Een Palestijns volk heeft nooit bestaan
De Palestijnse bevolking is in aantal toegenomen na de komst van de Joodse pioniers zo aan het eind van de 19e eeuw. Het is de moeite waard om na te gaan in hoeverre de Joodse moderne landbouwmethoden, de grotere oogsten, de beginnende algemene en industriële ontwikkelingen in stad en land op ieder gebied de reden is geweest voor inwoners uit omringende landen om naar het toenmalige Palestina te verhuizen voor hun levensonderhoud.
Er zijn cijfers bekend uit de 19e eeuw van Ottomaanse volkstellingen met enige mate van betrouwbaarheid, hoewel uitgevoerd door ongeschoolde tellers en met hoofdzakelijk als doel conscriptie en belastingheffing. Toch schat Prof. Kemal H. Karpat in 1893 dat de foutenmarge niet hoger ligt dan tussen 2% en 5% voor stedelijk en tot 10% voor landelijk gebied. De Britse mandaatregering heeft deze cijfers echter gewantrouwd en volgde haar eigen ramingen. De Britten baseerden hun cijfers op een rapport van Prof. D.Magie (population of Asiatic Turkey at the outbreak of the war). Verder hebben wij de ramingen van Prof. Jacob M. Landau van de Hebreeuwse Universiteit. Zijn cijfers zijn gebaseerd op onderzoek in Turkije en West-Europa. Hier volgen enkele cijfers:
Schatting van Prof.Landau:
Bevolking van Palestina in 1876 ca. 400.000
Bevolking van Palestina in 1895 ca. 450.000
Statistical Handbook of Middle-Eastern Countries (Jewish Agency for Palestine, Economic Research Institute, Jerusalem 1945:
Bevolking van Transjordanie in 1943 ca. 310.000
Bevolking van Palestina eind 1943 1.676.571
Waarvan Joden 502.912
Maar de schattingen lopen nogal uiteen en werkelijk betrouwbare cijfers ontbreken. Maar het is wel zeker dat al onder Ottomaans bestuur er vrij veel immigratie was naar Palestina, hoofdzakelijk van Moslems uit omringende landen. Van daarbuiten is de best bekende groep Moslem-immigranten de Circassiers afkomstig uit de Kaukasus. Zij vestigden zich vooral in Galilea. Verder kwamen de Bosnische immigranten nadat Bosnie door Oostenrijk in 1877 op Turkije (het Ottomaanse Keizerrijk) werd veroverd. En er was een niet onbelangrijke Christelijke immigratie, vooral de Duitse “Tempeliers”. Maar het feit blijft dat sinds de komst van de Joden in de 80er jaren de immigratie uit omringende landen is toegenomen. De vestiging van “moderne” industrieën (metaal 1888, glas 1894, parfums 1890, weverij 1900) en de ontwikkeling van de wijnproductie bood veel immigranten werk en inkomen. Bovendien was de grotere binnenlandse veiligheid een factor. De overvallen van nomaden uit de oostelijke woestijngebieden verminderden, de zeer omvangrijke en kostbare grondaankopen door Joden onthieven de boeren van zware pachtheffingen door de grootgrondbezitters die hoofdzakelijk in het buitenland (Damascus, Beirut, Bagdad en Egypte) woonden.
De belangrijkste Arabische immigratie vond echter plaats na 1918. Het Palestine Royal Commission Report (blz.279) wijdt speciale aandacht aan de illegale Arabische immigratie. De schattingen lopen uiteen tussen de 60.000 en 100.000 illegale Arabische immigranten in de periode 1918 – 1940.
Dit Engelse rapport schrijft deze immigratie toe aan de veranderingen door de Joodse opbouw, waardoor een levensstandaard werd bereikt die elders in de Arabische wereld totaal onbekend was. Van belang voor de toename van de Arabische bevolking in Palestina was verder de zo sterk verminderde kindersterfte wegens de door Joden geïntroduceerde gezondheids- en hygiënische maatregelen. Tussen 1922 en 1929 alleen al nam de niet-Joodse bevolking van Palestina (de Bedouinen niet meegerekend) met meer dan 75% toe.
