De economische crisis
Geschreven door Dayan mr. drs. R. Evers
Lees ook:Gelukkig zijn in moeilijke tijden
Een Joodse visie op rijkdom, armoede, bezit en winst
In Nederland heeft dichter Derk zich al in de crisis verdiept:
Menig timmerman heeft er het bijltje bij neergelegd terwijl de kousenfabrieken er geen gat meer in zien. De horlogemakers zouden de tijd willen terugzetten en de confectie-industrie moet er een mouw aan passen. De tuinders heeft men knollen voor citroenen verkocht en de binnenschippers zijn aan lager wal geraakt.
De kapper zit met zijn handen in het haar, de boer is uit het veld geslagen en de helderziende schemert het voor de ogen….
Zou het helpen als de wapenindustrie inzag dat er geen schot meer in zit???
Wat een wereld !!!!!!!! Gr. Derk.
Wat hebben economie en Jodendom met elkaar? Jodendom en het financiële reilen en zeilen van de wereld lijken – zeker in de huidige crisis – weinig met elkaar te maken te hebben.
Toch gaat het zowel in de theologie als in de economie om een en dezelfde wereld. Preciezer gaat het om de fundamentele bestaansvoorwaarden van mens, dier en milieu. Economie en theologie sporen gelijk in de wens van zorgvuldig beheer van vitale bestaansvoorwaarden van heel de geschapen werkelijkheid.
Ik wil een totaal andere weg inslaan. Ik wil u via de omweg van een typisch Joodse benadering van het aardse reilen en zeilen vanuit een puur religieus perspectief inwijden in zeer fundamentele vragen, die iedere homo economicus zich vroeg of laat ook zal stellen.
Inleiding
De schriftelijke en mondelinge traditie
Het Jodendom geeft in de Schriftelijke en Mondelinge traditie aanwijzingen, regels en ideeën over omgang met bezit en territorium. Omgang met materieel bezit neemt een uiterst belangrijke plaats in in de Joodse bronnen. De Joodse traditie houdt zich met dit onderwerp op tal van terreinen bezig: civiel recht, burenrecht, zakenrecht, intellectueel eigendom, arbeidsrecht, familierecht, oorlogsrecht, sociaal recht, economisch recht en voorschriften voor sociale voorzieningen en algemene welvaart.
Verheffing
Nu een stukje filosofie. Het Jodendom erkent ‘natuurlijke’ driften of fundamentele neigingen. Het Jodendom verwerpt ontkenning van deze neigingen maar probeert deze neigingen en driften op een hoger plan te brengen. De technische term voor dit streven is in het Jodendom ‘avoda’, wat letterlijk dienst – aan het Opperwezen – betekent. Tegelijkertijd betekent avoda bewerking van fysieke stoffen en ook veredeling van de natuurlijke of fundamentele menselijke neigingen (sublimering). Het Jodendom daagt de mens tot deze verheven taak uit en begeleidt dit proces van verheffing.
De Tora gaat uit van privé-bezit. Eigendom en bezit als zodanig zijn niet ‘vies’, tenzij hiervan misbruik wordt gemaakt.
Het verheffen van de bezitsdrang naar een hoger plan is hierbij de primaire doelstelling. Dit is terug te vinden in de geest, die alle bepalingen, richtlijnen en ideeën over armoede, rijkdom, bezit en winst ademen.
Kapitalistisch of socialistisch?
Velen stellen een fundamentele vraag: is de Tora socialistisch of kapitalistisch? Op Jom Kippoer van het 50e Joweel- of Jubeljaar gaan alle onroerende goederen terug naar hun oorspronkelijke eigenaars. Die waren hun landerijen kwijt. Vanuit die optiek koestert de Tora nivelleringsmotieven en eerlijke verdeling van beschikbare goederen. Aan de andere kant krijgt de oorspronkelijke kapitalist zijn kapitaalgoederen terug!
