallen opgeknapt en dienen als synagoges (zie filmpje). Tijdens Sjabbatot en Jamiem Toviem vullen duizenden Joden de hallen en andere ruimten van het gebouw op Maarat Hamachpela. Op Jamiem Toviem van Pesach en Soekkot, spreken wij niet meer van duizenden, maar tienduizenden Joden die vanuit hun eigen gevarieerde minaĝiem (gewoonten) komen dawenen en zingen. Dan is zelfs dit enorme gebouw te klein.
Chevron en Maarat Hamachpela vandaag
“De aanval was goed gepland en het doel was goed gedefinieerd: de eliminatie van de Joodse nederzetting van Chevron. De relschoppers spaarden noch vrouwen, noch kinderen. Naar leeftijd werd niet gekeken, terwijl de Britten hen passieve toestemming heeft gegeven. 67 werden vermoord, 60 raakten gewond en de gemeenschap was verwoest, synagogen verwoest en Torarollen verbrand.”
Encyclopedia Judaica over 18 Av 5689/24 augustus 1929
Vol verslagenheid… een Joodse inwoner na de pogrom.
Door de Turkse periode van 1517-1917 kwamen Joden van heine en verre, maar ook uit andere delen van Israël, zich in Chevron vestigen. Er hebben door de geschiedenis door – inclusief de Byzantijnse, Arabische, Mammeloekse en Ottomaanse periode – altijd Joden in Chevron gewoond. Daarom is het volstrekt onredelijk om Chevron als door Israël ‘bezet gebied’ te bestempelen. Uiteindelijk heeft Avraham Avinoe voor het land betaald en ook zijn afstammelingen in de negentiende eeuw. Pas in 1929, als gevolg van de moordende pogrom van Arabieren op Joden waar 67 Joden werden mishandeld, verkracht en vermoord en de rest op de vlucht moesten slaan, werd de stad tijdelijk ‘vrij’ van de Joden. Na de Zesdaagse oorlog in 1967 werd de Joodse gemeenschap van Chevron gelukkig weer hersteld.
Naast de al besproken Maarat Hamachpela, de graven van Roeth en Jisjaj, Avraham Avinoe Synagoge, Beit Romano en Beit Hadassha, liggen ook Othni’el Ben Kenaz, de eerste Richter van Israël, Avner Ben Ner (de vertrouweling en generaal van Dawied Hamelech), maar ook de slachtoffers van de pogrom van 1929 en andere prominente Rabbijnen in Chevron begraven. Wat is er in 1929 gebeurd en waarom lijkt deze gebeurtenis zo onbekend?
Al een geruime tijd leefden 800 Joden onder de tienduizenden Arabieren. De toenemende spanningen in het Britse mandaatgebied tussen de Joodse en Arabische inwoners begonnen gedurende dit decennium echter steeds vaker te ontaarden in gewelddadigheden. Nadat bij een incident in de zomer van 1929 in Jeroesjalajiem, die door de moefti van Jeroesjalajiem is aangewakkerd, drie Joden en drie Arabieren waren omgekomen, begonnen geruchten de ronde te doen dat er op grote schaal Arabieren werden vermoord. Op vrijdag 23 augustus 1929 begonnen Arabieren in de namiddag stenen naar een jesjive te gooien. De enige student die er aanwezig was werd vervolgens door hen vermoord. De vermoorde Shmuel Rosenholtz van de jesjive was de eerste van de 67 Joden – 12 Sefardische en 55 Asjkenazische – die op een ondenkbare brute wijze door Arabieren is vermoord.
Nogmaals de gedenkteken van het bloedbad van 1929 in Beit Hadassah in Chevron.
Die vrijdagavond stelde de zoon van de prominente Rabbi Ja’aqov Slonim voor bange Joden zijn huis open om bij hem te schuilen, terwijl de rabbijn in bezit was van een pistool. Vele Joden maakte van zijn enorme moedige gastvrijheid gebruik, terwijl anderen uiteindelijk door de Arabische gemeenschap met messen, bijlen en knuppels vermoord zouden worden. Echter overleefde de rabbijn zelf deze ramp ook niet. Toen de Arabieren trachtten met hem een deal te sluiten om alle Sefardische jesjive studenten die bij hem en zijn zoon schuilden over te leveren, beloofden de Arabieren de Asjkenazen met rust te laten. Omdat hij niet in wilde gaan op deze deal, werd hij stante pede door de Arabieren vermoord.
