Lasjon Hara, verboden spraak
Geschreven door de redactie
Behoed je tong van het kwade en jouw lippen van het spreken van bedrog. Tehilliem/Ps. 34:14
Een koning stuurde zijn zoon op weg om te studeren. De zoon kwam uiteindelijk terug als iemand die volledig thuis was in kunst en wetenschappen. Op een dag vertelde de koning zijn zoon dat hij een bepaalde steen die zo groot was als een molensteen moest nemen. Deze steen wilde hij op de bovenste verdieping van het paleis geplaatst hebben. Maar de steen was zo zwaar dat de prins deze niet kon tillen. Hij was hier erg ontzet over dat hij zijn vaders wens niet kon vervullen, waarop de koning tegen zijn zoon zei: “dacht je nu echt dat ik het onmogelijke van je zou verwachten door jou te laten proberen die steen naar boven te brengen? Zelfs met al jouw wijsheid, hoe had je gedacht dit voor elkaar te krijgen? Dit was dus niet wat ik bedoelde. Ik wilde dat je een grote hamer pakte en de steen in kleine stukjes zou slaan. Zo breng je de steen naar boven.”
Op die manier verwacht Hasjem van ons dat wij onze harten met onze handen naar G’d in de hemelen tillen (Eecha/Klaagliederen 3:41). Ons hart is een hart van steen (Ez. 36:26), een hele zware steen. Het is onmogelijk deze in een keer naar G’d te tillen. Daarom moeten wij een hamer te pakken en onze hart van steen te breken en kapot te slaan.
En die hamer is de spraak!
Sender de Praatjesmaker
Sender was een praatjes maker, een praatjesleurder. Sender was in een dorp de bekende veroorzaker van rechiloes. Dat zijn praatjes dat vijandschap tussen mensen veroorzaken. Dit gebeurt middels het leuren van praatjes. Zijn grote ‘luisteraar’ was de gouverneur en omdat Sender bang was zonder bescherming zijn huis te verlaten, werd hij dikwijls door twee lijfwachten van de gouverneur bijgestaan.
Op een avond hoorde Sender een sappig verhaal wat de gouverneur direct moest weten, vond hij. Hij ging met de lijfwachten direct op pad. Echter hij moest onderweg mincha [middaggebed] dawnen [bidden] en stopte aan de kant van de weg om deze verplichting invulling te geven. Toen hij Sjmone Esre begon te dawnen, werd hij plotseling getroffen door de woorden die hij zelf prevelde. Vroeg hij om vergeving? Vergeving voor wat? Waarom was hij onderweg om zijn naasten, zijn mede-Joden kwaad te doen? Hij had toch nog geen overtreding begaan, dus waarom moest hij voor vergeving vragen?
Langzaam begon hij zijn daden te overdenken en besefte dat hij veel moeilijkheden en ellende over zijn naasten heeft gebracht door rechiloes rond te strooien. Hij begon te beven en zweet brak hem uit. Een golf van wroeging kwam over hem heen en kreeg werkelijke spijt voor zijn daden.
Ondertussen begonnen zijn lijfwachten ongeduldig te worden en hoorden dat Sender zuchtte en steunde tijdens zijn lange slepende gebeden. Toen hij eindelijk klaar was, voegde hij zich bij hen en verklaarde dat hij hoofdpijn had en naar huis wilde. “We kunnen morgen wel naar de gouverneur gaan,” zei hij. “Hij liegt,” zeiden de lijfwachten tegen elkaar en drongen aan dat ze nu naar de gouverneur wilden gaan. Sender voelde dat zij in een vervaarlijke stemming waren. “Jij beloofde ons een mooie beloning als wij jou zo snel mogelijk naar de gouverneur zouden brengen. Dat is wat wij van plan zijn te doen!”
“Heb je nieuws?” vroeg de gouverneur toen Sender binnenkwam. “Nee, ik heb geen nieuws,” antwoordde Sender de gouverneur. “Waarom kom je dan midden in de nacht hier doen?” vroeg de gouverneur hem verbaasd. Sender gaf hem een vage rede, maar een van de lijfwachten onderbrak hem en vertelde de gouverneur wat zij hebben gezien: Senders vurige gebeden, tranen in de ogen en zijn zuchten en steunen. “Hij wilde vervolgens naar huis gaan, maar wij hebben hem gedwongen.”
De gouverneur was furieus en Sender werd gegeseld. Maar deze Jood liet zich niet door geseling afschrikken en hield zijn mond stijf dicht. Vervolgens werd Sender nog eens flink in elkaar geslagen. Weer hield hij zijn mond en beet op zijn lippen van de pijn. Toen de gouverneur eindelijk tot de conclusie kwam dat hem niets hielp, stuurde hij Sender vloekend vol beledigingen weg.
Bont en blauw kroop Sender op zijn paard en wagen en reed naar huis. Onderweg hoorde hij een geween en zag een vrouw aan de kant van de weg in diepe stress. “Ik woon in het nabije dorp. Ik moest in de rivier een mikwe nemen, en mijn man bleef met mijn kleren bij de wagen staan. Terwijl ik mijn mikwe nam, schrok het paard ergens van en ging met wagen en kleren en al er vandoor. Mijn man ging achter het paard aan. Hier ben ik dan, nat, bevroren en zonder kleren. Ik bedekte me met de vodden die ik vond en ging achter mijn man aan. Ik raakte verdwaald.”
Sender deed zijn jas uit en drapeerde deze over haar schouders en hielp haar op zijn wagen, opzoek naar haar man. Na dat avontuur ging hij naar huis.
De volgende dag werd hij overmand door een ernstige koorts. Zijn conditie ging snel achteruit en lag op sterven. Senders buren waren blij dat zij snel van dit persoon af zouden zijn die hen zoveel ellende had bezorgd door zijn lesjon hara’. Daarom waren zij vastbesloten zijn begrafenis zo lang mogelijk uit te stellen wat binnen de halacha [Joodse wet] toelaatbaar was om zo alle toekomstige informanten af te schrikken.
Sender overleed die avond. De plaatselijke Rav, een Tsaddiek, hoorde wat de mensen van plan waren en zei dat het niet hun taak was Sender te straffen. “Van onze kant moeten wij hem behandelen als ieder andere Jood. Hij zal naar de rechtvaardige maatstaven voor zijn daden verantwoordelijk gesteld worden, het is onze zaak niet,” zei de Rav.
Toch was de Rav nieuwsgierig naar de laatste dagen van Sender en Hasjem toonde hem wat er met hem gebeurd was, hoe hij tesjoeva tijdens Minche deed, hoe hij zijn straffen bij de gouverneur dapper op zich nam en een grote mitswe deed de vrouw in nood te helpen waardoor hij zelfs verdienste maakte. Zchoes avot, verdiensten van zijn voorouders, hebben voor de snelle dood geholpen, zodat hij geen eens de kans kreeg om weer terug te vallen in zijn dagelijkse gewoonte van lesjon hara’.
En zo was het… Sender stierf als een ware Ba’al Tesjoeve en mocht samen met de andere Tsaddikiem in Gan Eden verblijven.
Het wapen
De tong is een ontzagwekkende wapen. Het kan het leven van vele mensen, ja zelfs een hele bevolking, vernietigen. Het kan scheidingen tussen mensen veroorzaken, maar ook hele gemeenschappen verscheuren.
Laat daarom nooit een slecht woord jouw mond verlaten. Zeg ook nooit dat je in staat bent die bepaalde zonde te doen of dat je slecht bent. Zelfs zulke grappen moet je achter wegen laten. Deze woorden an sich zijn erg schadelijk. Zij zijn in staat jou te dwingen de gemaakte – en vaak onbedoelde, ondoordachte woorden – woorden tot uitvoering te brengen! In de TeNaCH zien wij hier een duidelijk voorbeeld wat hiermee bedoeld wordt.