De Tora is een systeem op zich en laat zich niet meeslepen in verkiezingsslogans of man-made filosofieën. De Tora is zichzelf genoeg en hoeft niet te spiegelen aan de wensen van de mensen. Uiteindelijk is de Tora geen sociaal-economisch handboek. De Tora heeft eeuwigheidswaarde en laat zich nooit uitputtend verklaren naar de waan de dag.
De paradoxale mens, lichaam en ziel
Het Jodendom beziet de mens als een paradoxale combinatie van lichaam en ziel. Het samengaan van beide – lichaam en geest, die zo vaak als tegengestelde scheppingen worden beschouwd – wordt binnen het Jodendom als iets wonderlijks ervaren, dat het specifieke en bijzondere van het menszijn bevestigt.
Aan de ene kant heeft de mens trekken van deze wereld in zich, zoals deze ook in planten en dieren zijn waar te nemen, terwijl hij aan de andere kant, door middel van de hogere vormen van zijn ziel tot verhevener werelden behoort.
Daardoor vormt hij de enige mogelijke verbinding tussen beide. Het duale karakter van de mens wordt als volgt omschreven en aangevoeld:
‘In drie opzichten lijkt de mens op een engel en in drie opzichten op een dier; in drie aspecten gelijkt hij op een engel omdat hij verstand heeft als een engel, rechtop loopt als een engel en kan praten als een engel. In drie opzichten lijkt de mens echter ook op een dier, want hij eet en drinkt als een dier, plant zich voort als een dier en scheidt de onbruikbare bestanddelen van zijn voedsel uit als een dier (B.T. Chagiga 16a ).
Hoofd in de hemel
Dit ‘dubbele’ in het menselijke karakter blijkt ook uit de uiterlijke gestalte van de mens. De dode stof bevindt zich in de aarde. De flora staat met zijn wortels in de aarde, zuigt hier levenskracht uit op stijgt naar boven. De volgende levensvorm, het dierenrijk, maakt van de voorafgaande categorieën gebruik maar staat met zijn kop naar de aarde gericht.
De mens vormt de verbinding tussen hemel en aarde. Met onze voeten staan wij op de aarde maar met ons hoofd zijn wij op Hoger gericht als teken van onze spiritualiteit. Wij gaan zowel met de Hemel als met de aarde om. De combinatie vormt de uiteindelijke bestemming van de schepping.
Positieve kanten
De jetser hara – de drang tot aardse expansie – heeft ook positieve kanten: Rav Sjemoe’eel bar Nachman zei: de jetser hatov is goed maar de jetser hara is zeer goed. Hoe dat mogelijk is? Zonder de driften van de jetser hara zou de mens zich geen huizen bouwen, niet trouwen, geen kinderen voortbrengen en geen handel drijven (Bereesjiet Rabba 9). Rav Jehoeda zei: Op drie zaken staat de wereld: op naijver, lust en eerzucht (waarmee hij bedoelt, dat het economische leven en de instandhouding van de soort zonder de jetser hara niet mogelijk zouden zijn; Awot de Rabbi Natan 4). Juist de zakenman of arbeider verheft de materie waar hij mee bezig is tot een hoger plan als hij die intentie heeft en tsedaka, liefdadigheid doet van zijn aardse winst.
Het heden: de crisis
Over de recente recessie schreef de Opperrabbijn van het Verenigd Koninkrijk, Lord Jonathan Sacks: ‘Het zijn moeilijke tijden. Het ineenvallen van de financiële markt, de economische recessie, en een onzekere toekomst. Mensen zijn hun spaargeld, baan, en zelfs hun huis verloren. Wat moeten we doen in tijden als deze? Het beste antwoord is gegeven door een Amerikaanse politicus: Verspil nooit een crisis. Je leert meer in moeilijke tijden dan in makkelijke.