De slachting werd van huis tot huis voortgezet. Onder de slachtoffers van deze slachting waren 12 vrouwen – waarvan een aantal verkracht en verminkt werden – en drie kinderen, waarvan minimaal een ook extreem verminkt werd. De enige Britse politieman die dienst had, was namelijk getuige dat een Arabier met een zwaard een kind aan het onthoofden was. De man dacht geen seconde na en schoot de Arabier dood. Ook zag de politieman dat een Arabische collega van hem met een zwaard een Joodse vrouw probeerde aan te vallen.
Een Amerikaans journalist, Pierre van Paassen, noemde de slachtingen “vreemd en wreed”. Hij vond in de Joodse huizen afgesneden geslachtsorganen en vrouwenborsten die overal verspreid lagen. Uiteraard, zoals wij nu dagelijks getuige zijn van de Holocaustontkenning, constateerde Van Paassen in Jeroesjalajiem dat ook deze wreedheden te stelligst ontkend werden. Hij snelde terug naar Chevron waar hij met twee artsen bewijzen wilden verzamelden. Bij aankomst werd hem toegang tot de stad door de Britten ontzegd.
“data”:”http://www.youtube.com/v/64OOVNRnIxQ?hl=nl&fs=1″,”allowFullScreen”:”true”,”allowscriptaccess”:”always”,”src”:”http://www.youtube.com/v/64OOVNRnIxQ?hl=nl&fs=1″,”allowfullscreen”:”true”
De Britten – die ook een verantwoordelijkheid als Mandaathouder van het mandaatgebied was – schoten de Joden niet te hulp. Pas de volgende dag kwam de Britse versterking in Chevron aan. Deze houding herhaalt zich in de Tweede Wereldoorlog waarin Joodse vluchtelingen uit Europa geen toegang van de Britten kregen om in Israël te vestigen. Zij werden door de Britten of doodgeschoten of terug gestuurd naar Nazi Europa!
19 moedige Arabische families van Chevron hebben tijdens de pogrom hun huis voor de Joden opengesteld en onderdak geboden. Hierdoor hebben zij honderden Joden weten te redden van hun moordlustige broeders. Onder deze geredde Joden was Zmira Mani. Zij schreef later dat Abu id Zaitoun met zijn broer en zoon haar en haar familie met hun zwaarden hebben beschermd en hen met andere Joden op hun zolder hadden verborgen! Uiteindelijk vonden zij een politieman die hen naar naar de politiebureau in het gebouw van Beit Romano begeleide. Drie dagen later werd Beit Romano belegerd. Iedere nacht mochten 10 mannen het gebouw verlaten om op de oude Joodse begraafplaats van Chevron om de vermoorde Joden van die dag bij te kunnen wonen.
Dieren kregen vrije toegang tot de Avraham Avinoe Synagoge! © the Jewish Community of Hebron
Dat er weinig spijt onder de meeste Arabieren te vinden was, is om het feit dat zij niet schroomden om groententuintjes aan te leggen op de door hen opgegraven vijftal Joodse massagraven. De Joden die deze genocide overleefden werden ook nog eens uit Chevron verdreven. De meeste vestigden zich in Jeroesjalajiem. Alle Joodse bezittingen in Chevron werden door de Arabieren gestolen. De families die geprobeerd hebben terug te komen naar Chevron, werden door de Britse autoriteiten weer weggestuurd. De oude Avraham Avinoe Synagoge werd gesloopt en dieren konden vrijuit door de synagoge lopen.
In 1948, toen de onafhankelijkheid van de Staat Israël werd uitgeroepen, werd de stad vervolgens door koning Abdullah van Jordanië veroverd en geannexeerd door Jordanië. In 1967 kreeg Israël controle over Chevron en enkele overlevenden van de pogrom van 1929 deden nog een poging om hun oude huizen te claimen. Maar de toenmalige Minister van Defensie Moshe Dayan dreigde de nabestaande op te pakken als zij zouden terugkomen. Hij vermaande hen geduld te hebben, omdat de regering een oplossing zou zoeken zodat zij naar hun huizen konden terugkeren. Jaren later kwamen Joden zonder toestemming naar Chevron om zich daar te vestigen. Zij worden vandaag de dag ‘kolonisten’ genoemd. Echter is er nimmer een oplossing gevonden voor de overlevenden van de pogrom van 1929.
