Rijkdom
Door Rabbi Prof. Efraiem Sprecher; vastgelegd door Devorah
Dit artikel is een verslaglegging van de sjioer:
“The Madoff Scandal & The Torah View”
17 Tisjrej 5770
Maale Hahamisha Hotel
Abu Gosh
Israël
Rijkdom en Jodendom, kan dit? Het antwoord is ‘ja’.
Rebbe en Rabbi Akiva toonden immers veel respect aan rijke mensen (Eroevien 86a). Waarom? Neradiem 38a maakt het nog ingewikkelder:
Rabbi Jochanan zei: “De Kadosj Baroech Hoe, Geprezen is Hij, omdat Zijn G’ddelijke Aanwezigheid alleen rust op hen die sterk, slim, rijk en wijs zijn”. Waarom?
Mensen luisteren alleen naar de rijken!
Pirke Avos 6:3 leert dat de rijkdom onder de Rebbes daarom ook goed is, zodat zij zich dan niet druk over parnoses hoeven te maken en zich volledig op hun taken kunnen richten. Daarnaast dawnen wij tijdens de maandelijkse Rosj Chodesj de Birkat levana (zegenen van de maan) voor rijkdom. Rijkdom kan dus niet slecht zijn. Het gaat er om hoe je er mee omgaat.
De Maharsja op Ketoevot 67b leert dat in zijn generatie vele rijkdommen werden verzameld die niet met G’ds vertrouwen zijn verdiend. Dit geld werd dikwijls gebruikt voor chilloel Hasjem (ontwijding van Hasjems Naam), door bijvoorbeeld van niet-Joden te stelen. Daarna gaven zij het geld weer uit om zichzelf te verrijken en hun speciale misjberach (lett. Degene die zegent. Broche tijdens Toralezen in de sjoel) af te kopen om hun ego te strelen. Dit is hetzelfde als mitsva ha’baah be’ avejrah… mitswe doen middels zonde. Dit soort geld blijft niet in stand.
Midrasj Bamidbar Rabba 12:3 wist Mosje niet hoe het geld voor het Heiligdom eruit zag (Sjemot/Ex. 30:13). Rabbi Meir leert ons dat Hasjem hem toen een munt van vuur liet zien. Waarom van vuur? Omdat vuur destructief, maar ook constructief kan zijn. Het gaat hoe je er mee om gaat. Zo is dat ook met geld.
Rijkdom is niets meer dan het geld van Hasjem beheren, want al het geld is van Hasjem. Alles is van Hasjem. De wereld en wat erin zit (Tehilliem 24:1). De een kan beter het geld beheren dan de ander. Daarom maakt Hasjem de ene Jood rijk en de andere Jood arm. Waarom?
“Zilver en goud is van Mij Chaggai 2:8. Wij zijn slechts de bewaarders van Zijn geld. Volgens Halacha is het daarom volstrekt juist wanneer een vader aan slechts één zoon al zijn geld nalaat en de anderen niets toebedeelt. Want iemand die het geld van zijn vader goed beheert, zorgt ervoor dat zijn andere broers niets te kort komen. Wanneer bijvoorbeeld niet aan de mitswe van 10% tsedoke wordt gehouden, dan kan dit je Halachisch al als een dief aangerekend worden.
Hasjem verwacht van Zijn geldbewaarders (de rijken) dat zij verstandig met Zijn geld omgaan en deze goed onder de armen of minder bedeelden verdelen.
Welke rijkdommen kun je meenemen naar ‘Olam Haba’ en welke rijkdommen blijven in ‘Olam Hazeh?
Rabbi Bechaye op Teroema leert dat je kapara voor zonde kunt krijgen door mensen aan jouw tafel uit te nodigen. Avraham zei toen hij de drie personen in de verte zag aanlopen tegen Hasjem, ‘Wacht, ik kom zo terug. Ik krijg gasten”. Kun je dit voorstellen? Zou jij President Obama zeggen: ‘Kom maar over een uurtje langs, want ik heb iets anders te doen’. Laat staat met de Schepper. Avraham zette Hasjem, de Koning der Koningen even opzij voor zijn naaste. Want hij wist helemaal niet dat hij met melachiem (engelen) te doen had! Hij dacht dat het bedoeïenen waren. Dit geeft aan hoe belangrijk het ontvangen van gasten is. Zelfs Hasjem wordt ‘in de wacht’ gezet, omdat de grootste mitswe liefde voor je naaste is.