Het Chinese ideogram voor crisis betekent ook mogelijkheid of kans. Misschien is dat wel waarom de Chinezen er al zo lang zijn. Er is maar één taal, die ik ken, die nog een stapje verder gaat, en dat is het Hebreeuws. Het Hebreeuwse woord voor crisis is masjbeer, wat ook bevallingsstoel betekent. In het Hebreeuws zijn crises niet alleen mogelijkheden, maar geboorteweeën. Er wordt iets nieuws geboren. Dat is ook waarom de Joden alle crises van de afgelopen 4000 jaar hebben overleefd en er zelfs sterker uit gekomen dan zij daarvoor waren.
Obsessie met bezit
Wat wij van het ineenvallen van de financiële markt moeten leren is dat we geobsedeerd zijn geraakt met geld: salarissen, bonussen, de huizenprijzen en dure luxe artikelen waarzonder wij best kunnen leven. Wanneer geld heerst, onthouden wij de prijs maar vergeten wij de waarde. Dat is een grote fout.
Het ineenstorten van de markt is veroorzaakt doordat mensen geld gingen lenen dat zij niet hadden, om dingen te kopen die zij niet nodig hadden, om geluk te bereiken dat geen stand zou houden.
De consumptiemaatschappij is gebaseerd op het stimuleren van behoeften om zo uitgaven te genereren, die vervolgens de economie doen groeien. Dit druist eigenlijk in tegen alle oprechte normen en waarden. Reclame schept allerlei behoeftes in ons aan dingen die we niet hebben, terwijl echt geluk ligt in het waarderen van de dingen die we wel hebben (zo leert Pirkee Avot ons).
Consumptiemaatschappij creëert ongeluk
Eigenaardig genoeg is de consumptie maatschappij dus een mechanisme dat ongenoegen en ongeluk creëert en verdeelt. Zo kent een tijdperk van ongekende welvaart een ongekend aantallen stress gerelateerde syndromen en depressies. Het belangrijkste dat wij van de huidige economische crisis kunnen leren is dat wij minder stil moeten staan bij wat dingen kosten, en meer bij wat ze waard zijn.
Remedie Sjabbat
Er was een moment in de Tora dat het volk goud begon te vereren. Zij maakten het gouden kalf. Het interessante is dat wanneer wij de Tora zorgvuldig lezen, wij zien dat vlak voor én vlak na de episode van het Gouden Kalf Mosjee het Joodse volk een gebod geeft, het gebod Sjabbat te houden. Waarom dát gebod op dát moment?
Sjabbat is het tegengif voor het Gouden Kalf omdat het de dag is dat wij stoppen te denken over de prijs van dingen, maar wij veel meer stil staan bij de waarde van de dingen. Op Sjabbat mogen wij geen handel drijven. Wij mogen niet werken of een ander betalen om voor ons te werken. In plaats daarvan brengen wij de dag door rond de Sjabbat tafel met familie en vrienden. In sjoel hernieuwen wij onze contacten met de gemeenschap. Wij luisteren naar de Tora en herinneren ons zelf aan de geschiedenis van ons volk. Wij bidden en danken G-d voor alle zegeningen die Hij ons heeft gegeven.
Belangrijk vs. dringend
Familie, vrienden, gemeenschap, een gevoel van verbondenheid met een volk en haar geschiedenis, en bovenal het bedanken van G-d: dit zijn de dingen die waarde hebben maar geen prijs. Of, anders gezegd: timemanagement is leren onderscheid maken tussen dingen die belangrijk zijn en dingen die dringend zijn. Gedurende de week reageren wij op de druk van het dagelijks bestaan. Het resultaat is dat wij ons bezig houden met wat dringend is, maar niet noodzakelijk met wat belangrijk is.
Moeilijkheden zaaien toekomstig geluk
Het beste tegengif dat ooit ontdekt is, is de Sjabbat. Op Sjabbat vieren wij de dingen die belangrijk zijn en niet de dingen die dringend zijn: de liefde tussen man en vrouw, tussen ouders en hun kinderen. Het ergens toe behoren. Het verhaal waarvan wij deel uitmaken. De gemeenschap die wij steunen en die ons ondersteunt in tijden van vreugde en verdriet. Dit zijn de ingrediënten van het geluk. Niemands laatste gedachte was ooit: ik zou willen dat ik meer tijd op kantoor had doorgebracht.