Shlomo Gorenchik (Goren) (1917-1994); Opperrabbijn en generaal-majoor van de Israel Defense Forces (1948-1967) en werd in 1968 Generaal. Van 1968-1973 Opperrabbijn van Tel Aviv en vanaf 1973 tot en met 1983 was hij Opperrabbijn van Israël. In 1929 studeerde hij als 12 jarige aan de Jesjive van Chevron
In 1931 hebben Joden geprobeerd de Joodse gemeenschap van hun voorouders weer op te bouwen. Rabbi Yaakov Yosef Slonim, de Opperrabbijn van Chevron, had hierin de leiding. Zijn hele familie was tijdens de pogrom afgeslacht en met hulp van Rabbi Heimem Begaio, Y. Hasson en Avraham Franco gingen zij met 200 mensen in Chevron wonen. Echter braken in April 1936 weer nieuwe rellen uit. De Britten deporteerde met vrachtwagens midden in de nacht alle Joden Chevron uit en hiermee heeft terreur wederom de kleine Joodse gemeenschap getriomfeerd. In 1948, toen de Israëlische Staat eindelijk werd uitgeroepen, overwonnen de Jordaniërs Jehoeda en Samaria. Dit betekende dat ook Chevron onder Jordaans bestuur kwam te staan. De Jordaanse autoriteiten rondden de vernietiging van de Joodse gemeenschap af door de sporen van een Joods leven in Chevron te verdelgen.
Alles lag er verlaten bij. Avraham Avinoe Synagoge © the Jewish Community of Hebron
Twintig jaar is Chevron van ieder Joods aanwezigheid beroofd. Gelukkig kwam hier enigszins verandering in toen in 1967, nadat Jordanië wederom de Staat Israël aanvielen, de historische Joodse Thuisland dat deels nog door de Jordaniërs sinds 1948 bezet werd, bevrijd werd. Nagenoeg spreken wij over exact dezelfde gebieden dat volgens de wereld door Israël bezet zouden zijn en dat de Palestijnen, deze ’terug’ moeten krijgen! De eerste Jood die Chervon betrad was Opperrabbijn en generaal-majoor van het IDF Rabbi Shlomo Goren.
Een van de meest gedenkwaardige moment van de Zesdaagse Oorlog in juni 1967, was het moment toen Rabbi Goren op zijn sjofar aan de Kotel (‘Klaag’muur) blies. Ondertussen wist hij als geen ander dat zijn volgende missie Chevron zou zijn, maar ook Kaver Rachel in Betlechem, Rachel Imeinoe, die de Joodse ballingen op hun bittere weg troost.
Hij organiseerde een mars, maar werd zelf achtergelaten, dus hij was ervan overtuigd dat het IDF Chevron al veroverd had. Hij beval zijn chauffeur direct naar Chevron te rijden, waar hij werd begroet door witte lakens die aan de daken en ramen door het hele stad waren opgehangen. Hij begreep direct dat de Arabieren bang waren dat de Joden voor alsnog de pogrom van 1929 zouden wreken. Het werd hem al snel duidelijk dat hij in zijn eentje in Chevron was, omgeven door ongeveer 80.000 Arabieren. Terwijl het leger nog steeds met de voorbereidingen bezig was om de stad te veroveren, ging hij in zijn eentje naar Maarat Hamachepla, waar de Joden inmiddels voor honderden jaren verboden werden dit heilige plaats te betreden. Hij opende de stalen deuren met zijn Uzi machinepistool en blies de sjofar, zoals hij bij de Kotel eerder gedaan had. In najaar van 1972 – na het besluit om de groep Joden die in 1968 probeerden de gemeenschap een nieuw leven in te blazen, waren de eerste 105 woningen van de nieuwe Joodse Gemeenschap klaar om bewoond te worden. De nieuwe gemeenschap werd Kiriat Arba (Stad van de Vier [reuzen]) genoemd, dat naast de stad Chevron gesticht werd. Kiriat Arba is volledig voorzien van een Raad, scholen, religieuze instituten, klinieken, industrie en commercie.