Maar niet slechts de immigratie van over de grenzen is van belang, maar zeker ook de binnenlandse migratie. De bevolking in de hoofdzakelijk Arabische steden steeg nauwelijks tussen 1922 en 1943:
Hebron van 16.650 tot 22.800
Nabloes van 15.931 tot 23.300
Jenin van 2.737 tot 3.900
Bethlehem van 6.658 tot 8.800
terwijl de bevolking van Gaza zelfs verminderde van 17.426 tot 17.045. Daarentegen steeg de Arabische bevolking in diezelfde periode belangrijk in de drie gemengd Arabisch-Joodse steden:
Jeruzalem met 97%
Jaffa met 134%
Haifa met 216%
Conclusie 1
Een eerste conclusie mag dan wel zijn dat de Joodse opbouw vanaf ongeveer 1880 heeft geleid tot een hogere levensstandaard en een verdere ontwikkeling en meer veiligheid voor alle inwoners van dit gebied. De bijzondere toename van de niet-Joodse bevolking en de grote Arabische immigratie kunnen alleen hierdoor worden verklaard.
Conclusie 2
Verder denken wij tot een tweede conclusie te mogen komen: de overgrote meerderheid van de huidige Arabische bevolking in Israel en de Gazastrook bestaat uit nakomelingen van Arabische immigranten die naar het toenmalige Palestina waren gekomen om daar werk en inkomen te krijgen en een beter leven te kunnen leiden dan in andere Arabische gebieden.
En verder weten wij uit de geschiedenis dat Palestina in al die 2000 jaren, al die 20 eeuwen sinds de Romeinse tijd, nog nooit door de eigen bevolking is geregeerd. Sinds de Joden door de Romeinen als slaven werden weggevoerd en duizenden naar andere landen moesten vluchten, is Palestina geregeerd vanuit Rome, Egypte, Syrie, Irak en Turkije, het Ottomaanse Rijk en tenslotte door Engeland. Pas bij de stichting van de Staat Israel , voor het eerst sinds die 2000 jaren, is dit land door de eigen inwoners geregeerd.
En ook hebben wij moeten constateren dat na de door Minister Ariel Sharon bevolen terugtrekking uit de Gazastrook in 2006, de Palestijnse inwoners van de Gazastrook de kassen en installaties die de Joodse inwoners moesten achterlaten, hebben geroofd en verwoest. De teelt van diverse soorten fruit en groenten is nauwelijks door de Gazabevolking voortgezet, er is niets door de Palestijnen gedaan voor het welzijn van hun land, noch door de Palestijnse leiding, noch door de bevolking. We hebben niets kunnen constateren van enige nationaal Palestijnse gevoelens en er is zelfs nog niet een eerste begin geweest van pogingen om een Palestijns land op te bouwen.
Conclusie 3
Een Palestijns volk heeft nooit bestaan.
Wij gaan er bij deze conclusie van uit dat onze klassieke bijbelse vijanden, de Filistijnen , al zo’n 1000 jaren voor de Romeinse tijd van de aardbodem waren verdwenen. Wij proberen met deze conclusie alleen maar aan te tonen dat er sinds de verdrijving van de Joden door de Romeinen, zo’n 2000 jaar geleden, in het toen Palestina genoemde land geen werkelijk Palestijns volk heeft bestaan.
We hebben geprobeerd aan te tonen (en er zijn nog genoeg vroegere reisbeschrijvingen die dat bevestigen) dat Palestina voor de komst van de Joden een totaal verwaarloosd gebied was, een uitgestrekte woestenij, met een minimaal kleine, doodarme, en verziekte bevolking, zonder enige verdediging, uitgeperst door landeigenaren die in het buitenland woonden en aangevallen door Bedouinen-nomadenstammen die de resterende oogsten kwamen roven. Palestina was een land dat geen betekenis meer had.
Palestina was een land dat wachtte op de terugkeer van de Joden.
Sieg Kool, Nederlander van oorsprong, woont al vele jaren in Israël en baseert zich op zelfstandig onderzoek in de Universiteitsbibliotheek van Amsterdam.
Bron: Joods Punt NL, februari 2007