Koning Jehoe viel nadat hij ooit zei: ‘Achav diende Ba’al een beetje, maar Jehoe heel veel’ (II Melachiem/Kon. 10:18). Toen koning Jehoe deze woorden zei, had hij helemaal niet de intentie om avodah zara te plegen. Hij legde uit dat hij dit alleen maar gezegd heeft om de volgelingen van de afgod Ba’al in de luren te leggen, zoals de volgende vers dit ook uitlegt. Toch waren deze woorden zijn ondergang, want uiteindelijk maakte hij zichzelf schuldig aan afgoderij. Daarom leert de Talmoed ons dat ‘een overeenkomst met de lippen wordt gemaakt’ Sanhedrin 102a. Je moet dus zo voorzichtig zijn met wat je zegt.
Denigrerende opmerkingen over anderen versterkt daarnaast de fantasie en illusie die over ons heen ligt. Wanneer mensen slechte taal gebruiken en denigrerende opmerkingen over anderen maken, dan neemt hun spiritueel besef en begrip af! Het zorgt er voor dat onze liefde voor Hasjem afneemt en we zullen vallen in dierlijke passies en verlangens. Dit is de bron van de passies en verlangens van de inbeeldingsvermogen van de mens dat deel maakt van zijn dierlijke natuur. Fantasie voedt zich met leugens en laster en is de directe tegengestelde van de faculteit van het geheugen waarmee we de ware situatie in dit leven voor ogen houden en onze eeuwige bestemming is de voorhoede van onze geest.
Iemand die het spreken misbruikt, valt daarom in het vergeetachtigheid. Dit betekent de dood van het hart! Hun harten sterven in hen en zij herinneren niet meer wat het ware doel van het leven in deze wereld is geweest: Olam Haba, de Toekomstige Wereld! Deze mensen zijn tijdens hun leven (al) dood, omdat zij geen perceptie (meer) hebben van hun ware doel en reden van het bestaan.
Maar wat is spraak precies?
praak is de adem van de lippen van de Kadoesj Baroech Hoe, de Heilige Geprezen is Hij. Om de woorden te misbruiken, verander je deze adem in een ‘razende storm’ (Tehilliem/Ps. 148:8). Deze razende storm is de grote aanklager, de bron van alle beproevingen en uitdagingen. Deze wilde geest tast onze vlees aan. Het is de wortel van alle laster, leugens en het kwaad dat mensen over elkaar spreken. Dit heet ook het ‘einde van alle vlees’ (Bereesjiet/Gen. 6:13), omdat het de mens doet afvallen, zijn vlees en leven vernietigt. Dit alles is het gevolg van misbruik van spraak!
Als de woorden inderdaad zo krachtig zijn, is het logisch dat bij tefilla, gebed, de woorden letterlijk moeten worden uitgesproken. Ook al is het waar dat Hasjem weet wat wij denken, is niet voldoende om te bidden in jezelf. De woorden moeten toch worden uitgesproken omdat spreken het vat is waarin wij de zegeningen in mogen ontvangen. Naar onze woorden die wij uitspreken, zullen wij onze zegeningen mogen ontvangen.
Wanneer jij jouw spraak zou perfectioneren dan kan hij overvloedige zegeningen door de vaten, die hij met zijn woorden vormt, ontvangen. Dat is de reden waarom wij onze tefillot letterlijk moeten articuleren met onze monden.
Naast het feit dat spraak de adem van de lippen van Kadosj Baroech Hoe is, is spraak ook de moeder van kinderen (Tehilliem/Ps. 113:9). Zoals een moeder bij haar kind blijft en nooit zal vergeten, ook al gaat het kind naar de meest vreselijke plekken die je kunt bedenken. Zo verlaat de macht van spraak ook de persoon nooit. Wanneer je dan tot de diepte niveau gezonken bent, moet je jezelf altijd herinneren aan de aanwezigheid van Hasjem wanneer je de woorden van heiligheid uitspreekt: Tora en Tefilla. Ongeacht de situatie, je moet proberen over de woorden van Tora en Tefilla te mediteren en deze tegen G’d letterlijk uit te spreken. Hierdoor blijf je altijd bewust van het feit dat Hasjem altijd in jouw nabijheid is, hoever je ook gezonken bent. Jouw faculteit van spraak zal je nooit verlaten en je zal nooit in staat zijn G’d te vergeten.
Besef dan hoe krachtig de kracht van spraak is. Het kan je dus ook van de ondergang besparen!
Spraak is zo krachtig. Als je weet hoe krachtig, dan kun je zelfs tegen een pistool fluisteren zodat hij niet kan schieten…
Zoals we dus gezien hebben, moeten wij een formule zien te vinden om met onze tong om te gaan. Hiervoor hebben wij kennis over woorden en hun effect nodig. Bewaak je tong, sjmirat halasjon, zijn de wetten die ons helpen de kracht van de tong te bedwingen. Dit heeft direct invloed op de relatie tussen de mens en de medemens zoals Hasjem dit van ons verwacht. Wij leren hoe wij over anderen behoren te spreken, hoe wij hen moeten zien, beoordelen en zo nodig hoe wij hen moeten bekritiseren. Door Hasjems regels te volgen, ontwikkelen wij trekken van medeleven, vriendelijkheid en liefde. Hij leert ons hoe wij in harmonie met onszelf, onze omgeving en met Hasjem kunnen leven. Daarom heeft Rabbi Jisrael Meïr Kagan van Radin, de Chofets Chaim (1838-1933) een studie ontwikkeld waarin wij leren op een gepaste wijze te spreken: sjmirat halasjon, want zoals de Chovos hatelavos leert: de mond drukt de inhoud van het hart uit.
De basisregels
Klik op de afbeelding
Het Nederlands Israëlisch Kerkgenootschap (het NIK) heeft de basisregels over sjmirat halesjon in kaart gebracht om lesjon hara (kwaadsprekerij) te voorkomen:
Het is Lesjon Hara om een geringschattend beeld te schetsen van iemand, zelfs als dat beeld terecht en verdiend is. Gelogen denigrerende opmerkingen zijn een vorm van smaad; dit noemt men: “Motsi Sjeem Ra”.
Een opmerking die op zichzelf niet denigrerend is, maar die uiteindelijk iemand wel fysieke, financiële of emotionele schade kan berokkenen is ook Lesjon Hara.
Het is Lesjon Hara om op een grappige manier gebeurtenissen te vermelden die beschamende of kwetsende informatie bevat over een persoon, zelfs als men niet de intentie heeft om iemand te vernederen of deze schade of pijn te veroorzaken.
Lesjon Hara is verboden, zelfs als men ook zichzelf incorporeert in de gebeurtenis.
Lesjon Hara mag niet worden geuit in enige vorm; niet door schrijven, gebaren, hints, kuchen, etc.
Spreken over een gemeenschap of een groep is een serieuze overtreding. Kwetsende opmerkingen over kinderen zijn eveneens Lesjon Hara.
Lesjon Hara mag niet worden verteld aan familie; zelfs niet aan de partner.
Al had men de opmerkingen of informatie al eerder vernomen, of de informatie is al publiek geheim en het slachtoffer zal bij het nogmaals vertellen er niet extra onder lijden, dan dient men de informatie desondanks toch niet te herhalen.
Rechiloet, het doorvertellen van een negatieve opmerking van een persoon over een ander persoon, is verboden omdat het ruzie en vijandschap veroorzaakt tussen personen.