In de Bejt Hamiqdasj stonden het altaar en het tafel centraal. Het altaar is vervangen door gebeden en de tafel door onze eettafel (gastvrijheid). Als je gastvrij bent naar jouw medemens, eer je hiermee G’d, want de mens is het beeld van G’d. R’Bechaye leert ons dat vromen in Frankrijk in zijn tijd (11e eeuw) hun doodskist van hun eettafel maakten. De reden is dat men wilde laten zien dat je niets meeneemt naar ‘Olam Haba’ behalve chesed, goede daden en Torastudie die je in dit leven hebt opgedaan. Daarom, zo leren de geleerden ons, wie hun tafel lang maakt, zal een lang leven leiden. Dit wordt bevestigd door Pirke Avot 6:9. Deze leert dat wij in plaats van geld, waardevolle stenen en parels, maar wel zijn Tora en chesed en goede daden.
Midrasj Tehilliem 118:17 leert dat wanneer de poorten van ‘Olam Haba’ zich opent, de eerste vraag die je kan verwachten is:
“Wat is jouw bezit?”
Er wordt dan gezegd: “Ik voedde de mensen die honger hadden”.
Het antwoord zal zijn: “Dit is de poort van Hasjem. Hij die de hongerigen eten geeft, is welkom.”
“Ik gaf de dorstige te drinken”.
“Dit is de poort van Hasjem. Hij die de dorstige drinken geeft, is welkom”.
“Ik gaf de armen kleding”.
“Dit is de poort van Hasjem. Hij die de armen kleedt, is welkom”.
“Ik bekommerde me om de wezen”.
“Dit is de poort van Hasjem. Hij die bekommert om de wezen, is welkom”.
“Ik bekommerde om de opgroeiende kinderen”.
“Dit is de poort van Hasjem. Hij die die bekommert om de opgroeiende kinderen, is welkom”.
“Ik gaf chesed”.
“Dit is de poort van Hasjem. Hij die chesed geeft, is welkom”.
“Ik deed goede daden”.
“Dit is de poort van Hasjem. Hij die goede daden deed, is welkom”.
Sjabbes 31a haakt op deze Midrasj in: “Zodra de man voor het Gerecht komt, wordt hem gevraagd:
“ben je er op een eerlijke wijze (integriteit) mee omgegaan (in zaken), heb je tijd vrijgemaakt voor lernen? Vervolgens leert Midrasj Mechilta Besjalach Vajasa 1 ons hoe je rijk kunt worden:
“Je zult doen wat goed is in Zijn ogen”. Dit is een verwijzing naar zaken doen, en leert ons dat iedereen die eerlijk en met vertrouwen zaken doet, zullen de mensen tegen je opkijken en het is alsof hij de gehele Tora heeft vervuld! Want Niddah 70a zegt: “Je zult je houden aan Mijn Reglementen. Degene die dat doet, het (de Reglementen) zal in hem leven (je moet je er als het waren in dompelen; je lichaam laten indringen), IK BEN Hasjem.
Ook RaMBaM leert ons over welvaart: “Een talmied van de Tora moet zijn zaken eerlijk en in goed vertrouwen doen. Wanneer zijn ‘nee’ ‘nee’ is, dan is het ‘nee’. Als zijn antwoord ‘ja’ ‘ja’ is, dan is het ‘ja’. Hij is streng voor zichzelf in zijn boekhouding, hij geeft en de opbrengsten van wie hij gekocht heeft, is hij niet veeleisend (over wat zij hem verschuldigd zijn). Hij betaalt zijn aankopen direct af…, want, “de straffen voor (valse) maten (in handel) zijn rigoureuzer dan voor degene die (trouwen) verboden relaties aangaan” (Jevamot 21a).
In Sanhedrin 108a zegt Rabbi Jochanan: “kom en zie hoe sterk diefstal is, door de generatie van de Maqboel (Zondvloed) die alle regels hebben overtreden, hun mate van straf is alleen maar omdat zij hun grijpgrage handen niet bij zich konden houden”.
Rijkdom is dus het beheren van het geld van Hasjem. Alles is van Hasjem!
Hoe wordt je rijk? We leerden dat de Misdrasj en de Talmoed ons leerden dat je rijk wordt door:
In zaken te gaan,
te erkennen dat alles van Hasjem is, dus ook jouw talent om rijk te worden.
Dat Hij je vervolgens de verantwoording geeft hiermee verstandig en op een eerlijke manier om te gaan (chesed, tsedoke) en tot slot
verwacht Hij dat jij jouw Torastudie niet links laat liggen.
©Prof. Rav Efraim Sprecher en FAQ-online 2009