Bnei Noach (de Noachieden)
Waarheid voor de gehele mensheid
De Torah van Moshe is een waarheid voor alle mensen, voor zowel Joden als niet Joden.
In de Torah lezen we over Adam, hij was de eerste G’dvrezende mens. Toen Adam faalde door de ‘verboden vrucht’ te eten, verliet G’d hem niet. G’d hielp Adam door hem zes universele geboden te geven. Met deze geboden moest hij leven en doorgeven aan zijn nageslacht. Deze geboden werden van Adam doorgegeven aan Seth, van Seth aan Yered, van Yered aan Enoch. Enoch die door G’d zelf werd weggenomen’ gaf ze weer door aan zijn zoon, tot aan het geslacht van Noach. Zoals ook in de Talmoed – Sanhedrin 58b – staat uitgelegd, zijn er zeven mitzvos (geboden) voor de niet-Joden. Deze zeven geboden zijn steunpilaren van de menselijke beschaving, en worden de “zeven noachidische geboden” genoemd. Dit omdat alle mensen van Noach afstammen.
Noach leerde de geboden aan zijn zonen; Shem, Cham, en Yafet. Shem – drager van het geloof – leefde volgens de wetten van G’d. Shem leerde de wetten aan zijn kleinzoon, Ever. Ever en Shem begonnen scholen op te richten in de stad die nu Yerushalayim heet. In deze scholen (yeshivot), leerden ze hen die geduldig, open, en bereid waren om te leren, het oude pad. Eén van de leerlingen aan deze yeshiva in Yerushalayim was Avraham. Avraham’s leren veroorzaakte veel leed bij zijn familie, omdat zijn vader afgoden maakte en verkocht. Avraham geloofde niet in deze afgoden, en moest van huis vertrekken. Avrahams sterke verlangen om dichter bij G’d te komen werd uiteindelijk op de proef gesteld. Toen hij zijn trouw had ‘bewezen’, werd hij geboden om zichzelf en zijn zonen te besnijden. Dit verbond werd de achtste wet, en het begin van het Joodse volk. Uiteindelijk verliet Avraham’s vader de afgoderij en werd ook hij G’dvrezend.
De RaMBaM leert ons dat elk mens die deze geboden in acht neemt, een goede plek heeft in de hemel. De Torah is er dus voor de gehele mensheid. Het Jodendom kent geen ‘bekeringsdwang.’ Bekeren is helemaal niet nodig. Dit zien we ook heel duidelijk terug in Tenach. Toen Shlomo Hamelech (koning Salomo) de Beis Hamikdash (tempel) bouwde, vroeg hij specifiek aan G’d of Hij de gebeden van niet-Joden die naar de tempel zouden komen, zo snel mogelijk wilde verhoren – 1 Kon. 8:41. De Beis Hamikdash was een universeel centrum van spiritualiteit, dat de profeet Yeshayahu “een huis voor alle volkeren” noemde. De dienst in de Beis Hamikdash tijdens de week van Sukkos (Loofhuttenfeest) had een totaal van 70 stieren offers nodig, wat stond voor de 70 volkeren van de wereld.
Ook zien we dat Shlomo HaMelech tien tafels met toonbroden, en tien menorah’s plaatste in het heilige. Waarom tien als er maar één nodig is? De reden hiervan is, dat een menorah zeven lampen heeft. Hieruit kunnen we een simpele optelsom maken van 7 x 10 = 70. Ook hier zien we dat de tien menorah’s ook weer voor de 70 volkeren staan. De T almoed vertelt ons dat als de Romeinen zich hadden gerealiseerd hoeveel voordeel zij hadden van de Tempel, zij het nooit vernietigd zouden hebben!
Er zijn helaas ook veel misverstanden over de Bnei Noach. Eén van deze misverstanden is dat men vaak denkt dat de Ben Noach zich alleen maar hoeft te houden aan zeven geboden, en daarmee olam haba verkrijgt. Deze zeven geboden zijn ‘slechts’ hoofdpilaren, wat ik later ook zal uitleggen. Een Noachied moet de G’d van Israël en de Torah erkennen. En net zoals klal Yisroel dat had, en wij het moeten hebben, hebben ook de Bnei Noach een zekere relatie met HaShem nodig. Mede hierom was en is de Heilige Tempel ook erg belangrijk.
Zoals ik ook al eerder heb aangekaart, vinden wij het “Noachidische” geloof al ver terug in de Torah. Vele duizenden jaren voor Sinai waren er al rechtvaardige mensen. Joden bestonden destijds nog niet, er was geen volk Israël. Maar men had wel een geloof en geboden dat men moest volgen. Ze hadden een volledige en volwaardige relatie met Hashem. Neem bijv. Enoch, Noach, Shem, Iyov (Job), Yithro, etc.
Ook al stammen alle mensen van Noach af, wordt het Joodse volk niet als “Noachieten” gezien. De Noachidische geboden zijn ver voor Avraham gegeven. Het volk Israël – vandaag de dag “het Joodse volk” – zijn afstammelingen van Avraham door Yitzchak en Ya’akov. Wij hebben ons eigen unieke en speciale verbond met Hashem. Dit verbond is gesloten in de woestijn bij Sinai (Bamidbar /Lev. 23:9). Ook lezen we verder in Shemos /Ex. 19:5-6 dat Israël apart moet zijn van de volkeren.