Het is verboden naar Lesjon Hara of Rechiloet te luisteren. Zelfs als iemand per ongeluk Lesjon Hara hoort is het verboden aan te nemen dat het waar is. Men dient de persoon het voordeel van de twijfel te geven. Neem in zo’n geval aan dat de gehoorde informatie niet correct is of dat de persoon niet weet dat hij iets verkeerd doet.
Lesjon Hara’
Wat is lesjon hara’? Lesjon hara’ is informatie dat belastend en nadelig voor de betrokkene is, maar altijd waar. Iemand die lesjon hara’ spreekt, wordt gemotiveerd door zijn sterke menselijke drang zichzelf belangrijker te voelen. Hij stelt zichzelf boven de ander en oordeelt de ander minder als zichzelf. In zijn ogen wordt hij omringt door irritante, onachtzame, gebrekkige mensen die van zijn wereld een grote teleurstellende en ongemakkelijke plaats maken. Het wordt een gewoonte langs de tselem Hasjem [evenbeeld van Hasjem] van zijn naaste te kijken en zet zijn blik op oneindig om iedere fout van die ander te kunnen opmerken.
Lesjon hara’ kan ook informatie zijn dat op eerste oog heel positief is, maar negatief kan uitpakken. Denk aan iemand ophemelen wat jaloezie opwekt. Dit gebeurt vanuit de spreker vaak onbedoeld en ongemerkt.
Sjmirat lasjon is een prima tool waardoor we de verschillende paden en meningen van goed bedoelde mensen leren te zien. Andermans levenspaden en meningen worden geaccepteerd, ook al ben je daar niet mee eens. Rabbi Jisrael Alter van Ger leert dat je de verscheidenheid aan gedachtegoed net zo makkelijk moet kunnen accepteren als de verscheidenheid van ieders uiterlijk en verschijning.
Sjmirat Halasjon zijn ook de tools die vanuit de Tora onze woede wegneemt, maar ook bitterheid en jaloezie. Het elimineert koppigheid, pijn en verdeeldheid van het Joodse volk. Het typeert de mens. Harde boze woorden omschrijft een boos en gepijnigd mens. Vriendelijke woorden die met consideratie worden uitgesproken omschrijven een vriendelijk en doordacht persoon. Maharal leert dat Hasjem de tong heeft gecreëerd om iemands verborgen gedachten, ideeën en persoonlijkheid te openbaren. De wetten van sjmirat halesjon reflecteert de wijsheid van de Tora, dat impact heeft op iedere negatieve interactie.
De Tora toont tevens aan dat het zaad van een gebroken vriendschap, kapotte carrière of een echtscheiding gezaaid wordt door hatelijke woorden. Laten wij daarom voor de rest van ons leven de leringen van de Chofets Chaim over en sjmirat lesjon en lesjon hara dagelijks bestuderen!
De wetten van de lesjon hara’ is Hasjems blauwdruk voor menselijke interactie. Door deze trouw te volgen, voorkom je tweedracht, haat en boosheid.
De vier vormen van lesjon hara
Lesjon hara’ is in vier vormen te definiëren:
In engere zin: lesjon hara’ is denigrerende of schadelijke praat dat op een derde partij betrekking heeft. Wanneer persoon x zegt tegen persoon y dat persoon z een onvriendelijk persoon is, hebben zowel persoon x als persoon y – als hij de opmerking van persoon x gelooft – zich als spreker en toehoorder schuldig gemaakt aan lesjon hara’.
Rechiloes betekent letterlijk ‘leurder’. Iemand leurt een verhaal. Persoon y gaat vervolgens naar persoon z en zegt: “persoon x heeft mij verteld dat jij erg onvriendelijk tegen hem bent.” Rechiloes veroorzaakt vijandschap tussen mensen. Persoon z die nooit een negatief gevoel over persoon x had, denkt nu heel anders over persoon x. Dit komt doordat persoon y naar persoon z is gegaan om het verhaal, het gevoel van persoon x over persoon z aan persoon z te leuren.
Motsi sjem ra’: laster. De eerste vorm van lesjon hara’ zijn praatjes die op waarheid gebaseerd zijn. Motsi hasjem ra’ daarentegen zijn leugenachtige praatjes. Persoon x vertelde persoon y dat persoon z geleende spullen nooit teruggeeft, wat in feite niet waar is.
Onaat dwariem: is iemand met woorden pijn doen. De Tora beschouwt deze pijn als een werkelijke wond. Dit staat in schril contrast dat ‘woorden geen pijn zouden doen’. De Tora leert ons bewust te zijn van de kracht van woorden. Soms schat de Tora onaat dwariem hoger in dan fysieke of financiële schade.
Soms kun je er niet om heen onaat dwariem te spreken. Denk aan bijvoorbeeld een ontslag. Een ieder is geacht gebruik te maken van de meest denkbare vriendelijke benadering wanneer je in zo’n situatie verkeerd dat je een slechtweer gesprek moet houden. Je bent verplicht de meest vriendelijke woorden te gebruiken om de boodschap over te brengen.
Naast deze vier vormen, leert de Chofets Chaim dat woorden uit boosheid, arrogantie, misleiding, leugen en valse vleierij allemaal binnen deze vier vormen van lesjon hara’ vallen. Door de bron van deze woorden – jaloezie, arrogantie, boosheid, en dergelijke – te analyseren is andersom ook van kracht: geduld, liefde vol nederigheid, gewilligheid iedere vorm van onenigheid te willen vermijden, is een herkenning van Hasjems tselem en Ahavat Jisraël.
Het effect van woorden in deze wereld en in de komende wereld
Woorden hebben invloed in deze wereld. Woorden beïnvloeden op de voorhand de mening van een ander op een derde. Woorden zijn dus in staat te veranderen van perceptie naar ‘de waarheid’ voor de toehoorders; mekabliem.
Andersom is ook waar. Woorden kunnen wonderen doen ontstaan. Zo kan het aanmoedigen wanhoop doen verdwijnen, zelfs in de meest afschuwelijke situaties. Woorden zijn in staat van iets normaal tot iets heiligs te maken.
Daarnaast leert de Chofets Chaim dat degene die lesjon hara’ over een derde spreekt, altijd beoordeeld wordt door de toehoorder (mekabel). Meestal is de mening dat de spreker niet te vertrouwen is, terwijl praktisch iedereen zich aan lesjon hara’ schuldig maakt. Toch wordt dit feilloos aangevoeld. Echter doordat mensen vaak bang zijn voor de spreker, om zelf geen slachtoffer van lesjon hara’ te worden, worden sprekers van lesjon hara’ dikwijls door mensen ‘dichtbij zich gehouden’. Maar uiteindelijk zal er door de toehoorders toch een afstand tussen hen en de spreker van lesjon hara’ geschapen worden. Want die nabijheid is namelijk onecht dat gebaseerd is op angst en/of op kortstondige interesse in zijn woorden.
De mond kan de status van een heilig object halen. Zoals een kli sjoreis, het gereedschap voor het uitvoeren van de Tempel dienst die in staat zijn dat de offers hun reis vanaf de aarde naar Hemel kunnen maken, is de mond in staat woorden van lernen en dawnen doen oprijzen. Maar in feite bezit het een nog grotere macht: het stelt de mens in staat om heiligheid vanuit de Hemel naar aarde te brengen. Zo kunnen zij van een glas wijn met 54 woorden tot een kiddoesj doen veranderen, een stuk brood met 10 woorden in een offer, een man en een vrouw met 121 woorden tot een eenheid door heiliging van een Joods huwelijk. Echter kan een mond door lesjon hara’ net als de kli sjoreis onrein worden en daardoor ongeschikt is om zijn functie te vervullen en waardoor de mond voor Hasjem een onbruikbaar instrument wordt.