Beit Hadassah © Devorah
In 1979 werd de Joodse gemeenschap in Chevron permanent gevestigd toen een groep Joden uit Kiriat Arba hadden besloten om in Beit Hadassah te gaan wonen. Echter was de euforie van 1967 tijdelijk. Wederom worden zoveel mogelijk Joden door Arabieren, maar inmiddels ook door het gehele Westen uit Chevron geweerd. De aanvang van deze wereldwijde antiJoodse actie begon met een dodelijke terreuraanslag in mei 1980 toen zes Joden, die terugkwamen van het dawnen in Maarat Hamachpela, werden vermoord en 20 omstanders werden verwond. De toenmalige Premier van Israël, Menachem Begin, besloot de Joden die in Beit Hadassah woonden naar Beit Chason en Beit Schneerson, in de oude Joodse wijk, te verplaatsen. Alle Joodse gebouwen en eigendommen werden vervolgens opgeknapt of herbouwd. Op Beit Hadassah werd zelfs een extra verdieping gebouwd, goed voor 11 gezinnen die in de loop van 1986 daar mochten gaan wonen. In 1980 werd ook de Avraham Avinoe Wijk herbouwd.
Afbeelding: Opslagplaats uit de oudheid. Joden hebben op archeologische vondsten appartementencomplexen op palen gebouwd om zo 24 uur per dag controle te houden op de vondsten. Vele Arabieren van Chevron doen daar alles aan om net als op de Tempelberg alles wat Joods is te vernietigen of te stelen © Devorah
In de afgelopen jaren heeft Chevron met veel geweld te maken gehad. Een aantal incidenten zijn opvallend: de eerder genoemde incident in 1980 toen Palestijnse terroristen zes jesjiva studenten vermoord hadden en twintig omstanders ook nog hadden verwond. Allen kwamen van Maarat Hamachpela vandaan.
In februari 1994 heeft dokter Baroech Goldstein het vuur geopend op moslims. Dit kostte hen 29 doden en 125 gewonden. Helaas was de moordende dokter lid van Rabbi Meir Kahane’s Kach Partij, waardoor deze tot op heden een hele slechte naam heeft en daarom ook als ‘extreem rechts’ wordt betiteld.
Goldstein werd uiteindelijk door overlevenden van zijn aanslag vermoord. Hij ligt begraven in Kiriat Arba.
Na de ondertekeningen van de Israelisch-Palestijns overeenkomst dat bekent staat onder de Oslo II, kwamen de civiele zaken met betrekking tot de Arabische inwoners onder Palestijns bestuur (PA) en de Arabische Gemeenste van Chevron. Het IDF is enkel en alleen verantwoordelijk voor de veiligheid en welzijn van de Joodse gemeenschap van Chevron. De ellende begon weer van voren af aan.
Ondertussen werd in 1994 werd de markt verplaatst naar een commerciële plek in de westelijke gedeelte van Chevron. De gebouwen, ooit in bezit van de Joden van voor de pogrom in 1929, werden verwaarloosd achtergelaten. Ondanks dat mochten de Joden niet naar de gebouwen van hun (groot)ouders terugkeren.
Links: het monument in nagedachtenis van het vermoorde kleine meisje Shalhevet Pass © Devorah
Een van de meest ingrijpende gewelddadige gebeurtenis vond plaats in april 2001 toen een heel klein meisje van 10 maanden oud door een Arabische terrorist werd vermoord. Shalhevet Pass werd in haar hoofd geschoten en gedood door een Palestijnse sluipschutter, toen zij zittend in haar kinderwagen door haar vader – Jitschak Pass – door de straten van Chevron, waar zij en haar familie woonde, werd geduwd. Jitschak Pass raakte door dezelfde kogel gewond. Na onderzoek bleek dat de bloeddorstige moordenaar er op uit was het kleine meisje van het leven te beroven.
De reactie van de Joodse gemeenschap was het her innemen van de gebouwen wat ooit van hun (voor)ouders waren en tot 1994 als markt werden gebruikt geweldloos. Deze gebouwen worden Mitzpe Shalhevet genoemd. Maar de Arabieren lieten daar niet bij zitten. Zij weigerden mee te werken aan de rechtvaardigheid ten aanzien van de bezittingen van de Joden. In plaats daarvan legden de Arabieren een verzoek bij het Israëlische Hoge Gerechtshof van Justitie neer om de Joden van deze plaats te laten verdrijven. In januari 2006 hebben de Joodse families – met het medeweten van de overheid – een afspraak met de commandant van Israëlische troepen in het gebied gemaakt en zijn overeengekomen dat de gezinnen zouden verhuizen, zodat de juridische procedures voor de terugkeer van Joden naar deze locatie zou kunnen beginnen. Nadat de negen families waren vertrokken, verwierp de Procureur-Generaal het akkoord en dwarsboomde iedere actie dat tot een oplossing had kunnen leiden.
