De droom van Ja’aqov: de Jacobsladder
Geschreven door rabbijn Dayan mr. drs. R. Evers
“En hij droomde, en zie! Een ladder, geplaatst op de aarde, waarvan de top tot de Hemel reikte; en zie de Engelen G’ds stegen daarlangs opwaarts en afwaarts” (28:12).
Onderweg van Beër – Sjéwa naar Charan droomde Ja’akov Avinoe van een ladder die op de aarde stond en tot de Hemel reikte. Engelen stegen op en daalden af langs deze ladder. Wat was de betekenis van deze droom? In de Talmoed (B.T. Choelien 91) wordt uitgelegd, dat de Engelen die opstegen het beeld van Ja’akov te zien kregen, zoals dat bij de G’ddelijke Troon geprojecteerd stond. Daarna daalden zij af om de Ja’akov hier op aarde te aanschouwen.
Elke uitspraak van onze Chagamiem heeft een diepere betekenis. Waarom daalden en stegen deze Engelen alsmaar langs de ladder? Wat is de betekenis van dit visioen?
Ieder mens heeft in de Hemel een ideaalbeeld, zoals G’d hem graag ziet. Daar worden al zijn unieke gaven en talenten weergegeven. Maar er is ook een ´aards beeld’. Het beeld van de persoon zoals hij gerealiseerd is. Het beeld van wat deze persoon werkelijk voorstelt.
Het is onze opdracht om te pogen om de aardse realiteit zoveel mogelijk bij het Hemelse plaatje te laten aansluiten. We moeten proberen “in te klikken” op ons ideale ik. Bij Ja’akov Avinoe zagen de Engelen iets zeer uitzonderlijks: het aardse beeld van Ja’akov was exact hetzelfde als het Hemelse. Ja’akov Avinoe had zijn capaciteiten volledig ontplooid. Dit was wel een zeer bijzondere prestatie. Ja’akov had bereikt wat er in de Hemel van hem verwacht werd. De Engelen verwonderden zich over dit fenomeen. Wanneer men aan het Hemelse beeld voldoet is men een tsaddiek – men doet recht aan de verkregen capaciteiten. In feite was dit een grote Kiddoesj HaSjeem – heiliging van G’ds Naam. Een Kiddoesj HaSjeem kan op verschillende manieren tot uitdrukking komen: door martelaarschap, door voorbeeldig ethisch gedrag en door gebed.
Men kan G’ds Naam heiligen – en in zekere zin een bepaalde opofferingsgezindheid tonen – door beter te leven dan strikt noodzakelijk is volgens de letter en geest van de (Joodse) wet. Een typisch voorbeeld hiervan leverde Rabbi Sjimon ben Sjetach, die eens een ezel kocht van een Arabier. Zijn leerlingen zagen, dat er een juweel om zijn nek hing. Toen Rabbi Sjimon hoorde van de vondst van de edelsteen, gaf hij deze direct terug aan de eigenaar. De Arabier riep toen uit: “Geprezen is de G’d van de Joden, die er voor zorgt, dat zijn volk eerlijk handelt” (Talmoed Jeroesjalmi, Bava Metsia 2:5). In de Talmoed (B.T. Gittien 46a) wordt Jehosjoe’a als voorbeeld aangehaald, die zijn belofte aan de Givonieten houdt, hoewel die belofte op grond van een valse voorstelling van zaken afgegeven was. Wanneer Jehoeda, een zoon van Ja’akov, in het openbaar de episode van Tamar toegeeft, wordt die bekentenis beschouwd als een Kiddoesj HaSjeem (B.T. Sota 10b).
Ja’akov was het prototype van een Talmied-chagam, een vooraanstaand geleerde. Daarom wordt dit voldoen aan het ideaalbeeld specifiek bij Ja’akov beschreven, omdat voor vooraanstaande Chagamiem (Wijzen) geldt dat “hoge bomen veel wind vangen”. Een groot geleerde moet zijn schulden direct betalen, niet teveel aanwezig zijn op frivole gelegenheden en geen vier el lopen zonder Talliet en Tefillien – gebedskleding – om duidelijk te maken, dat men continu bezig is met de G’dsdienst (B.T. Joma 86a, Awoda Zara 28a, Maimonides, Jad, Jesodé haTora 5:11). Ja’akov ging verder dan van hem geëist werd – zo stond hij Boven aangeschreven. Zoals alle Aartsvaderen was Ja’akov een voorbeeld voor zijn afstammelingen later: meer doen dan strikt noodzakelijk; initiatief tonen ! Actief Jodendom!
Ja’akov heeft er met deze geestelijke vorm van Kiddoesj HaSjeem voor gezorgd dat het Jodendom op een hoog spiritueel niveau bleef en zo een voorbeeld gevormd voor de Joden gedurende de lange weg door de diaspora. Men liet zich niet vernederen om materieel gewin, men assimileerde niet om gunst te vinden in de ogen van de omgeving of er in ander opzichten beter van te worden Men bleef het Joodse ideaalbeeld trouw.
Voldoen aan ons Joodse ideaalbeeld, zoals dat voor de Hemelse Troon geprojecteerd wordt, betekent verzet tegen de doorlopende druk van buitenaf om ons aan te passen. Het ideaalbeeld van het Jodendom is een belangrijk instrument gebleken om de Joodse identiteit vast te houden tot op de dag van vandaag.
©Dayan Evers