Het is daarom zaak dat je in plaats van lesjon hara’ sjmirat halesjon toepast, want dat brengt alleen goed in jouw leven en die van een ander. De woorden van sjmirat halesjon zijn waarschijnlijk krachtiger dan goede dingen voor iemand te doen. Iedere dag spreken wij duizenden woorden uit. Ieder woord heeft een potentie om een wagen van chesed te worden, een daad van vriendelijkheid in- en van zichzelf. Wanneer je tegen vrienden, collegae, familie, vreemden op een zachte, vriendelijke en met considerabele manier van spreken tegen anderen spreekt, worden deze woorden geleiders van een enorme positieve kracht. Zij kunnen eenzaamheid verdrijven, zelfverzekerdheid opbouwen, bemoedigend zijn, maar ook instrueren en adviseren. Door alleen maar te groeten, kunnen deze woorden iemand opgemerkt door voelen!
Wanneer iemand de mitswes van geoorloofde spraak bestudeert maar toch de overtreding van de lesjon hara’ begaat, is dit niet zomaar een overtreding. De kosmische gevolgen is zo intens dat het letterlijk het lot van de Joden vorm geeft. De Maharal (Jehoeda ben Betsalel Löw 1525-1609) leert in Nesivat ‘olam, Nesiv Halesjon, dat Hasjem Zelf er voor heeft gekozen niet in Zijn Thuishaven op aarde aanwezig te zijn en dat Zijn volk al ruim 2000 jaar in diaspora begeven. Dit dóór wat er uit de monden van het volk is gekomen. Wij denken dat wij woorden uitwisselen, maar wij verplaatsen in feite werelden. Lesjon hara is zo krachtig, dat het in staat is de verdiensten – doen van mitswes, tsedoke en Toralessen – van een heel leven kan doen doorhalen! Maar de consequentie van goede spraak heeft nog meer invloed.
In Iggeres Hagra leert de Gaon van Wilno de lezer dat betamelijke spraak de grootste factor in het bepalen van iemands deel in het Olam Haba. Ook heeft het invloed op onze gebeden! Het bevordert je Torastudie die toegang geeft tot Hasjems Bescherming en het roept vele zegeningen op die Hij vanuit Zijn liefde ons wilt schenken.
Een brug tussen Hemel en aarde
Mensen zijn van aarde gemaakt. Ieder menselijk lichaam kan worden teruggebracht tot een klein hoopje van mineralen en elementen van de aarde. Het lichaam is een vat voor de nesjomme, het Hemelse vonk met G’ddelijkheid doordrongen. Ten opzichte van de engelen en van de dieren zijn wij mensen uniek. Immers als wij uitsluitend aan de aarde gebonden zouden zijn, dan zouden wij geen vrije keuze hebben zoals de dieren dat niet hebben. Door onze nesjomme kunnen we dat wel.
Zouden wij uitsluitend een spiritueel lichaam hebben, dan zouden wij eveneens net als de engelen geen vrije keuze hebben. Wij hebben dus een unieke combinatie van het Hemelse en het aardse en leven ook in de beide werelden. Daardoor hebben wij een vrije keuze, die wij kenbaar maken met onze mond. Wij zijn in staat met onze mond een brug tussen Hemel en aarde te slaan.
Wanneer wij er voor kiezen de macht van de tong onverstandig te gebruiken, dan zijn wij onbruikbaar. Want deze vrije keuze is in feite een keuze tussen onze aardse ‘ik’ (het lichaam, de nefesj) of onze G’ddelijke ‘ik’ (nesjomme).
Door sjmirat halesjon is een ieder in staat een diepere band met Hasjem te smeden.
Het herdefiniëren van de werkelijkheid
Spraak heeft nog een ontzagwekkende kracht: het herdefiniëren van de werkelijkheid.
Gedachten bestaan in een aparte privésfeer. Eenmaal uitgesproken, is de gedachte geen privéaangelegenheid meer. Het wordt een onderwerp wat wereldkundig is gemaakt, die mensen kunnen goedkeuren of kunnen afkeuren, over kunnen discussiëren, maar daar ook op kunnen negeren. Als je een negatieve gedachte over iemand uit, dan is de gedachte in de wereld vrij gelaten. Hierdoor wordt de aandacht van de ander, de luisteraar, geprikkeld. De woorden die ‘naar verluidt’ zijn, zorgen ervoor dat de luisteraar toch een beetje minder respect voor de betrokkene krijgt en dat de betrokkene eigenlijk geïdentificeerd wordt als bijvoorbeeld ‘minder bekwaam’ of ‘minder leuk om mee om te gaan’. De situatie kan door negatieve praat snel en vaak ook onmerkbaar omslaan tot een situatie dat de betrokkene, die wij beter ‘slachtoffer’ kunnen noemen, buitengesloten wordt (op zijn werk, vriendenkring, familie). Lesjon hara’ is daarom vernietigend voor de externe factoren van iemands leven als – wat nog erger is – het vernietigen van iemands persoonlijkheid.
Satan en het Hemelse rechtbank
Wie lesjon hara’ spreekt, werpt zijn zonde naar de Hemelen (Arachin 15b), zegt de Talmoed. Geen woord gaat verloren en wordt allemaal vastgelegd. Engelen worden naar ieder persoon gestuurd om ieder woord te noteren en woorden verlaten je nooit meer. “Voor de vogels in de lucht, sturen de stem en de begeleidende engel een getuige” (Gaon van Wilno).
Lesjon hara’ heeft het drastisch effect van het omzetten van jezelf in Satan’s meewerkende getuige. De spreker van lesjon hara’ geeft precies wat Satan nodig heeft om zijn rechtsvervolging op te starten. Lesjon hara’ is niet alleen het openen van een zaak tegen jouw naaste Jood, maar je legt letterlijk beschuldigende woorden in de mond van Satan. Vanaf hier is Satan in staat om een gratis proefversie van vroegere daden
(1) van de verdachte,
(2) de spreker van lesjon hara en
(3) de luisteraar aan te voeren!
Het Hemels rechtssysteem zit zo in elkaar, dat het dicteert dat wat de spreker van lesjon hara’ bij de andere Jood heeft veroorzaakt, bij hem in gelijke mate op zijn bordje terecht zal komen. Middah k’neged middah. Het doel van Satan is het veroorzaken van strijd en wanneer de strijd komt, zal hij proberen dat deze niet snel beëindigd wordt. De Talmoed spreekt over twee mensen die op Sjabbesavond altijd ruzie hadden. Rabbi Meïr zorgde voor rust en vrede waardoor Satan uit het huis werd verwijderd (Chittin 52a). Strijd wordt door de Midrasj aangegeven dat het een acroniem is voor plaag, wraak, vloek en toedienen (slaan). Uiteindelijk brengt strijd de ondergang van de mens. Hoe groter de strijd, hoe groter de zonde.
Lesjon hara’ heeft veel meer schadelijke gevolgen dan wij kunnen waarnemen. Mensen praten op een dag erg veel. Het grootste deel van wat er wordt gezegd lijkt geen waarneembare gevolgen te scheppen. Lesjon hara’ zorgt voor een vrijwel onbeperkte hoeveelheid van zonden. Ieder woord van een dergelijk gesprek is een zonde op zich zelf. Ieder woord draagt het gewicht van de zonde van lesjon hara’ met zich mee en dat gewicht zet het gele vernietigende krachten op gang. Zoals eerder gezegd: door lesjon hara’ kun je al je verdiensten van het doen van mitwes doen wegwissen. Je komt dan voor het Hemels Gerecht en je denkt door jouw kavanah en emoenah in het doen van je mitswes je ver gebracht zou hebben en wat blijkt? Jouw chesjbon (rekening) blijkt 0 te zijn. Dit omdat degene die oprecht zijn mitswes gedaan heeft, tóch lesjon hara’ gesproken heeft. Na een levenslang hard werken, komt hij onder aan de streep met lege handen te staan.