In de zomer van 2006 keerden twee families naar Mitzpe Shalhevet terug.
Op 7 augustus 2007 werden deze twee families, onder druk van de links georiënteerde ambtenaren van het Bureau van de Procureur, verdreven. Dit ging met een enorm geweld aan politie en militaire krachten! Vele namen deel aan de strijd en drie vrijwilligers gingen in de bunker verschansen om de ontruiming te dwarsbomen. Na uren van strijd werd de achterwand van de bunker tot ontploffing gebracht en de vrijwilligers die daar binnen waren, werden daar verwijderd.
Bovenste afbeeldingen: Mitzpe Shalhevet: de Joodse families hebben de gebouwen gerenoveerd om daarin weer te kunnen wonen. Dit was een kostbaar project. De gebouwen zouden de woningnood van Chevron binnen de Joodse gemeenschap lichtelijk versoepelen, maar in plaats daarvan werden alle mogelijkheden van de bouw en ontwikkeling van dat project belemmerd © the Jewish Community of Hebron
Onderste afbeeldingen: na de ontruiming anno juni 2008 © Devorah
De Joodse gemeenschap van Chevron geven tot op de dag van vandaag de strijd niet op en eisen van de Openbare Justitie dat de Joden als rechtmatige eigenaren eindelijk kunnen terugkeren naar de bezittingen die voorheen ooit van hun (voor)ouders zijn geweest – dat door Arabieren zijn gestolen. De Joodse gemeenschap zal pas rusten wanneer recht wordt gedaan!
Nawoord met tijdslijn
Hedendaagse straatbeeld ‘groene strook’ in Chevron © Devorah
Alles wijst erop, zowel historisch wetenschappelijk als Bijbels, dat Chevron en Maarat Hamachpela al vanaf 1735 voor de gewone jaartelling Joods was. Dit werd 1250, toen Jehosjoe’a Chevron innam, officieel. Echter vanuit de standpunt van de wereld en de linkse vleugel van de Israëlische politiek is Chevron Arabisch.
De bovengenoemde onwaarheid wordt veroorzaakt door de ‘Groene Strook’. Deze Groene Strook is een demografische situatie waar tienduizenden Arabieren rond slechts 1000 Joden in het centrum van Chevron, en ongeveer 7000 in de nabijgelegen Kiriat Arba, wonen. Zoals we al hebben aangetoond, is de geschiedenis van Chevron niet in 1967 begonnen. Chevron en de heilige plaatsen zijn volledig Joods. Het is de plaats waar de Patriarchen liggen begraven, maar ook andere belangrijke mensen zoals Jisjai en Roeth. Voor deze plaats heeft Avraham Avinoe ruimschoots betaald. Dus als de Joden ergens op aarde rechten hebben, dan is het wel in Chevron!
Ook hebben wij gezien dat de Joden anno 2011 op een relatief klein strookje van de Joodse eigendommen, dat tijdens de pogrom in 1929 is geplunderd, wonen. Het doel van de huidige kleine Joodse gemeenschap is de basis leggen voor de terugkeer van de Joden in de werelds oudste Joodse stad.
De stad Chevron is 18 vierkante kilometers. Gebied H1 (zie afbeelding © the Jewish Community of Hebron). Deze is overgedragen is aan de PA en beslaat 15 vierkante kilometer. Deze gedeelte is voor de Joden verboden terrein!
Gedeelte H2, dat is de Israëlische gedeelte, is merendeels ook verboden terrein voor Joden, terwijl in de beide gebieden voor verkeer en aanwezigheid van Arabieren onbeperkt zijn. Vreemd.