Moeilijke tijden herinneren ons aan wat de goede tijden ons doen vergeten: waar we vandaan komen, wie wij zijn, en waarom we hier zijn. Dit is waarom moeilijke tijden de beste tijd zijn om toekomstig geluk te zaaien (overgenomen met toestemming van de auteur).
Welvaart en religiositeit
Geen gelofte van armoede
Hoewel het religieuze leven belangrijker is dan materiële rijkdom, kent het Jodendom geen gelofte van armoede. Leven als asceet wordt zeker niet verheerlijkt. G-d heeft de wereld in al haar glorie geschapen om er op een correcte en zorgvuldige manier mee om te gaan. Binnen een religieus kader is aards genot zelfs prijzenswaardig!
In de Koezari (een filosofisch werk) schrijft de twaalfde-eeuwse Rabbi Jehoeda Halevi: Beperking van rijkdom is geen daad van vroomheid als die rijkdom op eerlijke wijze verkregen is, en men door het vermeerderen van deze rijkdom niet verhinderd wordt Tora te leren en liefdedaden te verrichten, zeker niet wanneer men een familie en andere mensen heeft, die het geld willen gebruiken in dienst van G-d … Want wij genieten als het ware van G-ds gastvrijheid als gast aan Zijn tafel. Wij behoren Hem te bedanken voor Zijn vrijgevigheid, zowel in ons hart als met onze aardse middelen
Dankbaarheid met aardse middelen
Het Joodse principe van het mooi maken van de mitsva (gebod) illustreert dit idee van G’d dankbaarheid tonen met behulp van aardse middelen. Dit houdt in dat de sjoel mooi gebouwd en ingericht is, heilige boeken in mooie uitgaven verschijnen en men mooie kandelaars gebruikt voor het aansteken van de Sjabbat kaarsen, etc. Het doel van het mooi maken van G’ds geboden is dat men ze met vreugde uitvoert en daarmee dichter bij G-d komt.
Oorzaken van de crisis
Onverantwoordelijkheid, oneerlijkheid en gebrek aan liefdadigheid
Voor een groot deel kan de huidige economische crisis toegeschreven worden aan een groot gebrek aan globale verantwoordelijkheid, aan oneerlijk economisch handelen en een tekort aan liefdadigheid, tsedaka. De mens wordt in de westerse welvaartstaat inhalig en ziet dat het gras bij de buren altijd groener is. Zo lang men niet tevreden is met de kleur van het gras in de eigen tuin is het onmogelijk echte liefdadigheid te doen. Tsedaka vermindert het eigen kapitaal. Men is daarom bang er teveel van weg te geven zolang de auto van de buurman mooier en sneller is dan de eigen auto. Ongelijkheid en armoede kunnen ontstaan door overdreven bescherming van het eigen belang. Bovendien creëert inhaligheid corruptie.
Door eerlijk zaken te doen, economisch zwakke elementen in de samenleving niet te verleiden met leningen, die hen uiteindelijk alleen maar verder in de problemen zullen helpen, en een vast percentage van het inkomen weg te leggen voor liefdadigheid, zou de economische crisis verleden tijd kunnen zijn, mits dit wereldwijd geïmplementeerd zou worden.
Hoewel dit een utopie lijkt, kunnen wij de hoop hierop niet van tafel vegen enkel omdat de rest van de wereld (nog) niet meedoet. Dit is juist wat ons in de huidige situatie heeft gebracht. Als iedereen denkt waarom zou ik eerlijk en vrijgevig zijn als de rest het niet is?, wordt er nooit een begin gemaakt met een eerlijke en evenwichtige samenleving.
Laten wij daarom bij onszelf beginnen want uiteindelijk is iedere revolutie in de wereldgeschiedenis klein begonnen.
©Dayan R. Evers