Middah k’neged middah hanteert een enorme positieve kracht. Want Selah leert ons wanneer wij iemand positief beoordelen, dan zal dit een enorme beloning in Olam Haba als effect hebben. Iemand die een ander positief beoordeelt, zal vervolgens door het Hemels Gerecht ook positief beoordeeld worden, want ook hier zal ieder woord zijn bestemming bereiken. Door zich te onthouden van lesjon hara’, houdt hij ten eerste zijn eigen zaak uit de Rechtszaal en wordt zijn eigen zaak verwijderd van strikte beoordeling middels het gerecht. Daarom is het heel belangrijk om met gevoelens van anderen rekening te houden, omdat alle mensen tselem Hasjem zijn, dus naar Zijn evenbeeld zijn geschapen (Bereesjiet 1:27).
Gaon van Wilno leert ons dat je voor ieder keer dat je jouw tong bewaakt, je een beloning verdient, dat zelfs buiten het bevattingsvermogen van engelen gaat. We leren dat het G’ddelijk Licht dat in de tijd van de Schepping werd verborgen en gereserveerd is voor de Tsadikkiem, ook aan degene geschonken wordt die de verleidingen van lesjon hara’ wisten te weerstaan. Iedere keer dat hij in verleiding kwam en deze weerstaat, verdient een beloning.
Het giftige effect van lesjon hara’ is dus niet moeilijk te begrijpen. In feite beoordeel je namelijk, of iedereen anders is, de ander of zijn leven niet goed lijdt, of dat hij zijn zaakjes niet goed op orde heeft, of dat zijn gewoonten vreemd zouden zijn, jouw manier de enige manier en de enige goede manier van leven zou zijn. Dat is egocentrisch. Daarom is de raad van de Chofets Chaim om sjmirat halasjon in je leven toe te passen de beste raad die je kunt bedenken, want sjmirat halasjon is de sleutel om Hasjems genade te ontvangen. Daarom raadde hij iedere Jood aan tegen Rosj Hasjana hier als een mitswe op te focussen, want een ieder die mededogen toont aan andere, zal Hemelse mededogen worden verleend (Sjabbat 151b).
Ahavat Jisraël
Chofets Chaim Mesilas Jesjariem 19 zegt: “Hasjem houdt van Zijn volk en naarmate iemand van Hasjems volk houdt, des te sterker zal de liefde van Hasjem voor hem zijn.” Hasjem heeft ons expliciet opgedragen van elkaar houden en dat wij met Klal Jisrael een onderlinge band moeten ontwikkelen. Je kunt Ahavat Jisrael alleen ontwikkelen, als je werkelijk van je naaste houdt. Iedere Jood is namelijk een onderdeel van het geheel, dit zonder uitzondering. De Chazal heeft hierover het voorbeeld dat de Kohaniem een brouwsel van de lekkerste specerijen moesten brouwen voor het reukoffer. Als de Kohen die ene specerij die niet zo fijn ruikt zou weglaten, dan was het reukoffer onbruikbaar.
Hasjem deelt een geheim met jou
Door de wetten van sjmirat halasjon smeekt Hasjem niets te zeggen wanneer je iets bij iemand ziet dat niet door de beugel kan. Ongetwijfeld ben jij namelijk niet de enige waarnemer die de verkeerde daad van de ander gezien heeft. Hasjem ziet namelijk alles. Maar omdat jij het ook weet is het als of er een geheimpje tussen jou en Hasjem is ontstaan.
Als een liefhebbende Vader wilt Hij niet dat Zijn kinderen vernedert wordt. Door middel van de wetten van sjmirat halasjon vraagt Hij van jou hetgeen jij ook gezien hebt niet door te vertellen, zodat de reputatie van Zijn andere kind niet in gevaar komt. Op het moment dat jij er voor kiest het geheim te bewaren, dan kies jij voor loyaliteit aan Hasjem boven de ‘bevrediging’ van lesjon hara’. Je hebt hiermee de band met Hasjem enorm verbeterd en uitgediept.
De vernietigende kracht van lesjon hara
Joma 9b leert dat de mensen in de tijd van de vernietiging van de Tweede Bejt Hamiqdasj hard werkten aan Torastudie, dat zij zeer geleerd waren, dat zij werkelijk Avodat Hasjem deden door met volle overgaven mitswes en chesed (liefdadigheid) uitvoerden. Toch weerhield deze mooie eigenschappen van Bnej Jisrael niet de vernietiging van de Bejt Hamiqdasj. Reden: sinat chinam (ongegronde haat). Dankzij die sinat chinam hebben wij alleen nog maar een ruïne als herinnering van de betere tijden over.
Zoals eerder aangegeven in de inleiding zijn wij door onenigheid de Bejt Hamiqdasj kwijt geraakt door verwoesting en werden wij de diaspora ingestuurd. Waarom?
De Chofets Chaim leert dat wij apart zijn gezet van alle natiën. Hasjem gaf ons Zijn dierbare Tora en bracht ons naar Erets Jisrael. Hij koos ons om Zijn mitswes uit te voeren waardoor wij enorme beloningen in het Olam Haba’ kunnen verdienen. Dit zijn allemaal kado’s van Hem voor ons. Waarom zou Hij Zijn kado’s niet terugnemen wanneer deze niet gewaardeerd worden? De waarden wordt namelijk niet op de juiste wijze ingeschat! Door de profeten te sturen, reageerde Hij juist niet menselijk. Menselijk gezien zou Hij het kado terugnemen om deze vervolgens weer aan een ander te schenken die in Zijn ogen het kado beter zouden waarderen, zoals andere twee monotheïstisch religiën menen.
Door sinat chinam, ongegronde haat en lesjon hara’ brachten wij zonde in onze Bejt Hamiqdasj. Maar – zo leert de Chofeets Chaim – is de nog steeds durende diaspora niet door zonde van 2000 jaar geleden. Want: in parasja Jitro, Sjmot/Ex. 20:5, leren wij dat zonden van de ouders op hun kinderen gaat, terwijl in Sjmot 34:7 het tegendeel staat. Wat is er aan de hand? Rasji legt uit dat alleen de kinderen die de slechte daden van hun ouders bewust eigen maken, óók vijanden van Hasjem zijn, want zodra zij deze familiare zonden eigen maken, dan cummulateert de zonde zich als het ware, waardoor het een levensstijl, een geaccepteerd moraal wordt. Tot het 3e en 4e geslacht is een zonde van de voorvader aan te rekenen wanneer er bewust voor de zonde gekozen is, dan cummulateert de ernst van de zaak 3 tot 4 generaties.
Dus de zoon kiest bewust om de zonde van de vader over te nemen en wordt in de regel zondiger dan vader. De kleinzoon kiest bewust om de zonde van zíjn vader over te nemen en wordt in de regel zondiger dan zijn vader, laat staan zijn grootvader, etc. Gestel nu dat zij achterkleinzoon bewust kiest de wegen van Hasjem te kiezen, gaat dit proces – maar dan andersom – tot in het duizendste geslacht door.
Dus, waarom zijn wij nog in de diapora?