Wanneer we goed naar de feiten kijken, dan zien wij dat de Joden slechts op 6/10e van één vierkante kilometer mogen bewegen. Dat is 3% van de gemeentelijke omgeving waar Joden toegestaan zijn zich te bewegen! De Arabieren daarentegen mogen overal komen; een fenomeen dat overal in Israël geldt! Arabieren hebben onbeperkte toegang tot Joodse gedeelten, mogen daar zelfs onroerend goed kopen. Duizenden Arabieren wonen daarom ook in de Israëlische gedeelte. Echter een Jood die zich in H1 en H2 van Chevron bevindt, is zijn leven niet zeker! Dat zijn de hedendaagse feiten.
Hoe zit dit?
De PA heeft Arabische handelaren opgedragen winkels te vestigen in Joodse gedeelten, wat al lang geen economisch centrum van Chevron meer is. Dit doen ze voor één reden: puur om Joden te treiteren en uit te dagen. We raden het al, andersom is uiteraard strikt verboden, zelfs als er sprake is van een Joods eigendom! In Jeroesjalajiem is dit ook al gaande. Dit fenomeen kan zich dus over de gehele ‘Westbank’ uitbreiden.
Nogmaals: een Jood dat de moed heeft om H1 en H2 (officieel het Israëlische gedeelte) te betreden, riskeert zijn of haar leven en kan anderzijds gearresteerd worden op grond van het ‘overtreden van eenzijdige regelgeving’. Hoe zitten die dan?
Terrorisme is na het tekenen van de Oslo-akkoorden fors toegenomen. In 2000 vond de ‘Oslo-oorlog’ plaats waar een kettingreactie van terrorisme en moord op Joden binnen de gemeenschap van Chevron heeft plaats gevonden. Het beslaat te veel ruimte om alle ellende te behandelen. Echter, sindsdien is de opdracht van het IDF om de Joodse gemeenschap op het Groene Strookje tegen de Arabieren te beschermen. Echter Arabieren blijven vrije toegang tot dit 3% Joodse gedeelte behouden, ondanks zij wel gecontroleerd worden, waartegen wereldwijd uiteraard geageerd werd en wordt. Duizenden Arabieren leven en circuleren dus continue in en rond de Joodse gedeelten, terwijl het Joodse verkeer is beperkt tot een minuscuul gebied en één straat!
Nogmaals, de Joden mogen nog steeds niet in H1 en H2 komen, dat is 97% van Chevron, de gedeelte dat in 1997 middels de Hebron Akkoorden overgedragen is aan de Arabieren.
In H2, de Israëlische gedeelte waar heilige plaatsen bevinden zoals de Kever van Avner ben Ner (1 Sjmo’el/Sam. 14:50, 20:25; 17:55, 26:5) en de Kabbalistische Jesjive in Cashbah, zijn voor Joden strikt verboden! Het verbod is ter voorkoming van rellen en om de veiligheid van de bewoners te kunnen waarborgen, aldus de Staat. Alleen is dit verbod door het Hoge Israëlische Gerechtshof aan de slachtoffers van het geweld opgelegd: de Joden. Vreemd.
Plattegrond Chevron © the Jewish Community of Hebron
Klik op de afbeelding.
De feiten liggen zo dat de Joden in wezen nog steeds sinds 1929 van hun eigendommen verstoken zijn, terwijl de Arabieren en de nazaten van de dieven en moordenaars genieten van ieder basisrecht die een mens in een geciviliseerde wereld behoort te hebben wanneer hij/zij in een beschaafd stad of dorp woont. De huizen, winkels en grond dat de Joden van Chevron tijdens de pogrom moesten verlaten en ook tijdens de Jordaanse bezetting nooit is teruggegeven, is onrecht tot op heden nooit recht getrokken. Wanneer afstammelingen of overlevenden van de pogrom hun eigendommen opeisen, krijgen zij van zowel de PA als de Israëlische regering ‘no’ op hun rekwest. Joden worden van ieder recht op eigenaarschap ontnomen, dit tot op de dag van vandaag. De Staat Israël neemt geen stappen tegen deze racistisch getinte maatregelen die schijnbaar sinds 1929 tot op heden gelden. Iedereen op de wereld heeft recht op bouw en ontwikkeling in overeenstemming met de aanvaarde lokale regels en voorschriften, ongeacht godsdienst en ras. De PA misbruikt dit recht op een cynische wijze door het initiëren van grootschalige bouw-en ontwikkelingen. Op de westelijke, Arabische kant, van Chevron staan op immense schaal gebouwen met meerdere verdiepingen, winkelcentra en hightech gebouwen. Deze zijn gefinancierd door buitenlandse onderzoeks-en ingenieursbureaus en andere internationale organisaties. Op de ‘Israëlische’ kant wordt ook flink gebouwd onder de sponsoring van ‘regering’ van de Palestijnen (tegenwoordig Chamas). De PA heeft verklaard dat Chevron de hoogste prioriteit van ontwikkeling heeft en verklaarde tevens dat dit als doel heeft het om ‘het Joodse karakter te wurgen’, zoals elders in Israël als Tsfat en Jerosjalajiem. Dit doen zij dus door om de Joodse gedeelte heen dicht te bouwen met Arabische gebouwen.