Zodra wij geen lesjon hara’ meer spreken en er geen sprake meer is van sinat chinam, dan zal de diaspora tot een einde komen. Het is onze eigen lesjon hara’ en sinat chinam dat wij in de diapora zitten, dat de Bjet Hamiqdasj weerhouden wordt herbouwd te worden. Krachtig waren de woorden die de Bejt Hamiqdasj deden vernietigen. Waarom zouden zij niet net zo krachtig kunnen zijn deze verwoest te laten? De Chofets Chaim leert dat Sjmot 2:15 een voorbeeld is van lesjon hara’ (Ook par’o hoort dit verhaal en zoekt Mosje om hem te vermoorden. Mosje vlucht weg van het aangezicht van par’o.). De Midrasj leert dat Mosje bij zichzelf zei: “nu snap ik waarom de Joden in deze vreselijke ballingschap zitten. Het is door lesjon hara’!”
Door de zonde van de merĝaliem waardoor het volk op de nacht van Tisj Be’av weenden, leidde deze zonde tot de verwoesting van de eerste Bejt Hamiqdasj, omdat er staat geschreven: “Jullie huilden om niets, Ik zal deze nacht instellen als een nacht van wenen voor alle generaties”. RaSji legt uit dat Dwariem 27:24 op lesjon hara’ slaat: Vervloekt wie zijn naaste in het verborgene neerslaat; zegge heel de gemeente: amen!. Arachin 15b zegt dat lesjon hara’ met het ontkennen van G’ds bestaan wordt vergeleken. Dwariem Rabba 6 zegt: “Hasjem zegt dat in een wereld waar lesjon hara’ onder ons gesproken wordt, Zijn Sjechina tussen is zal wijken”.
Wij spraken al eerder over het Hemels Bejt Din, onze rollen en die van satan daarin. De reden dat de Tweede Bejt Hamiqdasj verwoest werd, is om de lesjon hara, maar het Hemelse Bejt Din wordt door woorden geïnitieerd en wel met de woorden van de lesjon hara’ in Olam Hazeh. Zohar Parasja Sjelach leert dat lesjon hara’ plagen, oorlog en moord in deze wereld brengt. De Hemel reflecteert wat er hier gebeurt. Arachin 15b toont volgens Chofets Chaim aan dat lesjon hara’ de zonde tot in de Hemel laat stijgen. Dit is niet allegorisch. Wij denken dat wij onschuldig roddelen, maar wij leveren hasatan niet meer en niet minder dan heilige Woorden die door lasjon hara’ corrupt worden gemaakt. Het blijft als het ware tussen hemel en aarde hangen.
Hoe kunnen wij de verdiensten waarmaken door de Mosjiach en de Eindverlossing te bereiken, vraagt de Chofets Chaim zich af.
De belangrijkste strategie van de kwade neiging en de tactieken die hasatan gebruikt om ons in de strikken van de krachtige zonde van lesjon hara te laten lopen, is de onwetendheid dat lesjon hara – wat betrekking op de waarheid heeft – verboden is. Informatie dat uit leugen gebaseerd is, is hotsa’at sjem ra: laster. Satan hoeft alleen maar informatie te geven dat waar is en de meeste mensen zullen bij het horen van deze informatie onherroepelijk herhalen. Ondertussen verbiedt de Halacha ons dit.
Voor mensen die hier iets meer van af weten, heeft satan weer andere tactieken. Hij overtuigt de persoon dat het onderwerp van lesjon hara een slecht, gemeen mens is en dat hij het verdient besproken te worden of dat de informatie überhaupt geen lesjon hara is. Wanneer de laatste tactiek niet het gewenste resultaat oplevert, dan heeft satan nog een tactiek en dat is dat iemand constant bang maken zijn mond te openen, omdat hij wel eens lesjon hara zou kunnen spreken, terwijl het geen lesjon hara is. Satan zorgt ervoor dat de enige keuze is dat iemand zijn lippen stijf op elkaar houdt.
Aangezien de regels van lesjon hara zo strikt zijn, weet satan mensen ook te overtuigen je niet aan deze regels te houden, omdat deze ‘niet te doen zouden zijn’. Sjmirat halasjon zou dus alleen betrekking hebben op de rechtvaardigen onder ons en niet relevant voor de gewone mensen.
Satans tactieken werken dagelijks. Ondertussen overtreden wij door de dagen heen meerdere malen een van de grootste overtredingen die gelijk staat aan het eten van treife voedsel (niet-kosjer voedsel).
Daarom biedt de Chofets Chaim ons een sterkte medicijn tegen lesjon hara. Hij begreep dat dit nodig is om ons een opwerping vanuit de zelfgenoegzaamheid te geven, die is zo vertrouwd met betrekking tot de lesjon hara heeft aangevoeld.
Je zult ontdekken dat de studie van de wetten van sjmirat lasjon – de medicijn tegen lesjon hara – je bewust maakt van lesjon hara, zodat je wanneer je – G’d verhoedde – struikelt, je zal dan niet onder ba’al lesjon hara vallen. Dat is iemand die vanuit een gewoonte lesjona hara verspreid. De Geleerden zeggen over deze mensen dat zij het begroeten van de Sjechina niet zullen verdienen (Arachin 15b).
Wanneer iemand intens Torastudie doet, dan zal Hasjem er voor zorgen dat zijn jotser hara van hem wijkt (Bamidbar 14:4). Door Chofets Chaim te bestuderen zal zijn drang om lesjon hara te doen ook afgezwakt worden. Te zijner tijd zal hij geheel vrij komen van zijn drang naar lesjon hara, want deze zonde vaak het resultaat van een slechte gewoonte is. Iemand die inzet voor sjmirat halasjon zal het waard zijn om de Eindverlossing mee te mogen maken.
Spirituele verontreiniging
“Behoedt je voor de plaag van de tsara’at…” Dewariem 24:8.
In het systeem beloning en straf van de Tora bestaat er geen vuurballen die je direct neerhalen wanneer je iets verkeerds zou doen. Dit zou namelijk ten koste gaan van de bechriah, vrije wil. Wanneer G’ddelijke straffen onmiddellijk uitgevoerd zouden worden, dan is er ook geen keuze tussen goed en kwaad. Maar als iedere zonde geslagen zou worden met een eigen ziekte, dan zou zondigen vrijwel ondenkbaar zijn.
Miriam werd gestraft met tsara’at (huidziekte door spirituele onreinheid) en werd het kamp uitgestuurd om in isolatie te leven. Hierdoor moest een heel volk van 3.000.000 hoofden op haar wachten om verder te kunnen trekken. De Tora zegt dat wij ons aan Miriam moeten herinneren (Dwariem 24:9). Chofets Chaim geeft aan dat de vorm van haar lesjon hara juist heel mild was. Miriam sprak over haar broer, van wie zij erg veel hield en haar eigen leven voor op het spel zou zetten. Zij zei geen denigrerende dingen over hem. Zij maakte ‘slechts’ de fout om Mosje met andere profeten te vergelijken. Verder sprak ze niet over Mosje niet in het openbaar. Chofets Chaim leert dat de Tora deze situatie aanhaalt om ons te leren dat als Miriam voor zo’n ‘onschuldige vorm van lesjon hara’ al zo gestraft wordt, laat staan wanneer we het over de gewone dagelijkse vorm van lesjon hara spreken. Ondanks Miriams vele persoonlijke verdiensten werd ze toch zo zwaar gestraft!
Matsora’ is een samentrekking van motsie’ ra’…degene die roddel verspreid (Arachin 15b). De Reesj Lakis leert dat het woordje matsora’ verbonden wordt aan tsara’at door de term ‘motsie sjem ra’; hij die in het geheim slecht over zijn naaste spreekt, die zal Ik neerhalen” een verwijzing is naar tsara’at.
Tsara’at is de enige zonde waarvoor je buiten het kamp moest leven. Het patroon dat duidelijk naar voren komt is dat dit de G’dddelijke vergelding is voor het verzuimen van de behoefte van je naaste en je aandeel om de pijn die jij bij andere hebt veroorzaakt, mee te voelen. G’ds berispingen op dit antisociaal gedag is door jou te isoleren uit de maatschappij, zodat jij de pijn die jij hebt aangedaan, meevoelt. Daarnaast geneest hij door middel van berouw.
Ook is tsara’at de enige gevolg waarvoor je twee vogels nodig hebt om berouw te ontvangen. Want Hasjem zegt: “Zijn zonde was er een van zondige sjmoesjes. Daarom moeten vogels (tjilpen) geofferd worden”.
Fenomenen van tsara’at:
Witte uitslag op de huid
Haaruitval
Verandering van kleur van de kleding
Verandering van kleur van de muur van het huis
Dit valt niet in de regels van de natuur. Deze wonderen gaven de situatie van lasjon hara’ aan.
De muren van je huis veranderden van kleur bij lasjon hara’. Dit was de eerste waarschuwing. Bij spijt die je bij de Kohen moest afleggen, veranderde de kleur van je muren in de normale kleur. Mocht je nog geen berouw tonen, dan werd je huis afgebroken. De huiden waarop je heb gezeten werden vervolgens verbrand. Ging je vervolgens nog door met lesjon hara’, dan veranderden de kleuren van jouw kleding. Deze dienden ook verbrand te worden. Wederom bij geen spijtbetuiging, verplaatste de ziekte van de kleding naar de huis. Hiermee werd de roddelaar tamei en werd buiten het kamp geplaatst. Door deze maatregelen werd de des betrokkene gedwongen nederig te worden.
Metsora’s gebeden komen niet bij Hasjem aan. Als hij tsaraat is, zei de betrokkene: “Ik ben besmet, ik ben besmet, ik ben besmet”, waardoor mensen voor hem begonnen te dawnen. Lesjon hara’ heeft effect zowel op hun leven hier als in hun spirituele leven. Lesjon hara’ komt namelijk vanuit een roeach tamei – onreine geest waardoor gebeden niet verhoord worden. Dat is de reden waarom anderen moeten bidden. Als je bidt, moet dit bewust en met volle overtuiging gebeuren. Als dat niet op die manier gebeurd, hoe zou de Hemel daarop moeten reageren?
In al Zijn genade kijkt Hasjem wel om naar de tsara’atlijder en met ware spijt geneest Hij hem.
Tegenwoordig wordt lasjon hara’ uitsluitend in het hiernamaals afgerekend. Dit komt omdat een Kohen de Bejt Hamiqdasj nodig heeft om degene die aan tsara’at lijdt, te kunnen reinigen. Doordat de Bejt Hamiqdasj nog steeds niet herbouwd is, is de onreinheid van onze roddels niet meer lichamelijk zichtbaar, maar bindt het aan onze ziel. Anders zou je nu nooit meer van de aandoening genezen kunnen worden.
Waarom kon alleen Hasjem je van tsara’at bevrijden. Puur om het feit dat Hij alleen harten kan lezen. Hij weet exact wie tegen wie wat gezegd heeft. Ook weet hij wie de betrokken luisteraars waren, maar ook of er verstrekkende schade aan iemand door roddel werd toegebracht. Tot slot gaf Hasjem middels de ziekte aan de Kohen aan: ‘Dit persoon is door zijn gedrag tamei. Hij heeft berouw, start de reinigingsprocedure maar’. En daar hebben we dus een Bejt Hamiqdasj voor nodig.
Misjlei 21:23 zegt: Wie over zijn mond en tong waakt, bewaart zijn ziel voor problemen… Jalchoet Sjemonie Parsja Metsora: ondanks het feit dat tsara’at niet meer bestaat, wordt je ziel wel aangetast en zal de aantoonbaarheid daarvan in de Olam Haba merkbaar zijn. Behalve wanneer iemand voor zijn dood berouw heeft getoond.
Omdat lesjon hara’ tegenwoordig geen tsara’at met zich meebrengt, kan zijn dat iemand volgens Rav Asji door lesjon hara’ arm wordt. Armoede maakt iemand nederig en afhankelijk van anderen. Hij zal nooit slecht over anderen spreken, anders valt zijn financiële/materiële vangnet weg. Toch blijft de waarschuwing van de Tora dat je voor tsara’at moet oppassen vandaag de dag staan. We worden opgedragen te herinneren wat Hasjem Miriam heeft aangedaan. Volgens RaMBaM moeten wij het verhaal van Miriam blijven herhalen om te laten zien hoe zwaar Hasjem aan lesjon hara’ tilt. Lesjon hara’ brengt veel ongeluk, maar wordt heel eenvoudig overtreden.
Op vier punten kun je herinneren wat Hasjem Miriam heeft aangedaan:
de straf moet je herhalen
je moet blijven herinneren om wie het ging
je moet blijven herinneren waar het gebeurde
je moet blijven herinneren rond welke historische gebeurtenis dit gebeurde.
Tijdens het reinigingsritueel wordt een vogel geslacht en een vogel vrij gelaten. Net zoals een vogel niet tot leven kan komen, zo is er geen natuurlijke weg om van tsara’at te genezen. Enige weg is tesjoeva en je leven verbeteren. Ondertussen wordt toema door tsara’at gelijkwaardig aan de dood beschouwd.
Het is belangrijk te weten dat zelfs Miriam tsara’at kreeg. Zij had haar eigen leven in de waagschaal gelegd toen zij Mosje in zijn mandje in de rivier legde en bij hem in de buurt bleef. Nogmaals: zij sprak niet disrespectvol over Mosje, maar ontnam hem de status dat hij hoger staat dan andere profeten. Zij sprak niet in zijn nabijheid noch beschaamde zij hem niet. Zij sprak enkel met haar broer Aharon. Toch werd zij gestraft.
Het incident vond twee jaar na de uittocht plaats. De ernst van lasjon hara’ was op dat moment nog niet geheel bij het volk bekend. In Sjmot 4:6 krijgt ook Mosje tsara’at. RaSji leert dat Mosje dit kreeg omdat hij zei: “”Ze zullen me niet geloven.” Het is om deze reden, dat Hij hem geslagen met tsara’at, zoals Miriam werd geslagen voor het spreken van lesjon hara’. Daarvoor moest Mosje de slang bij de staart grijpen. Middels de slang en de tsara’at wilde Hasjem Mosje leren zoals de slang in Eden lesjon hara’ sprak, zo sprak Mosje ook over Zijn volk. Omdat Mosje het direct snapte, rende hij van de slang weg, omdat hij bang was dat de straf in de eerste instantie een beet van de slang zou zijn (RaMBaN). Door aan het volk te vertellen dat Hasjem hem had getroffen met tsara’at, zou hij hun geloof versterken, omdat zij de geschiedenis kenden dat Hasjem degene straften die hen onrecht zouden aandoen, zoals para’o en Avimelech (in de links iets doorscrollen) ten tijden van Avraham en Jitschak.
Naderhand hadden met name de mergaliem de les van Miriam moeten herinneren toen zij slecht over het Heilige Land spraken. Wij moeten daarom onze les leren van zowel Miriam als van de mergaliem.