Hoop. Ondanks de vele tegenslagen, uitsluiting, vernielingen, moord, bloeien in de vernielde Mitzpe Shalhevet een enorm aantal (bijzondere) bloemen © Devorah
Joden van Chevron hebben geen recht om te bouwen, zelfs niet op onroerend goed dat zonder twijfel aanwijsbaar Joods eigendom is. Dit met inbegrip van de kern van de minuscule Joodse Gemeenschap van 1 vierkante kilometer, die ene straat, die 3%! In de afgelopen twintig jaar hebben de Joden slechts drie gebouwen mogen bouwen. De Staat Israël weigert bouwvergunningen aan Joden te verlenen en bemoeit zich enkel met het ontruimen van Joden uit legaal aangekochte woningen. Wetgeving en handhaving: ijverig naar Joden, laks naar de Arabieren. Deze ijver naar Joden is binnen de kaders van richtlijnen die verankerd zijn in moeilijke procedures. Voor de Arabische bevolking daarentegen, is de toepassing van de wet al voor een lange tijd slechts een show. Wanneer Arabieren de wet overtreden wordt daar alleen maatregelen tegen hen getroffen wanneer het op niveau van terrorisme komt.
Net als in Jeroesjalajiem en in de rest van Israël geldt het feit dat de problemen van Chevron pas met de komst van de Mosjiach opgelost zullen worden. Moge de komst van de Mosjiach daarom snel aanbreken!
Klik op de afbeelding voor een tijdslijn (ENG) © the Jewish Community of Hebron
Maarat Hamachpela en Chevron in de media [interessant om te lezen!]
(kijk naar de filmpjes om de stemming te komen en de sfeer van Chevron en Maarat Hamachpela te proeven!)
“data”:”http://www.youtube.com/v/Y4chw1Kvq5E?fs=1&hl=nl_NL”,”allowFullScreen”:”true”,”allowscriptaccess”:”always”,”src”:”http://www.youtube.com/v/Y4chw1Kvq5E?fs=1&hl=nl_NL”,”allowfullscreen”:”true””data”:”http://www.youtube.com/v/Yph48e-SPO4?fs=1&hl=nl_NL”,”allowFullScreen”:”true”,”allowscriptaccess”:”always”,”src”:”http://www.youtube.com/v/Yph48e-SPO4?fs=1&hl=nl_NL”,”allowfullscreen”:”true”
Grapjes op de Groene Strook mag best gemaakt worden:
“data”:”http://www.youtube.com/v/4-Ai9Dqq5lY?fs=1&hl=nl_NL”,”allowFullScreen”:”true”,”allowscriptaccess”:”always”,”src”:”http://www.youtube.com/v/4-Ai9Dqq5lY?fs=1&hl=nl_NL”,”allowfullscreen”:”true”
Bronnen:
The Midrash says “Bereeshiet”
The Hebron Purchase van Rabbi Yanki Tauber van Chabad.org
The Cave of Machpela: Roots of the Jewish People van the Jewish Community of Hebron, The Ma’arat Hamachpela Authority en Hebron Fund inc.
Inequality & Discrimination in Hebron van the Jewish Community of Hebron
Chabad.org
Avrahams Synagoge van Chabad.org
Hebron: City of Our Forefathers, City of Their Sons van the Jewish Community of Hebron
Visit Hebron van the Jewish Community of Hebron
Walk in The Footsteps of Abraham: Visit & Explore van the Jewish Community of Hebron
Hebron van Jewish Virtuallibrary.org
Wikipedia
Great Leaders of our people van Judaism 101
http://www.machpela.com/
©FAQ-online 2011