Kohelet 5:5 zegt: ‘sta niet toe dat je mond jouw vlees laat zondigen, noch zul je tegen de boodschapper te moeten zeggen dat het een fout was; waarom zou G’d boos op jouw stem en het werk van jouw handen vernietigen? Kohelet Rabba 5:5 leert het volgende:
‘sta niet toe dat je mond jouw vlees laat zondigen, Miriam kreeg door haar lesjon hara’ (mond) tsara’at (lichamelijke klacht). Bamidbar/Num. 12:10
noch zul je tegen de boodschapper te moeten zeggen, refereert naar Mosje, zoals er staat geschreven dat Hasjem een boodschapper stuurde en ons uit Mitsrajiem leidde (idem 20:16)
dat het een fout was; zoals er staat geschreven dat Aharon tegen Mosje zei: “ik smeek je mijn heer, werp geen zonde op ons, omdat wij dom zijn geweest en hebben gezondigd.” (idem 12:11)
waarom zou G’d boos op jouw stem en; door lesjon hara’ over Mosje te spreken waardoor de toorn van Hasjem tegen hen oplaaide en Hij hen verliet (idem 12:9),
het werk van jouw handen vernietigen? Rabbi Jochanan leert dat Miriam met haar mond heeft gezondigd waardoor haar ledematen waren getroffen, zoals er staat geschreven dat de wolk van de Tent der Samenkomst heenging en op dat moment Miriam met tsara’at werd geslagen (idem 12:10)
Rabbi Jonchanan en Rabbi Sjimon ben Gamliël leren dat praten een munt waard is, maar zwijgen wel twee! Rabbi Sjimon ben Gamliël zei dat hij met de Groten van zijn tijd is opgegroeid en hij kwam tot de conclusie dat niets beter is dan zwijgen.
Lesjon hara’ in de synagoge
In het Jodendom is leefomgeving van groot belang. Met wie ga je om? Iemand die veel omgaat met mensen die Tora-observant zijn, hebben andere doelen dan mensen die dat niet hebben. Binnen die kringen wordt iemands doel een gemeenschappelijk doel, iemands dromen gemeenschappelijke dromen. Het is van belang dat je onder goede invloeden blijft staan en met name ook altijd met Torageleerden (Dwariem 10:20). Nu komt het:
wanneer wij in de sjoel zitten en we gaan daar roddelen, dan is dit een grote overtreding: ‘leda’ at mie attah ‘omed’ [weet voor Wie je staat] staat niet voor niets op vele gordijnen van de Aron waar de Torarollen instaan.
De Chofets Chaim focust vooral op lasjon hara in de sjoel na de sjalosj se’oedos, de derde maaltijd tijdens Sjabbes, omdat Torageleerden in hun Torastudie verdiept zijn en de leitsiem – spotters – in hun lesjon hara. We moeten uiterst voorzichtig zijn met wie wij verkeren omdat dit flinke impact op ons leven zal hebben.
De Geleerden leren ons niet buiten de synagoge of het Bejt Midrasj gesprekken te starten. Dit leidt vaak tot lesjon hara’. Dit komt van Wajjikra 19:16 wat uitgelegd kan worden dat iemand niet bij groepen mag zitten die lesjon hara’ kunnen spreken. Beter kan met zijn kracht van het spreken aanwenden voor Tora en mitswes doen.
Lesjon hara’ en rechoeles überhaupt een gebrek aan vrees voor Hasjem. “Wat Mij heilig is zul je vrezen”(Wajjiqra 19:30). Chofets Chaim leert wanneer je – chas wesjalom – roddelt in sjoel, dan voelt de overtreder van Wajjiqra 19:30 zich vrij genoeg om de regels van Hasjem in Zijn Eigen (leer)huis te negeren. De Zohar zegt dat de zonde van het negeren van Hasjem in Zijn huis ernstige geestelijke gevolgen in de bovenwereld zal hebben. Hij leert ons wat voor grote tegenslagen roddel in sjoel in leven zal opleveren.
Iemand die zijn companero de banca in sjoel een verhaal vertelt wat hem is overkomen en hij denkt hiervoor een zeer gunstige tijd voor dit te kunnen vinden: onmiddellijk voor lezing van de Tora, maar de gemeente is er klaar voor om te beginnen met het lezen van de Toragedeelte, dan is de verteller nog helemaal niet klaar met zijn verhaal. Op dat moment kan de jetzer hara’ in iemands oor fluisteren: ‘dit is een interessant verhaal, je moet je verhaal afmaken’. Dus gaan de verteller en zijn gretige luisteraar verder met hun gesprek, maar dan door de Toralezing heen. Zij overtreden niet alleen een lange lijst van verboden, maar zij zondigen zich aan het creëren van een publieke chiloel Hasjem als het negeren van Hasjems Aanwezigheid in Zijn Huis en niet te vergeten dat de Tora te schande wordt gezet. Dit zogenaamd belangrijke verhaal zet deze twee mensen op de Hemelse weegschalen van het Gerecht, want zij spraken en luisterden naar lesjon hara’, wat meestal meerdere overtredingen ter weeg brengt! Daarnaast hebben zij Wajjiqra 22:32 overtreden. Daar staat namelijk geschreven dat jij Zijn Heilige Naam niet mag onteren. Ook hebben zij de Toralezing onteert, want er staat geschreven dat degene die Hasjem verzaken, zullen vergaan (Jesjajahoe 1:28). En dan spreken we geen eens over dwariem beteiliem (onbelangrijke conversaties) gesprek in de sjoel. Gaon van Wilno doet hier een schepje bovenop: het is onmogelijk om de Hemelse straf die deze conversatie de deelnemers zal opbrengen te begrijpen.
Alles bij elkaar opgeteld resulteert lasjon hara’ tijdens het laajnen minimaal de volgende overtredingen:
lasjon hara’
Chiloel Hasjem
het niet horen van laajnen
bovenstaande overtredingen worden versterkt door de heiligheid van de Sjabbat.
De overtredingen worden publiekelijk gedaan in aanwezigheid van een minjan, waardoor wij spreken van de ergste vorm van Chiloel Hasjem.
Chofets Chaim maakt zich zorgen dat de conversatie met de kaddisj die na de Toralezen wordt opgezegd, deze mensen doet stoppen met kletsen. Dat zij door babbelen haast voor zeker aan te nemen. Dit is een onberekenbaar verlies! Onze Geleerden leren ons dat de er een enorme kracht uit de ‘omein jehei sjmie rabba’ van de gemeente als antwoord op de chazzan uitgaat. Wanneer je dit in alle concentratie en de goede intenties beantwoordt, kan dit leiden dat ernstige Hemelse decreten worden verscheurd. Iedere keer dat de Kaddisj wordt gereciteerd geeft Hasjem ons de onbetaalbare kans om enorme gunsten te verdienen door enkele seconden van inspanning.
Stel je nu eens voor dat iemand je een miljoen euro aanbiedt en hier slechts een korte eenvoudige minimale inspanning terug vraagt, te vergelijken dat je een brief van tafel en in je binnenzak stopt. De beloning voor het antwoorden met de woorden ‘omein, jehei sjmie rabba’ is nog veel meer waard dan die miljoen euro. De kletsmajoren zijn hier niet van bewust en laten in feite miljoenen euro’s onaangetast liggen.
Door lesjon hara’ in de sjoel en Bejt Hamidrasj te voorkomen, geef je respect aan deze beide plaatsen, de gebeden worden niet onderbroken en wanneer je dit doet, kun je tot een kwart van je leven jezelf behoeden voor lesjon hara’.
Moge het zo zijn dat wij allen de lessen van sjmirat lasjon ons eigen maken waardoor wij lesjon hara’ zullen mijden, dat als gevolg de komst van de Mosjiach zal bespoedigen.
©FAQ-online 2012